Ministerie stemt in met hoger minimumloon zolang economie het kan dragen

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een indexering van het minimumloon zal naar verwachting een ‘negatief macro-economisch effect’ hebben, aldus het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO). Toch stemt MEO in met verhoging van het minimumloon met - zoals het er nu naar uitziet - 11,2 procent per januari 2023.

Zo blijkt uit vertrouwelijke documentatie, waaronder een macro-economische impactanalyse door MEO, in handen van het Antilliaans Dagblad. Begin deze week verraste de Kamer van Koophandel (KvK) met een persbericht en een brief aan de ministerraad met een ‘ongevraagd advies’, namelijk dat de KvK zich kan vinden in de voorgenomen verhoging.
Uit de stukken blijkt dat het kabinet-Pisas (MFK/PNP) aanvankelijk het voornemen had de forse stijging met een ‘tweetraps verhoging’ door te voeren: in september 2022 en opnieuw in januari 2023. De eerste verhoging is uiteindelijk niet doorgegaan, waardoor het plan nu is om beide in één keer te realiseren.
Al op 24 juni vroeg minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PNP) van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW) aan haar partijgenoot minister Ruisandro Cijntje van MEO om spoedadvies, verwijzend naar de stijgende inflatiecijfers en het feit dat de laatste aanpassing van het minimumloon in december 2019 plaatsvond. Ook stelt zij dat er ‘aanhoudende klachten’ zouden zijn over de situatie op de arbeidsmarkt, onder andere wat betreft het huidige minimumuurloon (dat bij een 40-urige werkweek 9,62 gulden bedraagt).
Het aanvankelijke idee was verhoging met 0,58 gulden in september en nog eens 0,50 gulden per 1 januari aanstaande. De verhoging tot 10,70 per uur staat nu voor na de aanstaande jaarwisseling in de steigers. Dan zou het nieuwe minimumloon voor een 40-urige werkweek 1.852,79 gulden per maand worden.
Verschillende instanties moeten advies geven, waaronder de Sociaal-Economische Raad (SER), maar die is nog niet zover. MEO gaf als eerste al wel commentaar. Dat gebeurde, naar nu bekend is geworden, al in juli dit jaar. ,,Een indexering van het minimumloon voor de jaren 2022 en 2023 zal naar verwachting een negatief macro-economisch effect hebben”, is de eerste opmerking van MEO.

‘Consumptieprijzen stijgen mee’
De hogere loonvoet zal doorwerken in de consumptieprijzen, hetgeen resulteert in een afname van binnenlandse economische activiteiten zoals particuliere consumptie, productiebedrijven en uitvoer.
,,De koopkracht van een groot deel van de bevolking zal afnemen en hiermee de binnenlandse bestedingen. Tevens zullen er naar verwachting arbeidsplaatsen verloren gaan”, is het beeld dat MEO schetst. Wel zal de koopkracht van minimumloners die aan het werk blijven relatief toenemen.
Het reële bbp (bruto binnenlands product) zal - bij verspreide verhoging van het minimumloon, wat nu niet langer het geval is - naar verwachting dalen met 0,1 procentpunt in 2022 en 0,3 procentpunt in 2023 ten opzichte van het zogeheten ‘basispad’.
De Curaçaose economie is in het jaar 2021 gegroeid met 4,2 procent met een inflatie van 3,8 procent (na een krimp van maar liefst 18,4 procent in 2020 vanwege de coronacrisis, red.).
De economische vooruitzichten voor de jaren 2022 en 2023 waren tot voor kort positief, rekening houdend met mogelijke risico’s waaronder hogere inflatie dan verwacht door onder andere de geopolitieke situatie met betrekking tot Rusland en Oekraïne. ,,Dit zal dan betekenen dat de economische groei minder zal zijn dan verwacht.”
Toch is het op basis van de ‘verwachte groei’ zowel voor dit jaar als voor het komende jaar dat MEO ‘instemt met een verhoging van het minimumloon’. In dat geval zal de economie ‘beter in staat zijn’ om de maatregel ‘te kunnen absorberen’.
Desalniettemin raadt MEO aan om bij de besluitvorming over het indexeren van het minimumloon óók rekening te houden met allerlei sociaaleconomische aspecten. ,,Het betreft vooral de sociale omstandigheden van mindervermogenden en de productiviteitsval die zich kan voordoen.” Verhoging van het minimumloon heeft namelijk een negatief effect op de positie van mindervermogenden en ook op de productiviteit.
Tot slot wordt er door MEO voor gewaarschuwd dat de economische groei verstoord kan worden door toenemende consumptieprijzen als gevolg van de indexering van het minimumloon. Immers, de toename van de loonkosten zorgt voor lastenverzwaring in de private sector, hetgeen zal resulteren in verdere stijging van de consumptieprijzen.