Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is geen sprake geweest van 200 miljoen gulden aan ‘verdwenen’ overheidsgelden na 10-10-‘10 tijdens de regeerperiode van kabinet-Schotte.
Zo wordt gesteld door de zittende minister van Financiën in reactie op de ophef die was ontstaan hierover.
Tijdens een discussie bij ‘Palabra Kla’ (Klare Taal) op sociale media had Ersilia ‘Zus’ de Lannoy, de laatste minister van Financiën van de Nederlandse Antillen, verklaard dat een bedrag van bijna 200 miljoen gulden aan BRK-gelden (Belasting Regeling Koninkrijk) op een special rekening bij de Centrale Bank CBCS was gestort, maar dat onduidelijk is of en hoe dat geld vervolgens is besteed.
Dit werd overgenomen door onder meer TV Direct. Het Antilliaans Dagblad stelde ter verificatie vragen hierover aan de Centrale Bank van Curaçao en kreeg eind vorig week als antwoord dat de CBCS ‘in het kader van onze geheimhoudingsplicht geen informatie over rekeningen van derden geeft’.
Onder de kop ‘Liquiditeitspositie Land Curaçao 2010 en uitputting BKR-gelden’ geeft bewindsman Javier Silvania (MFK) opheldering: ,,Recentelijk is er enige ophef ontstaan in de media aangaande een bedrag van circa 200 miljoen, dat na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen vermoedelijk zou zijn ‘verdwenen’.”
Het zou hierbij gaan om de middelen van de Belasting Regeling Koninkrijk (BRK), waarover afspraken bestaan met Nederland.
,,Daarnaast wordt beweerd dat het kabinet-Schotte, zijnde het eerste kabinet van het Land Curaçao na de opheffing van de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010, als enige toegang had tot de voornoemde gelden. Twaalf jaar na dato heerst hier kennelijk nog onduidelijkheid over”, stelt de huidige minister van Financiën.
In het kader van transparantie is de sectordirecteur Financieel Beleid en Begrotingsbeheer verzocht een uiteenzetting op te stellen inzake de liquiditeitspositie van Land Curaçao in 2010 en de besteding van de BRK-gelden.
,,In de brief aan minister Silvania wordt aangegeven dat het Land Curaçao op 10 oktober 2010, conform de vastgestelde jaarrekening 2010, een bedrag van 193 miljoen gulden aan liquiditeiten had. Per 31 oktober 2010 was dit bedrag 436,7 miljoen, welke gedeeltelijk bestond uit de BRK-gelden.”
De uitleg vervolgt: ,,In juli 2010 heeft Nederland een drietal bedragen gestort in verband met de uitbetalingen van dividenden vanwege de BRK voor de jaren 2006 tot en met 2009. De som van deze bedragen komt omgerekend neer op een bedrag van circa 270 miljoen. Conform de regeling boedelscheiding is 75 procent van dit bedrag bestemd voor het Land Curaçao en 25 procent voor de afwikkeling van de verplichtingen van het voormalig Land Nederlandse Antillen (Sint Maarten en de BES-eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba).”
Voor het gedeelte van het Land Curaçao heeft het ministerie van Financiën destijds een nieuwe rekening geopend bij de toenmalige Bank Nederlandse Antillen (BNA) en haar deel van circa 217 miljoen op deze rekening laten storten. Silvania: ,,Dit bedrag bleef ongestoord geparkeerd tot 22 mei 2012.”
In de daaropvolgende jaren is dit resterende bedrag onder andere gebruikt voor de betalingen van reguliere uitgaven, uitstaande verplichtingen en ter aanvulling van liquiditeitstekorten van het Land Curaçao.
PAR krijgt van Silvania veeg uit de pan
,,In 2016 is deze rekening door het ministerie van Financiën opgeheven en is het resterende saldo overgemaakt naar de NAf-hoofdrekening bij de Centrale Bank CBCS ter aanvulling van het saldo, om vervolgens de verplichtingen van pensioenen aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao te betalen.” Dit komt overeen met wat ook de redactie van deze krant heeft vernomen uit welingelichte bronnen. ,,Die gelden zijn niet ergens ongebruikt blijven staan, maar zijn in de operations van Curaçao na 10-10-‘10 meegenomen. Het waren duidelijk gelden waar het Land Curaçao recht op had. Ze zijn aangewend door Schotte en ook daarna.”
Het is onduidelijk waarom voormalig bewindsvrouw De Lannooy hier nu mee is gekomen. Zij noemde het bij Palabra Kla een soort ‘spaarbankboekje’ voor Curaçao en vertelde dat bij de afsluiting van het Land Nederlandse Antillen alles was vastgelegd, door middel van foto’s en processen-verbaal en in verzegelde enveloppen was achtergelaten. De eerste minister van Financiën van het Land Curaçao was George ‘Jorge’ Jamaloodin (MFK).
Voor zittende minister Silvania is het hele gebeuren rond de verdwenen 200 miljoen reden om uit te halen naar oppositiepartij PAR: ,,Het zal zeker niet de laatste keer zijn dat politieke partij PAR stof doet opwaaien met reeds gesloten casussen en zodoende de volle inspanning levert om politieke partij MFK in een kwaad daglicht te stellen.”
Om af te sluiten met de mededeling dat hij als de minister van Financiën de doelstelling van kabinet-Pisas naleeft ‘door transparantie te bieden en eindelijk - twaalf jaar na dato - duidelijkheid te bieden over deze kwestie’.
