Minister van Justitie zwicht onder druk van politiebonden

Van onze redactie
Willemstad - Na een figuurlijk potje armpje drukken op het plein tussen het Statengebouw en het ministerie van Justitie, gevolgd door spoedoverleg tussen de minister Shalten Hato (MFK) en de politiebonden, was het ‘no work no pay’-besluit voor korpsleden van tafel.

Wel onder de nadrukkelijke voorwaarde dat de agenten en andere medewerkers van het Korps Politie Curaçao (KPC) het werk onmiddellijk hervatten. Maandag werd door politievakbond NAPB een zogeheten ‘vergadering onder werktijd’ belegd, waar naar schatting zo’n honderd personen op af kwamen.

Daarop liet de korpsleiding door middel van een intern schrijven aan de agenten en andere medewerkers van het korps weten dat zij voor de niet gewerkte uren niet uitbetaald zouden worden. Minister Hato verklaarde later dat dit niet van toepassing zou zijn voor de maandag, maar wel voor het vervolg van de geschorste vergadering op dinsdagochtend.

Ook dit laatste werd later ingetrokken nadat de bewindsman - onder druk - de Statenvergadering had verlaten om met de voorzitters van de vier politiebonden NABP, SAP, STrAF en Abvo te zitten. Want intussen waren de NAPB-leden, gesteund door de overige vakorganisaties, naar Punda gekomen en vond er voor het oog van de camera’s in de hete zon een publieke welles-nietes-discussie plaats.

Terwijl Hato die ochtend een uitnodiging had doen uitgaan voor een bijeenkomst aanstaande donderdag, eiste NAPB-voorzitter Thaise Isidora-Lo-A-Njoe dat er nog diezelfde dag overleg met de bewindsman plaatsvond. Even leek het erop dat ze er niet uitkwamen, totdat Juan Lourens van vakbond STrAF voorstelde om ‘vijftien minuten’ de koppen bij elkaar te steken; dit keer achter gesloten deuren.

Dat gebeurde in het nabijgelegen ministerie van Justitie, waarna minister Hato kon aankondigen dat het gewraakte ‘no work no pay’ niet langer van kracht was, maar dat de KPC-beambten vriendelijk werd verzocht direct weer aan het werk te gaan. Zo kreeg de NAPB-voorzitter toch wat zij wilde. Tegelijkertijd kondigde Isidora-Lo-A-Njoe aan dat er vanochtend een ‘informatieve vergadering’ zal plaatsvinden bij het vakbondsgebouw.

NAPB had vier punten die terstond de aandacht van de bewindspersoon vereisen, waaronder het onacceptabele ‘no work no pay’-besluit; een specifiek ongeval met een agent; het afkeuringsbeleid; en de rechtspositie van leden. ,,We blijven hier wachten totdat de minister ons te woord staat.”

NAPB had gewenst dat Hato die ochtend naar het vakbondskantoor was gekomen om de leden te spreken. De minister liet echter weten dat hij bij een belangrijke parlementsvergadering over het regeerprogramma moest zijn. ,,Als de minister niet naar ons komt, gaan wij naar hem toe”, luidde het toen een menigte zich had verzameld voor het Statengebouw in de stad.

Eerder had Isidora-Lo-A-Njoe haar afkeuring over het ‘no work no pay’ geuit door aan te geven dat de bond het niet zal pikken dat ‘we een week na de viering van Dia di Tula terug naar de slaventijd gaan’. Hato verklaarde via de media alle aandacht te hebben voor de rechtspositie van agenten, het zelfs prioriteit te geven, maar dat hij dit op een gestructureerde wijze wil benaderen.

Intussen waren bij het NAPB-hoofdkwartier allerlei andere vakbondsleiders gearriveerd om hun ‘solidariteit’ te tonen. Zoals STSK (niet-onderwijzend personeel), DOEN (onderwijsbond), STrAF (douane en belastingdienst) en zelfs van ‘concurrent’ politiebond SAP.

Eenmaal op het Wilhelminaplein bemoeide ook politicus Giselle McWilliam van oppositiepartij MAN zich ermee. Ze stelde het onbegrijpelijk te vinden dat minister Hato niet even ‘uit de airco’ wil komen om ‘pueblo’ te woord te staan. Ook Statenlid Quincy Girigorie van oppositiepartij PAR, zelf voormalig Justitieminister, meende dat de minister er verstandig aan deed de vakbonden te woord te staan.

Dat deed Hato. In eerste instantie kwam NAPB echter niet naar het ministerie toe. Pas toen de minister het plein overstak terug richting het parlement, kwam het tot een ‘treffen’ met woorden. Hij sprak zijn afkeuring uit over de gang van zaken en herhaalde de uitnodiging voor donderdag, maar dat was wat Isidora-Lo-A-Njoe ‘te algemeen’ en eiste dat de ‘ordehandhavers vandaag nog helderheid krijgen’.

NAPB laat zich niet intimideren

Maandag gingen zo’n honderd politiefunctionarissen in conclaaf met politievakbond NAPB. De ‘vergadering onder werktijd’ werd op een bepaald moment geschorst omdat de uitgenodigde minister van Justitie, Hato (MFK), niet aanwezig kon zijn. De ‘geschorste’ bijeenkomst kreeg daarop gisterochtend een vervolg. Het betrof niet alleen geüniformeerde agenten, maar ook personeel van andere afdelingen.

‘Tot hun verrassing’ kregen zij maandag een schrijven van de KPC-leiding met de mededeling dat - na overleg tussen waarnemend-korpschef Raymond Ellis en bewindsman Hato - was afgesproken dat ‘vergaderen onder werktijd’ niet wordt getolereerd.

Voor degene die er desondanks toch voor kiest om, ondanks inroostering, niet op het werk te verschijnen geldt ‘no work no pay’. Dat is conform de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (LMA).

In de interne mededeling werd verder aangegeven dat het nadrukkelijk niet is toegestaan om met een dienstwagen - een auto dus van het politiekorps - naar de bijeenkomst met de vakbond te gaan. Dat geldt eveneens voor het gebruik van ander materieel/materiaal van het KPC. Leidinggevenden van de diverse afdelingen werd verzocht te registreren wie zich wel en wie zich niet voor zijn/haar reguliere dienst meldt.

Deze strenge mededeling van de KPC-top is bij NAPB (Nationaal Algemene Politie Bond) niet in goede aarde gevallen. Voorzitter Isidora-Lo-A-Njoe vond het zelfs onaanvaardbaar. Zij spreekt van ‘intimidatie’ van haar leden; immers, zij hebben het recht om zich te laten informeren tijdens zo’n actievergadering.

De politieambtenaren hebben volgens de NAPB-voorzitter hard gewerkt gedurende de covidpandemie en -crisis in 2020 en 2021, door zich in te zetten voor de gemeenschap, terwijl er weinig tot geen aandacht was voor hen en hun welzijn.

De vakbond stond erop dat minister Hato zelf komt om antwoord te geven op de vele vragen die er zijn en gevoelens van onvrede die bestaan. Hij zou in eerste instantie hebben aangegeven er maandag binnen een uur te kunnen zijn, maar later werd duidelijk dat de minister een terugtrekkende beweging maakte met de mededeling dat de pijnpunten al eerder in augustus zijn besproken.