Vertegenwoordiger Nederland: Maar achter de schermen wordt hard gewerkt
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Misschien voor het grote publiek niet zo zichtbaar, maar er wordt achter de schermen, op ambtelijk niveau, best hard gewerkt aan het Landspakket door de ambtenaren van de landen samen met hun collega’s van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO), zeg maar de voorloper van het Coho.
,,De voortgang blijkt uit de reguliere rapportages die voor iedereen toegankelijk zijn.” Dat zegt Erwin Arkenbout, die vandaag na vier jaar afscheid neemt als Vertegenwoordiger van Nederland in Curaçao, Aruba en Sint Maarten. In een openhartig vraaggesprek met de redactie van het Antilliaans Dagblad blikt hij terug én vooruit.
,,Kan het tempo hoger? Natuurlijk. Zijn we te optimistisch geweest over het tempo? Misschien wel. Maar bij de stakeholders op Curaçao is er volgens mij weinig misverstand dat die hervormingen er wel moeten komen. Het Coho, het Caribisch Orgaan voor Hervormingen en Ontwikkeling, is altijd bedoeld als hulpmiddel; via het Coho zou expertise beschikbaar komen, zouden er wellicht middelen beschikbaar zijn voor onderzoek, voor projecten.”
,,Dat dit Coho er nog niet is, is dus wel jammer. Maar zoals bekend, is in juni op Aruba met de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties (Alexandra van Huffelen van D66, red.) en de drie ministers-presidenten van de landen op politiek niveau afgesproken dat de landen een voorstel zouden doen om de vele vragen over Coho van de vier parlementen goed te beantwoorden. Ik begrijp dat men eind september, begin oktober opnieuw overleg wil organiseren om te bepalen hoe nu verder. Daarop moeten we dus wachten.”
Arkenbout vervolgt: ,,Overigens, zolang het Coho er niet is, is de TWO ‘gewoon’ een onderdeel van BZK. Dus waar we na orkaan Irma nadrukkelijk kozen voor een deskundig maar bestaand internationaal orgaan, is er na de pandemie voor gekozen om een organisatie dichter bij huis op te richten, en de benodigde expertise op te bouwen. Het is best ingewikkeld hoe je voor dit soort situaties de juiste organisatie vindt of maakt, maar dit is nu eenmaal de keuze die is gemaakt. En over de -toekomst van het - Coho zijn we dus nog in gesprek met elkaar.”
Over zijn eigen functioneren de afgelopen vier jaar, zegt de scheidend Vertegenwoordiger: ,,Of ik mijn werk goed heb gedaan, moeten anderen maar bepalen. Ik vond en vind het belangrijk dat de Vertegenwoordiger probeert te luisteren, respect en belangstelling toont, een goed netwerk bouwt en onderhoudt, en waar mogelijk ook probeert de samenlevingen van de landen te helpen. Hij of zij is natuurlijk ook eindverantwoordelijk voor de organisatie van de Vertegenwoordiging, en dat betekent: de taken die we hebben - zoals consulaire bijstand - goed vervullen, rekening en verantwoording afleggen, de medewerkers proberen te stimuleren en te helpen ontwikkelen. En de Vertegenwoordiger is en blijft iets ‘van Nederland’. Dat moet je dus ook af en toe vieren, zoals op Koningsdag of op Prinsjesdag: ik ben trots op Nederland, en dat mogen we uitdragen. Dat zijn dus ook allemaal mijn adviezen voor de opvolger, die helaas nog niet bekend is. De procedure duurt wat langer dan gehoopt, maar het ministerie van BZK, dat over de benoeming gaat, wil die opvolger op een zorgvuldige wijze vinden en benoemen, en dat kost nog even tijd. Maar zodra die er is, en die opvolger heeft daar behoefte aan, praat ik hem of haar graag bij.”
'Never waste a good crisis'
Wilt u het vervolg van dit interview lezen? Neem een online abonnement op de krant.