Leerkrachten vinden is vaker wel een probleem
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Over de hele linie genomen is het aantal leerlingen dat dit jaar weer op de eerste schooldag start met onderwijs niet sterk afgenomen. ,,Er is een stabilisatie in vergelijking met voorgaande jaren, toen het aantal leerlingen elk jaar met circa 1.000 afnam”, aldus Wladimir Kleinmoedig.
Hij is sectordirecteur Onderwijs en Wetenschap bij het Curaçaose ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS). Zo waren er vorig schooljaar (2021-2022) in vergelijking met het jaar daarvoor (2020-2021) maar 12 leerlingen minder, terwijl het aantal leerlingen na schooljaar 2019-2020 met 1.511 afnam.
De meest actuele cijfers zijn nog niet bekend, temeer ook omdat bij de eerste schooldag - morgen - kan blijken dat er alsnog leerlingen zijn vertrokken.
Het vinden van voldoende leerkrachten funderend onderwijs (fo) en bepaalde vakleerkrachten is bij sommige schoolbesturen echter wél een probleem. Daarnaast zijn er vooral bij het Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur (RKCS) in het voorgezet onderwijs ook docenten waarvoor het rooster niet meer helemaal volgemaakt kan worden.
Edgar de Palm, onderwijsdirecteur bij het RKCS, heeft dit probleem bij de Onderwijsminister aangekaart. ,,Deze docenten worden dan over een half jaar minder uitbetaald vanwege deze ontoereikende uren, wat voor de personen in kwestie een probleem is natuurlijk.”
Er wordt door de bewindsman, Sithrey van Heydoorn (MFK), in een brief aan de schoolbesturen aangegeven dat de uren zoveel mogelijk opgevuld moeten worden met andere taakuren. Sectordirecteur Kleinmoedig voegt hieraan toe dat het mogelijk moet zijn dat de uren opgevuld worden met werk bij andere schoolbesturen.
,,Schoolbesturen kunnen elkaar hierin complementeren. We zijn in overleg met de vakbonden, de minister en schoolbesturen over hoe te handelen bij een dergelijke transitie.”
De Palm geeft aan dat de hoeveelheid leerlingen al jaren afneemt vanwege een demografische krimp - er worden minder kinderen geboren - maar óók door emigratie. De krimp wordt met het vertrek van leerkrachten die met pensioen gaan ondervangen.
Veel docenten hebben gebruikgemaakt van de vervroegde vrijwillige uitstroom (vvu; dit jaar gaat het om 120 leraren, maar ook niet-docerend personeel) of zijn naar het buitenland vertrokken. Vooral naar buureiland Bonaire of naar Nederland.
Kleinmoedig zegt dat binnen het openbaar onderwijs vooral weer een beroep is gedaan op gepensioneerde leerkrachten. Diegenen die van de vvu-regeling gebruik gemaakt hebben, mogen echter niet meer in het onderwijs betaald werk verrichten.
Lastig werven in Suriname
Sommige schoolbesturen hebben moeite met het vinden van geschikte kandidaten. Er wordt bijvoorbeeld gezocht in Suriname en de belangstelling uit Suriname is groot, maar het regelen van verblijfs- en werkvergunning heeft nog heel wat voeten in de aarde, zo bevestigt Van der Bunt-George, maar ook Kleinmoedig. De Palm van het RKCS stelt hierover vernomen te hebben dat er nu met de sectordirecteuren van OWCS en het ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), overleg gepleegd wordt om het proces van onderwijsgevenden uit Suriname te versnellen.
Opvallend is dat de VPCO vanwege het vertrek van docenten en omdat een aantal met vvu (vervroegde vrijwillige uitstroom) gingen en ook vanwege de groei van het aantal leerlingen, gedurende het schooljaar 2021/2022 bij elkaar 34 nieuwe medewerkers moest aantrekken. Dit aantal betreft onderwijzers en onderwijsondersteunend personeel. Het bestuur is hier wel in geslaagd.
VPCO-directeur Maghali van der Bunt-George geeft aan 17 lokale docenten en werknemers aangetrokken te hebben en 17 uit Nederland. Opmerkelijk is het aantal uit Nederland omdat de andere twee schoolbesturen aangeven dat het moeilijk is leerkrachten en vakdocenten uit dit land te halen omdat daar de lonen hoger liggen en er een tekort is op de arbeidsmarkt.
Van der Bunt-George zegt hierover: ,,We zijn sinds november actief gaan werven in Nederland. Onder hen overigens ook enkelen van Curaçaose afkomst die dus graag terugkomen. Van de Nederlanders hebben we kunnen vaststellen dat het vaak om jonge mensen gaat die nog geen gezin hebben en wel een buitenlands avontuur willen aangaan. Of het zijn juist mensen die al jaren in het vak zitten en een buitenlandse ervaring wensen. Ook hebben we de mensen benaderd die in voorgaande jaren solliciteerden met de vraag of er nog interesse is. We geven aan dat de kandidaat inlevert op arbeidsvoorwaarden, maar er ook zeker wat voor terugkrijgt. Voor de vakdocenten in het voortgezet onderwijs wordt de overtocht vergoed als zij een contract van drie jaar aangaan. Zij maken gebruik van de uitzendregeling van de overheid. Voor leerkrachten in het funderend onderwijs (fo) betaalt de VPCO uit de contributiemiddelen de reiskosten.”