Kritische afscheidsbrief van Floran raakt harten
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Urny Floran, bekend van zijn jarenlange functie van directeur van strafgevangenis Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK), is maandag 1 augustus directeur-af.
Hij wordt voorlopig waargenomen door Richenald Ricardo en het managementteam. Omdat SDKK een overheidsdienst is, vallende onder het ministerie van Justitie, is het de minister die bepaalt hoe de opengevallen directeursplek opnieuw ingevuld wordt. Dat wordt uitgelegd door SDKK-woordvoerder Jabets Pinedo.
Floran schreef aan lange afscheidsbrief aan het personeel en de samenleving. Daaruit blijkt dat hij gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot vervroegde vrijwillige uitstroom (VVU). ,,Ik heb hier niet zomaar voor besloten, maar na een lange loopbaan van 42 dienstjaren, is het ook tijd om jongere mensen de kans te geven om te groeien in hun carrière”, zo voegt hij eraan toe.
Floran vindt dat de perceptie van de samenleving over de gevangenis bijgesteld moet worden. ,,Dat is moeilijk want in de gevangenis zitten de mensen die delicten hebben gepleegd die de samenleving treffen. Maar we moeten ook onthouden dat volgens de wet, gevangenen moeten resocialiseren en op een dag terug moeten kunnen keren naar de samenleving. Ook werknemers in de gevangenis hebben het soms moeilijk omdat zij op onbegrip stuiten vanuit de gemeenschap. En intern moeten zij het soms ook al ontgelden, wat het werk sterk bemoeilijkt en veel invloed heeft op hun gezondheid. En dan is het bewonderenswaardig dat de meesten toch van hun werk houden, ondanks het gebrek aan financiële middelen, personeel, begrip en soms gevaar voor eigen leven.” Want, zo constateert hij ook: ,,De laatste twintig jaar is de criminaliteit sterk toegenomen, en ook heel veel zwaarder geworden. Gedetineerden zitten langer vast. Hun lage opleidingsniveau maakt ook dat het hen ontbreekt aan normen en waarden.” En daarom benadrukt Floran nogmaals dat de medewerkers in de gevangenis alle steun verdienen van de samenleving en niet alleen kritiek. Ook moet het idee van een nieuwe gevangenis maatschappelijke steun krijgen, zo vindt de bijna ex-directeur. Eerdere plannen zijn om politieke redenen om zeep geholpen. Floran betreurt het dat er met de gevangenis politiek bedreven wordt. Daarmee wordt het instituut niet serieus genomen. ,,Gedetineerden leven in omstandigheden die niet wenselijk zijn en zelfs gevaarlijk. Ik durf zelfs te stellen dat sommige ministers ons werk hebben verslechterd in plaats van verbeterd. Politici moeten ver van de gevangenis blijven, en vooral werken aan wet- en regelgeving, en faciliterend optreden. Het gevangenisbeleid moet gecontroleerd worden door ministers en Statenleden, maar niet met een politieke agenda.” Ook schrijft hij dat hij realistisch genoeg is om te accepteren dat er prioriteiten gesteld moeten worden. Maar hij kan het niet verkroppen dat de gevangenis vaak niet op het prioriteitenlijstje van de regering voorkomt of ergens helemaal onderaan. ,,Ik moet ook opmerken dat het vooral de laatste jaren sterk achteruit is gegaan, na de personeelsstop en het korten op de subsidie.” En verder: ,,Er zijn overheidsfunctionarissen die helaas niets maar dan ook niets van het gevangeniswezen begrijpen, wat negatieve gevolgen heeft voor de gevangenis omdat ontwikkeling tegengehouden wordt.” Floran vindt dat er eens geluisterd moet worden naar de experts. ,,Er zijn langetermijnoplossingen nodig. Er moet een meerjarenplan opgesteld worden dat niet onderbroken wordt vanwege politieke belangen.”
Floran besteedt een hele pagina van zijn schrijven aan de rol van de pers. Die mag kritisch zijn en eisen dat er alles aan gedaan wordt om gedetineerden te resocialiseren. De directeur zegt wel last te hebben van de vaak vijandige manier waarop over SDKK bericht wordt en het niet respectvol schrijven over de gevangenis en de medewerkers. Zo wordt er telkens op gewezen dat de gevangenis het laat afweten waar het gaat om de mensenrechten en resocialisatie. Ook wordt vaak gemeld dat medewerkers corrupt zijn, niet willen werken en zich vaak ziek melden. ,,We hebben de berichten nooit tegengesproken want waar mensen werken, zijn er misstappen. Maar ik heb wel moeite met generaliseren. Binnen SDKK wordt er gehandeld wanneer mensen steken laten vallen en zij worden vaak ontslagen of in geval van corrupte collega’s zelfs gearresteerd en gestraft. Gevangenispersoneel wordt volgens een gestructureerd proces in de gaten gehouden.” Volgens Floran moet er ook onderscheid gemaakt worden in het begaan van een fout en fout gedrag. Dat eerste is menselijk en dat laatste is expres.
En de collega’s een hart onder de riem stekend, zegt de directeur: ,,We moeten voor ogen houden dat we een dienst verlenen. Onze cliënten zijn geen lieverdjes. We werken met hen die de samenleving afgestoten heeft, die niet geschoold zijn en antisociaal gedrag vertonen. Wij zijn degenen die soms in gevaarlijke omstandigheden werken, wij moeten ’s avonds op de post zitten, waardoor anderen rustig kunnen slapen, wij moeten de muggen verdragen, worden bespuugd en beledigd door gevangenen en krijgen soms ook klappen. En ondanks dit alles moeten we hen elke dag te eten geven en ervoor zorgen dat zij bezoek kunnen ontvangen, naar de dokter kunnen en met hun advocaat kunnen spreken.”
Tegelijkertijd zegt Floran dat SDKK een fijn instituut is om te werken, dat hij er jarenlang met plezier heeft gewerkt en dat medewerkers er ook heel veel voldoening uit kunnen halen.
‘Once a cop, always a cop’
Floran begon als aspirant-politieagent. ,,Misschien wel omdat ik mijn hele leven hoorde dat ik in de ambulance geboren ben, vóór het politiebureau op Rio Canario, en het eerste wat ik hoorde waren loeiende sirenes.” Maar, zo legt hij ook uit: ,,Ik behoorde tot een groep jongeren die voelde dat er wat gedaan moest worden voor de samenleving. We wilden het verschil maken en zorgen dat er betere gezinsomstandigheden kwamen en een betere samenleving. We wilden de meest kwetsbaren in de samenleving beschermen.”
Hij werkte uiteindelijk 20 jaar als politieagent, waarvan zes jaar als lid van het bestuur van politiebond NAPB. ‘Once a cop, always a cop’ (eens een agent, altijd een agent) is wel van toepassing op hem. ,,In mijn andere functies kwam toch vaak weer ‘de agent’ in mij naar boven. Ook behield ik altijd de discipline en hield ik me aan de regels zoals ik geleerd heb.”
Floran is een van de oprichters van de Landelijke Beveiligingsdienst (LBD) en was de eerste directeur. De volledige implementatie van de LBD stokte toen hij tot tijdelijk directeur van de gevangenis werd benoemd in 2001. ,,Ik bleef er uiteindelijk tot nu”, aldus de afscheidsbrief. ,,Als directeur van de gevangenis neem ik niet alleen afscheid van het instituut en de collega’s, maar ook van de samenleving als geheel, van specifieke groepen, de pers, ministers en Statenleden.