Van onze correspondent
Den Haag - Eventuele nieuwe liquiditeitssteun mag door Curaçao, Aruba en Sint Maarten niet worden gebruikt voor de afbouw van de salariskorting van 12,5 procent voor medewerkers in de (semi)publieke sector.
Dat is een van de voorwaarden voor het mogen beginnen met de afbouw. Aruba heeft daarmee ingestemd, Curaçao en Sint Maarten nog niet.
Dat schrijft staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer in de toelichting op het besluit van de Rijksministerraad (RMR) van vrijdag. Daar werd ingestemd met het voorstel om Aruba de korting te laten afbouwen.
Direct na de RMR zei Van Huffelen te verwachten dat Curaçao en Sint Maarten snel zouden volgen, maar in haar brief stelt ze dat een stuk voorzichtiger: ,,Indien Curaçao en Sint Maarten op een later tijdstip zouden instemmen met de voorwaarden, dan kunnen ook zij een verzoek aan de RMR voorleggen.” De staatssecretaris hoeft dan niet te wachten op de eerstvolgende RMR, maar mag samen met minister Sigrid Kaag van Financiën de verzoeken beoordelen en toestemming tot afbouw verlenen als aan de voorwaarden wordt voldaan. ,,Dit biedt meer flexibiliteit in de behandeling van de verzoeken.”
Zoals vrijdag al bekend werd gemaakt zijn er vier voorwaarden verbonden aan het afbouwen van de salariskortingen. In de brief worden die iets uitgebreider toegelicht. De regeling tot normering van topinkomens is de meest besproken voorwaarde. De norm van maximaal 130 procent van de arbeidsvoorwaarden van de minister-president is nog door geen van de landen volledig opgevolgd, ook niet door Aruba. Omdat de Arubaanse regering wel instemt met voorwaarden mag het toch beginnen met de afbouw.
De dekking voor de geleidelijke salarisverhogingen moet binnen de eigen begroting worden gevonden en worden voorgelegd aan het College (Aruba) financieel toezicht. Daaraan gekoppeld wordt dat de landen geen ruimte meer krijgen om te kunnen afwijken van de begrotingsnorm wegens bijzondere omstandigheden, zoals vastgelegd in artikel 25 van de Rijkswet financieel toezicht en artikel 23 van de Landsverordening Aruba financieel toezicht. Uitzondering is een nieuwe grote coronagolf waardoor het toerisme weer stilvalt.
In de toelichting schrijft Van Huffelen nadrukkelijk dat nieuwe steun niet gebruikt mag worden voor salarisverhogingen: ,,In 2022 is de mogelijkheid tot het ontvangen van liquiditeitssteun niet langer een belemmering voor afbouw van de korting, mits de steun niet wordt ingezet voor de afbouw.” Ten slotte moeten de landen de korting van 25 procent op de salarissen van politieke ambtsdragers handhaven. ,,De sterkste schouders kunnen deze last dragen en hoewel de financiële omvang van die kortingen van deze relatief kleine groep beperkt is, wordt met de instandhouding een signaal afgegeven dat de overheidsfinanciën nog duurzaam op orde moeten worden gebracht.”