‘Uit VVU-besparing en extra belastingopbrengsten’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De overheid heeft 11,5 miljoen gulden beschikbaar om de drie procent vakantie-uitkering aan ambtenaren en onderwijzend personeel uit te keren. Die ruimte is er dankzij besparingen op salariskosten en hogere belastingopbrengsten.
Dat laat minister Javier Silvania (MFK) van Financiën weten in antwoord op vragen van het Antilliaans Dagblad. Op 11 mei is in de Raad van Ministers van Curaçao de suppletoire begroting goedgekeurd. Daarin is de uitgave van het vakantiegeld opgenomen. Minister Silvania zegt dat er 8,5 miljoen gulden op de begroting is gereserveerd voor de vakantie-uitkering aan ambtenaren en nog eens drie miljoen voor onderwijzend personeel. Het gaat dus om een vakantietoeslag van drie procent van het bruto jaarsalaris.
Die ‘budgettaire ruimte’ is er op de begroting van het Land voor 2022 vanwege twee meevallers. De salariskosten zijn 15 miljoen gulden minder dan het eerder gebudgetteerde bedrag. Silvania: ,,Dat is het gevolg van de uitvoering van de regeling Vervroegde Vrijwillige Uitstroom, VVU.” Bovendien zijn er ‘per saldo meeropbrengsten geprojecteerd van ruim 20 miljoen gulden door voornamelijk hogere belastingopbrengsten’. Volgens de minister van Financiën heeft dat te maken met ‘de toegenomen economische activiteiten in de afgelopen maanden’, onder andere nadat wereldwijd een groot deel van de covidmaatregelen werd losgelaten. Maar Silvania noemt daarnaast de inspanningen op het eiland van Stichting Belastingaccountantsbureau (SBAB), Ontvanger, Inspectie en douane, om de ‘compliance’ van belastingbetalers te verbeteren.
Het vakantiegeld wordt normaal gesproken op 30 juni uitgekeerd. De betaling gebeurt door het ministerie van Financiën, nadat het ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD) de betaalbaarstelling heeft geregeld. Silvania: ,,BPD voert de hoogte van het salaris en de vakantie-uitkering op in het systeem en Financiën stuurt de file door naar de huisbankier voor uitbetaling.”
De vakantietoeslag viel binnen het arbeidsvoorwaardenpakket waarop 12,5 procent moest worden bezuinigd in ruil voor Nederlandse liquiditeitssteun tijdens de coronacrisis. De beslissing medio 2020 om geen vakantiegeld uit te keren, kan worden teruggedraaid op basis van een landsbesluit en zonder instemming van de Staten, maar zou wel moeten worden besproken binnen het Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA).
BPD-minister Ornelio Martina (PNP) zei gisteren dat er nog geen definitief besluit was genomen in de Raad van Ministers over de hoogte van het vakantiegeld in 2022. ,,Het voorstel voor het uitbetalen van een drie procent vakantie-uitkering is nog niet formeel aan de vakbonden aangeboden via het CGOA”, aldus Martina. Sinds woensdag 4 mei ligt er wel een voorlopig besluit om de inkorting op het arbeidsvoorwaardenpakket gefaseerd terug te draaien. Het gaat dan niet alleen om het vakantiegeld, maar ook om de loontrede en de indexering van het salaris.
Wat de Nederlandse staatssecretaris Alexandra van Huffelen betreft, gaat de voorwaarde van de 12,5 procent salariskorting in het algemeen van tafel voor ambtenaren en in de semipublieke sector en blijft alleen gehandhaafd voor topinkomens en politici. De Rijksministerraad in Den Haag moet nog wel instemmen met het voorstel van de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties.