Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De drie leden van de raad van toezicht (RvT) van Algemene Spaar- en Kredietcoöperatie ACU moeten nog even geduld hebben en hun statutair bepaalde opzegtermijn van drie maanden uitzitten.
Dat is zondag door de Algemene Ledenvergadering (ALV) bepaald. Op 4 maart hadden Elsirha Isenia-Scope (voorzitter RvT), Jacqueline Drenthe-Marten (vicevoorzitter) en David Brug (secretaris) hun ontslag ingediend. Het liefst wilden zij hun functie ‘met onmiddellijke ingang’ neerleggen.
Echter, de ALV heeft bepaald dat zij aanblijven totdat de vacante posities de komende tijd worden ingevuld. Zoals te verwachten, werd het plotseling gewenste vertrek van de RvT-leden - op grond van ‘een onwerkbare situatie’ in hun ogen - het meest heikele punt van de vergadering met de leden.
Artikel 48 van de statuten van ACU regelt de tussentijdse functiebeëindiging voor leden van de RvT. In artikel 37 staat (echter) dat een opzegtermijn van drie maanden in acht moet worden genomen. De laatste dag in functie van de zittende RvT-leden zou/zal daarom in beginsel 4 juni 2022 zijn. Of, in hun ogen, zoveel eerder als door de ledenvergadering of door de Centrale Bank CBCS wordt beslist.
Aan de ALV werd uitdrukkelijk verzocht om tot ontslag van Isenia-Scope, Drenthe-Marten en Brug over te gaan in de vergadering van afgelopen zondag 13 maart ‘en wel met onmiddellijke ingang’. ,,Tot die tijd zal de RvT slechts die onderwerpen nog afhandelen die objectief gezien geen uitstel dulden”, schreven zij vooraf.
Hoewel er aanvankelijk steun leek voor een geagendeerde motie om de RvT-leden per direct te laten opstappen, werd duidelijk gemaakt dat de opzegbepaling niet voor niets in de statuten staat en dat de voortgang van ACU op het spel staat als de raad en bloc opstapt. Eerst dient de leemte die ontstaat te worden opgevuld.
Dat leidde tot een andere motie, namelijk om de eerdergenoemde motie in te trekken. Deze werd bij het stemmen met grote meerderheid van 110 vóór en nul tegen aangenomen. Aldus jurist Bertie Braam, die namens ACU spreekt.
Daardoor zijn de bestuursorganen van de spaar- en kredietcoöperatie nog intact, met het bestuur (voorgezeten door Angelo Davelaar) en de RvT (met Scope-Isenia als voorzitter). De leiding van ACU bestaat voorts uit de directeur (Emauro Scoop) en op instructie van toezichthouder CBCS staan twee stille curatoren (Thomas Domhoff en Altagrasia Poulina) de leiding bij.
De leden kregen uitvoerig uitleg over de situatie bij ACU, onder meer dat de coöperatie die al sinds 1963 bestaat financieel gezond is; er is volgens bestuursvoorzitter Davelaar sprake van meer dan voldoende liquiditeit en solvabiliteit. Kortom ACU is financieel solide.
Op de website staan de jaarcijfers tot en met 2018 gepubliceerd. Naar verluidt zijn die van 2019 en 2020 afgerond en beschikbaar en hadden ze eigenlijk al op de website moeten staan. Dat zal vermoedelijk binnenkort alsnog gebeuren.
ACU-lid Humphrey Davelaar - voormalig leider van de politieke partij PNP, oud-Statenlid en ook voormalige gedeputeerde en nadat Nashonal in 2017 haar enige zetel verloor oprichter van KAS die niet ver kwam - maakte aan het begin van de ledenvergadering bezwaar tegen de aanwezigheid van de curatoren namens de Centrale Bank.
Toen deze bleven zitten, omdat zij daartoe gerechtigd zijn, liep Davelaar weg om vervolgens voor de tv zijn beklag te doen en - voor velen onbegrijpelijk - een vergelijking te trekken met de situatie bij Girobank, waar het misging, en ACU.
Bij Giro was echter sprake van mismanagement, waarna de CBCS ingreep door middel van de noodregeling. Intussen wordt de bank afgewikkeld. Bij ACU is de situatie geheel anders. De stille curatoren bij ACU hebben tot taak bij de staan bij de ‘modernisering en verbetering van de governance en bedrijfsprocessen’, aldus de CBCS, mede naar aanleiding van interne conflicten bij ACU die voor onrust zorgden.
‘Fall back position’
Bertie Braam namens ACU: ,,De RvT wenste de drie maanden opzegging te omzeilen, maar de ACU-leden zijn daar niet mee akkoord gegaan. Er was een ‘fall back position’ voor het geval de leden van de RvT hun zin zouden krijgen en met onmiddellijke ingang zouden kunnen vertrekken. De Centrale Bank heeft gezorgd voor een fall back position zodat de continuïteit van ACU niet in gevaar zou komen, maar doordat de leden van de RvT moeten aanblijven, hoeft van deze fall back position geen gebruik te worden gemaakt.”