Regering: CBCS moet zelf voor extra lasten opdraaien
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Verhoging van het licentierecht (license fee) leidt tot ongewenste effecten, en is onderdeel van een oplossing die niet spoort met de bedoeling van de regering en Staten, namelijk dat kosten die hun oorsprong vinden bij de Centrale Bank CBCS in eerste instantie door de CBCS zélf genomen en verantwoord moeten worden.
Dat stelt de regering-Pisas (MFK/PNP) bij monde van de bewindsman die verantwoordelijk is voor ’s landsfinanciën. De hogere license fee lijkt daarmee dus van de baan. Echter, in de Landsbegroting 2021 was een verhoging van de licentierechten voor een bedrag van 25 miljoen opgenomen. Curaçao ziet af van de verhoging van de licentierechten, maar daarvoor moet - zo stelt het College financieel toezicht (Cft) - wel een alternatieve financiering gevonden worden.
Er kleven (te) veel nadelen aan verhoging van de license fee, zoals ongewenste economische effecten, meent het kabinet in Fòrti. Verhoging van het tarief van het licentierecht zal, zoals door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten zelf ook gesteld, de economieën van beide landen negatief beïnvloeden.
De toelichting hierop: door een eventuele verhoging van het tarief van het licentierecht zal het aankopen van dollar duurder worden. In plaats van 1,82 gulden zou na de verhoging 1,85 (namelijk 1,82x1,015=1,847) betaald moeten worden.
Grote bedrijven die op de verschillende eilanden zijn gevestigd, zullen eerder vanuit een van de andere eilanden hun importen betalen, tegen een lagere koers vergeleken met Curaçao en daarna via hun intercompany-rekening onderling vereffenen. Het Land, in dit geval Curaçao, zal hierdoor inkomsten mislopen.
Verder: door de verhoging van het tarief van het licentierecht zal de inflatie (verder) stijgen met 0,4 punt en de economische groei zal dalen met 0,7 punt. Ten eerste druist dit regelrecht in tegen de afspraken van het regeerprogramma - namelijk het bevorderen van economische groei. Daarnaast rijst de vraag of rekening is gehouden met de afspraken die het Land heeft gemaakt met de vakbonden over loonaanpassingen in het kader van inflatie. Indien de inflatie namelijk méér dan 3 procent stijgt, is het Land vanaf het jaar 2024 genoodzaakt om de lonen van ambtenaren te verhogen. Dit zal dan leiden tot meer kosten voor het Land.
Afgezien van de lokale component is inflatie op Curaçao grotendeels geïmporteerd. De zogenoemde ‘supply chain’-crisis (logistieke keten) als gevolg van de coronapandemie heeft op zichzelf al invloed op de wereldwijde inflatie. Het is niet in het belang van het Land om daarnaast, door de verhoging van het tarief van het licentierecht, voor een verdere inflatiestijging te zorgen.
Als laatste overweging kan nog worden genoemd: de beslissingen die ten grondslag liggen aan de extra lasten voor de overheden, welke de aanleiding vormden tot het voorstel tot verhoging van het tarief van het licentierecht, hebben daarmee ook de houdbaarheid van de schuldquota verder in het gedrang gebracht. Door de overname van de Girobankverplichtingen jegens de CBCS (267 miljoen gulden) en aanzuivering van de verwachte toekomstige verliezen van de CBCS, zal de reeds hoge schuldquote met 8 procentpunten stijgen. Dit terwijl conform het laatste Artikel IV-rapport van het IMF het middellange doel juist is om de schuldquote te verlágen tot 40 procent.
‘Oorsprong bij CBCS’
Het voorstel tot verhoging van het tarief van het licentierecht was bedoeld om de beide landen van de monetaire unie meer inkomsten te laten genereren voor het dekken van extra lasten waarmee de landen geconfronteerd worden.
Deze extra lasten hebben naar het oordeel van de regering-Pisas ‘hun oorsprong bij de CBCS’, en zijn ten eerste de door Curaçao van CBCS overgenomen vordering op Girobank van 267 miljoen gulden; en daarnaast ten aanzien van zowel Curaçao als Sint Maarten de aanzuivering van de verliezen van de CBCS tot en met 2025 van circa 100 miljoen gulden. ,,Oftewel, lasten die primair ten laste van de CBCS komen”, vindt het kabinet van coalitiepartijen MFK en PNP.