Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Ze hebben naar eigen zeggen bij ACU veel zaken aan het licht gebracht die anders niet bekend zouden zijn geworden. Ook hebben ze zich steeds kritisch opgesteld ten opzichte van het bestuur met name als het de besteding van gelden van ACU betreft.
Toch stappen de drie leden van de raad van toezicht (RvT) van de Algemene Spaar- en Kredietcoöperatie op, zo hebben zij aan de leden laten weten met een afschrift aan toezichthouder de Centrale Bank CBCS en zelfs De Nederlandsche Bank (DNB), het bestuur, de directie en de stille curator van ACU.
Vooral de laatsten worden een paar keer genoemd in de ‘afscheidsbrief’ van de RvT: ,,Om nog onbekende reden lijkt de wijze waarop de raad van toezicht kritische vragen stelt en niet zomaar dingen aanneemt, niet in goede aarde te vallen bij met name de curatoren die door de CBCS zijn aangewezen.”
De twee curatoren zijn Thomas Domhoff en Alta Poulina. De drie leden van de RvT die nu hun functie ter beschikking hebben gesteld zijn: Elsirha Isenia-Scope (voorzitter), Jacqueline Drenthe-Marten (vicevoorzitter) en David Brug (secretaris).
,,De integriteit van de leden van de raad van toezicht wordt kennelijk in twijfel getrokken”, vervolgt de brief aan de leden. ,,Dit strekt zo ver dat een lid inmiddels een oproep heeft gekregen van de CBCS, om zich over een aantal zaken te komen verantwoorden in een hertoetsing van haar deskundigheid en integriteit. Blijkens de nu bekende informatie is dit kennelijk ingegeven door klachten van de stille curatoren terzake het functioneren van de RvT. De raad van toezicht zou de voortgang van hetgeen volgens de stille curatoren moet gebeuren binnen ACU traineren, althans zo begrijpt de RvT de haar bekomen informatie.”
De functie van RvT-lid hebben zij alle drie ‘steeds naar eer en geweten vervuld’. Het betreft een functie die zij naar eigen zeggen ‘met liefde voor de coöperatie hebben aanvaard’. De functie kent een kleine vergoeding van 896 gulden per maand ‘zodat van enig persoonlijk gewin onder geen enkele omstandigheid sprake kan zijn’.
Op de RvT-leden rust een verplichting om één keer per maand te vergaderen; in werkelijkheid gebeurt dat veel vaker, sommige weken zelfs iedere dag. ,,Het is een functie die het karakter heeft van een hoger ideëel doel dat ten dienste staat van het coöperatief leven. Het toezicht houden in een instituut als ACU houdt steeds per definitie in dat het belang van de leden en het instituut vooropgesteld moet worden.”
De benoemingsperiode van Isenia-Scope, Drenthe-Marten en Brug zit er formeel al op. Echter, door de Algemene Ledenvergadering (ALV) is op voordracht van de stille curatoren verzocht aan te blijven totdat de herstructurering van ACU een feit is. Dat laatste is nog niet het geval.
Na de instelling van een zogeheten stille curatele door de CBCS is de raad zich niet anders gaan opstellen. Ook ten aanzien van de zogeheten ‘curatoren’ of ‘gemachtigden’ is er steeds een kritische blik geworpen, alsmede van de wijze waarop ACU bestuurd wordt. ,,Dat is immers de kern van de toezichthoudende taak van een raad van toezicht.”
‘Onwerkbare situatie’
Kennelijk is het gewenst dat de RvT ‘zonder kritische vragen te stellen’, alles goedkeurt dat aan de raad wordt voorgelegd. Dit alles levert volgens de drie ‘een onwerkbare situatie’ op die niet te verantwoorden is en stuit op principiële bezwaren bij de RvT om de functie te blijven vervullen.
Zij menen dat het niet houdbaar is om een toezichthoudende functie te blijven vervullen en een soort ‘rubber stamp’ te worden van derden ‘die dicteren wat het beleid zou moeten zijn van ACU, terwijl dat beleid evident niet correct is en niet in het belang van ACU en haar leden is’.
Isenia-Scope, Drenthe-Marten en Brug zijn in de gegeven omstandigheden niet meer bereid om de grote verantwoordelijkheid die gepaard gaat met het vervullen van de functie van lid van de Raad van Toezicht te dragen, als daar tegenover staat dat zij hun functie niet kunnen uitoefenen zoals dat zou moeten, met aldus een verhoogd risico op aansprakelijkheid van hun zijde.
Gelet hierop komen zij dan ook tot de conclusie dat zij hun functie moeten neerleggen en de Algemene Ledenvergadering (ALV), zijnde het orgaan dat hen heeft benoemd, te informeren. Aan de ALV wordt ook met klem geadviseerd om met de nodige spoed een vergadering bijeen te roepen, teneinde te voorzien in de thans vacant geworden functies.
Volgens de statuten geldt een opzegtermijn van drie maanden. De laatste dag in functie van ondergetekenden zal daarom in beginsel 4 juni 2022 zijn ‘of zoveel eerder door de ALV’ of door de CBCS wordt beslist.
Voor 13 maart aanstaande staat een ledenvergadering van ACU gepland. Dan zal de kwestie ongetwijfeld aan bod komen.
Instant payment
In de afgelopen periode hebben zich diverse zaken voorgedaan, aldus de RvT van ACU, waarin er kritische vragen zijn gesteld omtrent het beleid van het bestuur en van de curatoren. Zo is er een IT-project gepresenteerd onder de naam ‘IT Urgency Plan’ om onder meer over te kunnen stappen op het instant payment-systeem van de commerciële bank. Dankzij de kritische vragen die de raad van toezicht heeft gesteld gaat dit naar verwachting ongeveer 3 miljoen gulden minder kosten. namelijk een verschil van eerst 7 miljoen naar momenteel 3,8 miljoen.
,,Het gaat om legitieme vragen die zijn gesteld conform corporate governance en financiële best practices in het kader van het uitoefenen van de statutaire bevoegdheden en taken die aan de raad van toezicht zijn toevertrouwd”, stellen Elsirha Isenia-Scope, Jacqueline Drenthe-Marten en David Brug.