Ontbreken Caribische organisaties gevoelig punt
Van onze correspondent
Den Haag - De grote belangstelling in de Tweede Kamer voor het rondetafelgesprek over het Nederlandse slavernijverleden verraste initiatiefnemer Salima Belhaj (D66) en voorzitter Renske Leijten (SP). Er meldden zich twaalf fracties aan voor het gesprek in drie rondes over bijna drie uur. Op BBB (BoerBurgerBeweging) na ontbraken de partijen rechts van de VVD.
Een vervolg zit al in de planning, omdat door tijdgebrek lang niet alle onderwerpen konden worden uitgediept. Belhaj en Leijten toonden zich enkele keren schuldbewust over de organisatie van het rondetafelgesprek. Een gevoelig punt bleek het ontbreken van organisaties uit het Caribisch deel van het Koninkrijk. Voorzitter Dagmar Oudshoorn van de Adviescommissie Dialooggroep Slavernijverleden had ertoe opgeroepen in haar positionpaper, maar er was geen Caribische vertegenwoordiging aanwezig. Ook niet van Ocan (zie kader).
Daarom ruimde ze de helft van haar spreektijd in voor het uitspreken van een bijdrage namens de Caribische organisaties. Daarin wees ze op het uitblijven van een antwoord op een brief van gouverneur Lucille George-Wout van Curaçao uit oktober 2019, waarin zij het kabinet-Rutte vroeg om rehabilitatie voor Tula. Daarop kwam geen antwoord, ook niet na een rappelbrief in juli 2020. ,,Negeren doet pijn en voedt het wantrouwen”, zei Oudshoorn namens de Caribische eilanden. Leijten vroeg om een afschrift van de brief naar de Kamer te sturen, ‘want op elke brief hoort een antwoord te komen’.
Belhaj erkende dat de organisatie van de middag beter had gekund. Bovendien is volgens haar nu gebleken dat er ‘wel vier sessies’ te organiseren zijn om over het slavernijverleden en de aanpak daarvan te spreken. Dan wel met de nu afwezige Caribische eilanden. Een uitgestoken hand die, enigszins gekscherend, gretig door Oudshoorn werd aangenomen door al vooruit te kijken naar de vier komende sessies.
De sprekers van de wel uitgenodigde organisaties legden vooral de nadruk op erkenning door de Nederlandse staat van het leed dat de tot slaaf gemaakten is aangedaan en het ontbreken van het zwarte perspectief, ‘de zwarte lens’, op het verleden. Voorzitter Linda Nooitmeer van het Nationaal instituut Nederland slavernijverleden en erfenis (NiNsee) riep de Kamer op de feiten goed voor het voetlicht te brengen, ook vanuit het zwarte perspectief en samen te lobbyen bij het kabinet. Excuses moeten er komen en daarna herstel, zodat er een heilzame verwerking van het verleden kan komen.
Het ontbreken van zwart perspectief kwam in meerdere bijdragen terug. Afelonne Doek van het Nationaal Archief en Mitchell Esajas van Black Archives wezen de Kamer op de eenzijdige archieven. ,,Het verhaal in de archieven is niet neutraal, maar vanuit de dominante perspectieven van de macht, dus de rijksoverheden. De perspectieven vanuit de gekoloniseerden zijn moeilijk te vinden”, zei Doek.
Esajas zei dat zijn organisatie hier wel aan werkt en dat er vooruitgang wordt geboekt, ‘maar we zijn er nog niet’. Hij had als voorbeeld voor de eenzijdige kijk op de afschaffing van de slavernij in 1863 een wisselbrief bij zich van Plantage Knip op Curaçao, waaruit blijkt dat niet de slachtoffers, de tot slaaf gemaakten, maar de plantage-eigenaar werd gecompenseerd met 60.000 gulden. ,,Dat toont de systematische ongelijkheid, een erfenis die nog steeds zichtbaar is in hedendaags racisme in onder andere het onderwijs en stereotiepe beelden.”
Pepijn Brandon van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis zei dat er wel een verschuiving plaatsvindt van bagatelliseren van het slavernijverleden (de zwarte bladzijde snel omslaan) naar onderzoek en nieuwe inzichten. Maar nog steeds gaat het vaak over de economische kant van de slavernijgeschiedenis en ook wordt Azië vaak vergeten als het over slavernij gaat.
De politiek moet leiderschap tonen, zeiden meerdere sprekers. ,,Het kwartje valt langzaam”, aldus Nooitmeer op een vraag van Belhaj over excuses namens de Nederlandse staat. ,,We moeten uit de bubbel komen.” Dat gebeurt nu in steeds meer gemeentes die herdenkingen organiseren en zelfs al excuses hebben gemaakt.
Op een vraag van Kamerlid Caroline van der Plas (BoerenBurgerBeweging) waarom er in de discussie niet wordt gesproken over moderne slavernij, antwoordde Esajas dat het verschil is dat de zwarte mens als een minderwaardig wezen werd gezien, terwijl mensen in een ‘sweatshop’ in theorie nog eruit kunnen komen.
Barryl Biekman van het Landelijk Platform Slavernijverleden legde de nadruk op ‘reparatory justice’, een begrip dat breder is dan alleen herstelbetalingen voor de slachtoffers en gebruikt wordt door onder andere Caricom. Na 85 jaar strijd kwam er pas erkenning van het leed en nog steeds is er in Nederland geen actieplan voor erkenning van wat de grootste misdaad in de geschiedenis is. Zij zei na een vraag van Lisa Westerveld (GroenLinks) dat Suriname en de Antillen betrokken moeten worden bij de discussie over de omgang met het slavernijverleden.
Jerry Afriyie vertegenwoordigde het Zwart Manifest, dat binnen tien dagen door 60.000 mensen werd getekend. ,,We snakken naar een nationaal plan en formele excuses namens de Nederlandse staat.” Pas als racismebestrijding goed wordt opgepakt kan het slavernijverleden een plek krijgen. Hij riep nogmaals op tot leiderschap van de politiek.
Oudshoorn herhaalde wat in het rapport van de Adviesgroep stond, dat erkenning van slavernij als misdrijf tegen de menselijkheid nodig is. Excuses moeten wettelijk worden vastgelegd en het liefst in een consensus-Rijkswet, zodat ook de Caribische landen erbij worden betrokken. Maar dat kan tijd kosten, erkende Leijten, maar dat mag geen opschortende werking hebben.
Roy Groenberg van stichting Eer en Herstel wees op de excuses die de toenmalig Duitse bondskanselier Helmut Kohl in 1995 in Nederland maakte voor het oorlogsleed en de excuses van koning Willem-Alexander in 2020 in en aan Indonesië. Nederland moet dat voorbeeld volgen en in Paramaribo excuses maken voor het slavernijverleden. Daarna moet ‘wiedergutmachung’ volgen en dan kan een nieuw tijdperk starten.
Op verzoek van Sylvana Simons (BIJ1) illustreerde Nooitmeer de slavernij door uitleg te geven over haar achternaam. Die is bedacht door haar voorvader toen hij na de afschaffing van de slavernij een naam mocht kiezen. Nooit meer de inbreuk door de slavernij was de gedachte, een daad van verzet en besef van de geschiedenis. Maar de ambtenaren vonden dat er niet te veel mensen met de naam Nooitmeer mochten komen. Daarom moest de helft van haar familie een andere naam kiezen: Nimmermeer.
Ocan verbolgen
Stichting Ocan reageert ‘verbolgen’ over de uitsluiting van de belangenorganisatie voor Caribische Nederlanders bij het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over het Nederlandse slavernijverleden. Ocan heeft in een brief aan de commissie voor Binnenlandse Zaken geprotesteerd en de wens uitgesproken alsnog aan te schuiven, ‘desnoods op een ander moment’.
Ocan noemt het ongekend dat een heel Koninkrijksdeel op deze manier wordt miskend. De organisatie maakt zich al jaren hard voor onder andere eerherstel voor Tula en een standbeeld ter herinnering aan het slavernijverleden. ,,De twijfels rijzen in hoeverre de Caribische Nederlanders gezien en gehoord worden in Nederland zonder dat ze daarvoor expliciet hoeven te lobbyen.”
Er wordt gemakshalve van uitgegaan dat de Caribische Nederlanders zijn gehoord als met bekende groepen uit de ex-kolonies is gesproken, stelt Ocan, maar dat is niet het geval. ,,De eilanden binnen het Koninkrijk hebben simpelweg een andere geschiedenis. Tot de dag van vandaag ondervinden grote groepen last van het slavernijverleden.”
Samenwerken is nodig om met het gedeelde verleden te kunnen werken aan een gezamenlijke toekomst, besluit Ocan de verklaring. ,,Om verder te komen en inclusie in de praktijk te brengen moeten wij elkaar wel serieus nemen en niet onverschillig met elkaar omgaan.”
Tweede Kamerlid Salima Belhaj (D66), een van de initiatiefnemers voor het rondetafelgesprek, maakte gisteren excuses voor het niet uitnodigen van Ocan. ,,Erg spijtig dat er geen Caribische vertegenwoordiging is uitgenodigd.” Ze beloofde dit goed te maken in een volgende bijeenkomst, die er volgens haar zeker gaat komen.