Geen antwoorden op vragenreeks over aangiftes CBCS
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Openbaar Ministerie van Curaçao volgt de civiele Ansary-Ennia-zaak ‘met belangstelling’. ,,Verder kunnen we er geen uitspraken over doen.”
Dat is het enige wat de hoofdofficier van justitie, Heiko de Jong, er desgevraagd ‘in zijn algemeenheid’ over kan zeggen. Het Antilliaans Dagblad heeft zowel de woordvoerder als de hoofdofficier een reeks vragen voorgelegd. De respons daarop is echter uiterst summier.
Sinds de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg op 29 november jongstleden wordt in brede kringen in de Curaçaose samenleving bij herhaling de vraag opgeworpen waarom het OM geen stappen heeft ondernomen en of er überhaupt iets is gedaan met de aangiftes, in dit geval van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), tegen de hoofdrolspelers.
De rechter in de civiele aansprakelijkheidsprocedure oordeelt in een historisch vonnis dat de Amerikaanse Ennia-eigenaar Hushang Ansary en enkele ex-bestuurders (voormalige directieleden en commissarissen) van de lokale verzekeringsgroep zijn veroordeeld tot betaling van schadevergoeding van - voor alle gedaagden samen en alles opgeteld - ruim één miljard gulden; dat is het onvoorstelbare hoge bedrag van 1.000 miljoen.
Het gaat daarbij, volgens het vonnis, voor een aanzienlijk deel ook om zogeheten ‘onttrekkingen’ aan de verzekeringsmaatschappij, waardoor tienduizenden polishouders gedupeerd (kunnen) zijn als de gelden niet op een bepaalde manier weer bij Ennia terugkomen. Het begrip ‘onttrekking’ heeft onder meer het woord ‘ontvreemding’ als synoniem. En dat is volgens woordenboeken ‘fraude’, ‘malversatie’ en ‘diefstal’.
,,In verband met de Ansary/Ennia-zaak is destijds ook aangifte gedaan bij het OM, zo is diverse keren gemeld tijdens persconferenties en andere uitlatingen van de zijde van de CBCS”, hield de redactie aan het Openbaar Ministerie voor. ,,Wij willen graag van het OM vernemen wat de status is; Is er werk van gemaakt? Heeft het de aandacht (gehad) van het OM?”
Bij de vragen van deze krant aan de hoofdofficier van justitie en de woordvoerder werd ook een overzicht voorgelegd van de acties die door de Centrale Bank, maar ook door het OM, waren genomen: juni 2018: CBCS heeft aangifte gedaan van vermoedelijke strafbare feiten inzake Ennia; juli 2018: OM legt conservatoir beslag op Mullet Bay (het Antilliaans Dagblad vraagt het OM nu een nadere duiding van en/of toelichting op wat dit inhoudt en of deze situatie nog altijd voortduurt); augustus 2019: CBCS doet aanvullende aangifte met daarin additionele feiten die CBCS in haar onderzoek bij Ennia heeft aangetroffen; na het aanhangig maken van de aansprakelijkheidsprocedure in oktober 2019 heeft de CBCS het OM verzocht strafrechtelijke conservatoire bevoegdheden in te zetten tegen de gedaagden - waaronder grootaandeelhouder Ansary - om verhaalmogelijkheden zeker te stellen (de redactie vraagt het OM of is dit ook is gebeurd en wat momenteel de status is hiervan.)
OM blijft bij korte mededeling
Ondanks een vrij gedetailleerde formulering, laat de hoofdofficier schriftelijk via mail weten dat ‘in zijn algemeenheid het Openbaar Ministerie de civiele zaak met belangstelling volgt; verder kunnen we er geen uitspraken over doen’.
De vragen die verder nog waren voorgelegd aan het OM betroffen onder meer: ,,Is er (voor)onderzoek ingesteld? Wat heeft dat voorlopige onderzoek uitgewezen? Is sprake van (mogelijk) strafbare feiten? Kan (al) gesproken worden over een strafrechtelijk onderzoek? Zo ja, tegen wie? Is er (reeds) sprake van verdachten? Wat zijn de vervolgstappen van het OM? Hoe kan het OM het gechoqueerde publiek geruststellen (dat er uiteindelijk sprake zal zijn van gerechtigheid)?”
Tot slot werd de volgende stelling voorgelegd: ,,Is het OM het (met de redactie van deze krant) eens dat uit de civiele procedure (volgens de rechter) is gebleken van ernstige verwijtbare gedragingen - waaronder grootschalige onttrekkingen (=leeghalen/uithollen/ontvreemden) - door ex-bestuurders, die hebben geleid tot een totale schade van ruim één miljard gulden, waar tienduizenden verzekerden/polishouders op Curaçao de dupe van dreigen te worden?”
In een poging om de lezers te informeren probeerde de redactie het OM nog aan te moedigen tot ‘graag, als het kan een uitvoerige toelichting zijdens het OM, waarvoor bij voorbaat dank’. Voorlopig moeten de krant en de bevolking het doen met de korte mededeling dat het OM de civiele Ansary-Ennia-zaak met interesse in de gaten houdt.
