‘Kleinschaligheid eilanden zorgt voor unieke uitdagingen’
Van onze correspondent
Den Haag - ,,In Den Haag zijn er spreekwoordelijk tien ambtenaren voor elk dossier en op de eilanden liggen er eerder tien dossiers bij elke ambtenaar.” Met die vergelijking illustreerde collegelid Ewout Irrgang van de Nederlandse Algemene Rekenkamer de kleinschaligheid van de Caribische rijksdelen, waarvoor Den Haag te weinig ambtelijke expertise in huis heeft.
Irrgang, voormalig Tweede Kamerlid voor de SP, sprak op het congres ‘Tien jaar na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen’ van Interexpo in het Haagse Nieuwspoort. Nederland houdt stelselmatig te weinig rekening met de kleinschaligheid van de eilanden, was de boodschap van Irrgang.
De vergelijking die sinds 2010 vaak wordt gemaakt tussen vooral de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) en Nederlandse gemeenten gaat mank. Bij aanvang werd bijvoorbeeld afgesproken dat elk eiland een lokale rekenkamer zou krijgen zoals ook Nederlandse gemeenten die sinds 2002 zouden moeten hebben. Maar dat is een illusie, maakte het collegelid duidelijk: ,,Voor het controleren van de jaarrekening hebben Amsterdam en Den Haag nog een eigen accountant. In andere gevallen is een externe accountant aangesteld.”
Daarnaast worden accountants schaarser. ,,Dan kunt u het zich voorstellen dat het voor de drie Caribische landen in ons koninkrijk ook erg moeilijk is om gekwalificeerd personeel inclusief accountants te vinden en te behouden. Laat staan voor de BES-eilanden.” Bovendien ligt geen enkele Nederlandse gemeente zo geïsoleerd dat het bijvoorbeeld een eigen luchthaven of een eigen waterfabriek nodig heeft. ,,De kleinschaligheid van de eilanden in combinatie met de grote zelfstandigheid en geïsoleerde ligging zorgen voor unieke uitdagingen.”
Irrgang gaf als voorbeeld voor het verschil dat een juridisch ambtenaar op Saba uitvoering moest geven aan het weghalen van achtergelaten autowrakken, waarvoor hij de regelgeving had gemaakt. Hij regelde zelf de takelwagen. Maar ook op het grotere Curaçao is het vaak moeilijk om taken van elkaar te scheiden. ,,Feit is dat we vanuit Den Haag niet dezelfde eisen kunnen stellen aan het openbaar bestuur van het kleine Saba als aan dat van het grote Almere. En dat maatregelen op Curaçao niet zomaar werken omdat ze in Alphen ook werkten.”
Quick fixes zijn er niet, maar Irrgang gaf toch enkele suggesties voor het verbeteren van de relaties tussen Nederland en de Caribische rijksdelen, die velen bekend in de oren zullen klinken. Zoals het versterken van de coördinerende functie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), erkenning van de eigen identiteit van de eilanden en prioriteren in de planning, want je kunt niet alles tegelijk doen. Het collegelid riep Nederland op meer te laten zien wat het voor (Caribische) burgers doet en om kennis en ervaring te delen.
Anderzijds zei Irrgang ook dat de voorwaarden die Nederland stelt aan leningen (liquiditeitssteun, red.) moeten worden nageleefd. Dat hoort bij ‘een gezonde en volwassen relatie’. Nederland moet daarbij dan weer rekening houden met de kleinschaligheid van de eilanden.