CBCS: Economische opleving geen garantie voor duurzaam herstel
Van onze redactie
Willemstad/Philipsburg - Het reële bbp (bruto binnenlands product) van Curaçao zal in 2021 slechts marginaal stijgen met 0,1 procent, maar in 2022 versnellen tot 6,2 procent. Dat is zónder de eventuele herstart van de raffinaderij meegerekend.
Binnen de monetaire unie zijn de vooruitzichten voor Sint Maarten positiever met een reële bbp-groei van 3,4 procent dit jaar, gevolgd door een stijging van 14,4 procent volgend jaar. De krimp in 2020 was op Sint Maarten ook heftiger dan op Curaçao.
In beide landen wordt het economisch herstel vooral ondersteund door een opleving van het toerisme. ,,De economische opleving garandeert echter géén duurzaam economisch herstel”, waarschuwt president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), Richard Doornbosch.
Dat doet hij in het laatste kwartaalbericht van de CBCS. Gisteren werd over het eerste kwartaal van 2021 gepubliceerd. ,,Gezien de meest recente gegevens in lijn zijn met de aannames die zijn gemaakt voor de juli-update van de economische vooruitzichten van de CBCS, blijven de groeiprognoses ongewijzigd.”
De topman: ,,Verwacht wordt dat de inflatie op Curaçao in 2021 sterk zal stijgen tot 2,9 procent en tot 2 procent op Sint Maarten. Dit als gevolg van de stijgende internationale olieprijzen en de wereldwijde verstoringen van de toeleveringsketen. Gezien onze sterke importafhankelijkheid, vertalen deze ontwikkelingen zich rechtstreeks naar onze binnenlandse prijzen,” vervolgt Doornbosch. Verwacht wordt dat de inflatiedruk in 2022 ‘enigszins zal afnemen’.
Naast de vooruitzichten biedt het kwartaalbericht ook een analyse van de economische ontwikkelingen in de eerste drie maanden van 2021. Vergeleken met het - deels pre-Covid - eerste kwartaal van 2020, en tegen de achtergrond van de coronacrisis alsmede de daarmee samenhangende inperkingsmaatregelen, heeft de sterke krimp van het reële bbp zich in het eerste kwartaal dit jaar in beide economieën voortgezet. Op Curaçao daalde het reële bbp met 13 procent, terwijl Sint Maarten een krimp van 22,1 procent liet zien.
Prestatie per sector
Een analyse per sector laat zien dat in het eerste kwartaal van 2021 de reële toegevoegde waarde in alle sectoren van de economieën van Curaçao en Sint Maarten daalde. De krimp was echter het meest uitgesproken in de sectoren restaurants & hotels; groot- & detailhandel; transport, opslag & communicatie; en vastgoed, verhuur & zakelijke dienstverlening.
De krimp in de sector restaurants & hotels was in het eerste kwartaal van 2021 groter dan in het eerste kwartaal van 2020, gezien in januari en februari 2020, oftewel vóór de pandemie, het toerisme in zowel Curaçao als Sint Maarten relatief goed presteerde. In beide landen hadden de reis- en inreisvereisten, in combinatie met de gezondheidsrichtlijnen en de inperkingsmaatregelen te midden van de pandemie, een negatief effect op het verblijfstoerisme in het eerste kwartaal van 2021.
Voorts heeft het negatieve reisadvies van de Nederlandse regering voor Curaçao in de periode januari-maart 2021 een sterk negatief effect gehad op het verblijfstoerisme in het land. Hierdoor daalde het aantal verblijfstoeristen, het aantal overnachtingen en de bezettingsgraad van de hotels in de gehele monetaire unie aanzienlijk. Bovendien bleef het cruisetoerisme op Curaçao en Sint Maarten nagenoeg uit na de stillegging van de sector als gevolg van de covidpandemie.
Het negatieve resultaat van de sector groot- & detailhandel werd veroorzaakt door de daling van de binnenlandse vraag en de lagere toeristische bestedingen. In overeenstemming met de scherpe daling van de toeristische activiteiten daalde ook de reële toegevoegde waarde in de sector vastgoed, verhuur & zakelijke dienstverlening aanzienlijk.
De sombere prestatie van de sector transport, opslag & communicatie is volgens de CBCS toe te schrijven aan een daling van activiteiten bij zowel de lucht- als de zeehavens. De activiteiten bij de luchthavens krompen als gevolg van een daling van het aantal commerciële landingen en het passagiersverkeer.
Ook de transportdiensten van de binnenlandse luchtvaartmaatschappijen liepen terug. De tegenvallende prestaties bij de havens weerspiegelden een daling van het aantal schepen dat de havens van Willemstad en Philipsburg aandeed, met name cruiseschepen en tankers, en minder containerbewegingen.
‘Kwetsbaarheden aanpakken’
CBCS-topman Doornbosch geeft aan dat zowel in Curaçao als in Sint Maarten de groei al vóór het uitbreken van Covid-19 achterbleef bij het potentieel. ,,Deze zwakke groei was grotendeels te wijten aan onze macro-economische kwetsbaarheden, waaronder de werking van de kapitaal- en arbeidsmarkten, complexe administratieve procedures en hoge kosten van het zakendoen.”
Indien deze kwetsbaarheden niet doeltreffend worden aangepakt ‘bestaat er een aanzienlijk risico dat we op middellange termijn opnieuw op een pad van lage groei belanden’, waarschuwt hij.
Tegelijkertijd worden de regeringen van Curaçao en Sint Maarten geconfronteerd met uitdagingen op het gebied van de overheidsfinanciën met stijgende tekorten op de lopende begroting en een oplopende overheidsschuld die nog verder wordt verergerd door de coronacrisis.
,,De hervormingen die in de Landspakketten met de Nederlandse regering zijn overeengekomen, geven de landen de kans om met technische en financiële steun deze zwakke punten aan te pakken en zo het investeringsklimaat te verbeteren, particuliere investeringen te stimuleren en een hoger, duurzaam economisch groeipad te bereiken”, legt Doornbosch uit.
,,Tegelijkertijd moeten maatregelen worden genomen om de overheidsfinanciën te verbeteren, waaronder hervormingen op het gebied van belastingen, de gezondheidszorg en het sociale stelsel van Curaçao en Sint Maarten. Een kritische succesfactor voor het bereiken van groeivriendelijke begrotingsconsolidatie is de ontwikkeling van een meerjarig begrotingskader dat het toezicht op de voortgang van de hervormingen zal vergemakkelijken en de noodzakelijke zekerheid zal bieden over de beschikbare financiële middelen”, aldus de Centrale Bankpresident tot slot.