' Extra aandacht voor voldoende implementatiekracht Land'
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het bereiken van de doelen van het Coho en het Landspakket is ‘een niet te onderschatten taak’ en ‘vereist een enorme inzet’. Zo schrijft de Raad van Advies, die in dit verband de regering van Curaçao extra aandacht vraagt voor de noodzakelijke ‘implementatiekracht’.
Met andere woorden: beschikt de Curaçaose overheid over voldoende capaciteit om haar aandeel van Coho en Landspakket daadwerkelijk uit te voeren? Het gaat dan om het opstellen, uitwerken en monitoren van de overeengekomen projecten, programma’s en (hervormings)maatregelen.
In het voorstel van Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) zijn diverse overleg- en instemmingsverplichtingen opgenomen voor de betrokken Landsorganen van Curaçao (hetzelfde geldt ook voor de landen Aruba en Sint Maarten).
,,Het is noodzakelijk dat Curaçao zich er bewust van is dat aan die overleg- en instemmingsverplichtingen een degelijke inhoudelijke invulling gegeven moet worden, alsook van inspanningen die daaraan voorafgaande verricht moeten worden”, aldus het jongste advies van de RvA. Het advies is intussen (politiek) veelbesproken, maar inhoudelijk is er nog weinig aandacht aan besteed.
,,Daarbij kan worden gedacht aan middelen, expertise en menskracht gedurende een langere periode, maar ook aan de wil om met anderen samen te werken terwijl het aan doorzettingsvermogen niet zal mogen ontbreken”, waarschuwt de raad.
In een eerder advies over de rijkswet Coho, de eerste versie ervan, wees de RvA er op 21 december al op dat de regering ‘een gedegen ondersteuning van de betrokken beleidsministeries’ dient te krijgen voor een optimale participatie aan de diverse overlegtrajecten.
In dat advies werd tevens opgemerkt dat het belang van een optimale samenwerking met het Coho - ‘desnoods via een intern bewustwordingstraject bij de overheidsdiensten en overheidsbedrijven’ - van essentieel belang is om de kans op het behalen van de doelen te vergroten.
Over de ondersteuning gaat de RvA in het advies verder door te benadrukken dat het ‘eigenaarschap’ van Curaçao van de hervormingen (en het welslagen ervan) zeker niet uitsluit dat hulp van buitenaf nodig is en gevraagd kan worden ‘bijvoorbeeld wanneer de implementatiekracht van Curaçao (te) beperkt blijkt te zijn’.
,,Integendeel”, aldus het adviescollege, dat door het kabinet-Pisas tot nu toe zeker in verband met Coho zeer serieus wordt genomen. ,,Het Coho heeft onder meer tot taak Curaçao in de breedste zin van het woord te ondersteunen bij de uitvoering en ontwikkeling van hervormingen.”
Dit is zelfs één van de kernonderdelen van het voorstel van rijkswet. In de toelichting staat dan ook dat het Coho ter ondersteuning van de ontwikkeling en de uitvoering van projecten, programma’s en maatregelen door de overheid en overheidsbedrijven ‘direct en indirect deskundigheid en uitvoeringscapaciteit ter beschikking kan stellen’.
Ook het verlenen van subsidies aan burgers en privaatrechtelijke rechtspersonen, waaronder overheidsbedrijven, valt onder deze ondersteuning. Zie daarvoor ook het artikel ‘Subsidiekraan kan open met Coho’ in het Antilliaans Dagblad van woensdag 8 september.