Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Het stationsschip Zr.Ms. Holland dat op Curaçao is gestationeerd, is onderweg naar Haïti, dat zaterdag door een zware aardbeving werd getroffen, om daar noodhulp te verlenen.
Het marineschip is op Curaçao beladen met onder meer voedsel, water en hulpgoederen. Aan boord zijn ook een NH90-helikopter, snelle vaartuigen en een team van ten minste 22 extra militairen. Het gaat om mariniers en genisten van de landmacht.
De militairen hebben een aantal rubberboten tot hun beschikking. Hiermee wordt onder meer civiel internationaal medisch personeel naar de zwaarst getroffen delen van Haïti gebracht. De militairen houden zich vooral bezig met de distributie van levensmiddelen, hulpgoederen en medische spullen. Ook brengen ze schade in kaart zodat duidelijk is wat er nodig is om daar hulp te bieden. Nederland werkt nauw samen de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de EU financieren de inzet van het marineschip. Buitenlandse Zaken heeft daarvoor het humanitaire budget. De militaire noodhulp komt bovenop de financiële hulp die Nederland eerder al beschikbaar stelde, aan onder meer het Rode Kruis en VN-organisaties.
Op Haïti is het dodental inmiddels opgelopen tot meer dan 2.100. Er zijn naar schatting rond de 10.000 gewonden. Meer dan 135.000 panden liepen schade op of zijn verwoest. Het gaat om huizen, ziekenhuizen en scholen. Gezondheidszorg en schoon drinkwater zijn schaars, wat kan leiden tot grootschalige uitbraken van cholera.
De Commandant der Zeemacht in het Caribisch gebied stuurt de militaire inzet van de noodhulp aan. Het patrouilleschip wordt in principe voor twee weken ingezet. Aan boord van de Holland, zit naast het hulpteam, een ongeveer 75-koppige bemanning en enkele marechaussees. De Holland is sinds mei 2021 in het Caribisch gebied, onder meer voor drugsbestrijding.