CBCS: Economie pas in 2024 op pre-coronaniveau
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het duurt nog zeker tot 2024 voordat de Curaçaose economie weer enigszins op sterkte is, althans het pre-coronaniveau heeft gehaald.
Na de ‘blow’ van -19,3 procent in 2020, projecteert de Centrale Bank CBCS voor dit jaar nulgroei (hooguit 0,1 procent). Voor 2022 rekent de CBCS voorlopig op 6,2 procent toename.
Dit blijkt uit de cijfers die Centrale Bank-president Richard Doornbosch gisteren tijdens zijn eerste presentatie van de jaarcijfers met de media deelde. De nulgroei voor 2021 is een bijstelling - naar beneden - van de 2,4 procent stijging van het bruto binnenlands product (bbp) die bij het verslag over het derde kwartaal nog werd gepresenteerd.
Maar dat was nog vóór de tweede lockdown - de CBCS spreekt zelf liever van een ‘semi-lockdown’ - in de periode maart tot mei dit jaar. Die zorgde ervoor dat de verwachte bescheiden groei nu is omgezet in een bbp die er in vergelijking met coronacrisisjaar 2020 niet op vooruitgaat.
De CBCS gaat uit van een inflatiecijfer van 2,9 procent voor 2021; dat is 0,4 procentpunt lager dan de vorige prognose. In deze ‘outlook’ is geen rekening gehouden met de effecten op een hogere inflatie door de invoering van een algemene bestedingsbelasting (abb), aangezien de nieuwe regering hiervan afziet.
De projectie voor het lopende jaar is gebaseerd op de aanname dat het toerisme geleidelijk verder zal toenemen, maar over alle twaalf maanden gemeten nog wel op slechts 40 procent van pre-coronajaar 2019 zal blijven. En verder rekent de CBCS erop dat de arbeidscontracten met de voormalige werknemers van de Isla-raffinaderij gedurende 2021 in dienst blijven van overheids-nv CRU (Curaçao Refinery Utilities).
Wat dit laatste betreft berichtte deze krant gisteren dat de Isla/CRU-werknemers tot eind september in dienst blijven, maar nog wel twee maanden salaris meekrijgen; in feite dus tot en met november. ,,Of de raffinaderij weer opgestart zal worden in 2021 is nog steeds onzeker”, aldus de Centrale Bank.
Zoals gesteld, ziet president Doornbosch het voor 2022 positiever in. Dan projecteert hij een economische ‘turnaround’ van 6,2 procent, aangezien de netto buitenlandse en binnenlandse vraag gunstig bijdragen aan de groei van het Curaçaose bbp. De inflatie wordt voor volgend jaar gecalculeerd op 2,5 procent, vooral als gevolg van dalende internationale olieprijzen.
In 2022 zal het toerisme weer flink aantrekken, maar zal naar verwachting 65 procent bereiken van het pre-coronapeil. Er is in deze prognose van CBCS nog géén rekening gehouden met mogelijk raffinage-activiteiten, aangezien de uitkomst van de plannen nog ongewis is.
Maar alles komt weer op gang; investeringen, bestedingen, de bouw, het toerisme, de nutssector, consumptie, arbeidsmarkt/werkgelegenheid en daarmee ook de export, gematigd door ook meer import. Er zijn nog wel risico’s verbonden aan deze iets meer optimistische vooruitzichten, waarschuwt de CBCS-top: Covid-19 en hoe deze pandemie zich verder ontwikkelt. Vaccinatie lokaal en buiten de eigen grenzen blijft doorslaggevend.
,,De weg naar economisch herstel hangt af van hoe het virus zich ontwikkelt en de snelheid waarmee het vaccin wordt ingezet. Daarom is het belangrijk dat beide landen vorderingen blijven maken met hun vaccinatieprogramma's om beter beschermd te zijn tegen het virus, zodat minder beperkingen noodzakelijk zijn en een sneller economisch herstel mogelijk is”, aldus Doornbosch.
Een ander risico, noemt de Centrale Bank, is de uitvoering van de hervormingen genoemd in het Landspakket, waarover de regering van Curaçao en Nederland overeenstemming bereikten als voorwaarde voor de verstrekking van liquiditeitssteun. Vertragingen in de uitvoering kunnen het tempo van groeiherstel negatief beïnvloeden.
En nogmaals staat Doornbosch stil bij de raffinaderij; zodra de deal rond is en er weer geproduceerd kan worden, zal de ‘outlook’ worden bijgesteld - naar boven ditmaal. In welke mate, is afhankelijk van hoe snel de overname kan plaatsvinden, de omvang en de timing van de investering, de opstartdatum en de hoeveelheid werknemers die in dienst zullen worden genomen.