Economische krimp regio 7,7%, Curaçao 18,4%
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De economische achteruitgang van Curaçao is in 2020 vele malen hoger dan het gemiddelde van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tekent een economische krimp op van 18,4 procent, terwijl het gemiddelde van de regio -7,7 procent is. Dit blijkt uit het onlangs gepubliceerde rapport ‘Economische Ontwikkeling 2020: Een economie onder druk’ van het CBS. Dit instituut becijfert in 2020 een ‘zware economische terugval, namelijk een krimp in het bruto binnenlands product (bbp) van 18,4 procent’.
Worden sommige regiolanden nader bekeken, dan zit Curaçao nog wel boven Venezuela die in een diepe recessie zit van 30 procent. In de Caribische regio heeft de Dominicaanse Republiek een negatieve reële groei van 5,5 procent, Jamaica een daling van 9 procent en Barbados van 16 procent. CBS: ,,De economische ontwikkeling op Curaçao laat helaas eenzelfde trend zien als de meeste landen in de Caribische regio die ook boven de 10 procent daling vertonen en enkele zelfs boven de 20 procent liggen.”
Het onderzoeksbureau bekijkt de afgelopen tien jaar (2010 tot 2020) en constateert ‘dat de economische groei op Curaçao zeer laag is over de jaren’. ,,Er is een progressief beeld vanaf 2016 tot heden. Het laatste jaar 2020 laat echter zien dat we sterk afhankelijk zijn van de buitenwereld en hoe kwetsbaar onze arbeidsmarkt is en hoe sterk deze is gerelateerd aan de voortgang van de economie.”
CBS: ,,De merkwaardige inkrimping van 18,4 procent is nooit eerder beleefd op Curaçao in de afgelopen jaren. Na vier jaar achtereenvolgens een afname in de economie (2016, -1,0 procent; 2017, -1,7 procent; 2018, -2,2 procent; 2019, -3,4 procent), belandt Curaçao in een diepe corona-recessie. Dit betekent dat de omvang van de economie (ofwel het bbp) veel kleiner is dan in het jaar ervoor.” Uitgelegd wordt dat de cijfers gecorrigeerd zijn voor prijsontwikkelingen en dat de gegevens nog voorlopig zijn, ‘omdat nog niet over volledige gegevens van alle bedrijfstakken kan worden beschikt’. Het bureau somt op wat de reden is voor deze grote terugval: ,,2020 Was een moeilijk jaar voor de Curaçaose economie, aangezien covid een wereldwijde recessie veroorzaakte en internationale reizen beperkte. De achterblijvende toeristische activiteit, een onzeker perspectief voor het beheer van de olieraffinaderij en vertraagde investeringsprojecten leidden tot een scherpe inkrimping van de economische bedrijvigheid. Dit allemaal verhoogde de werkloosheid, verlaagde overheidsinkomsten en versterkten onze economische kwetsbaarheden.”
Verschillende bedrijfstakken passeren de revue waaruit blijkt dat de hospitality-industrie (bedrijfstak die zich bezighoudt met de ontvangst van gasten, zoals hotels, restaurants, cafés, cateringbedrijven) veruit het hardst getroffen is. ,,Min of meer is zowel het totaalaantal overnachtingen van toeristen met 58 procent en het totaalaantal bezoekers afgenomen met 62 procent”, zo concludeert het CBS. ,,De restaurants en cafés stonden ook onder druk, ze waren niet helemaal operationeel en waren gebonden aan openingstijden, aantal klanten en soort service. Alles overziend, brengen deze ontwikkelingen een daling in toegevoegde waarde in de bedrijfstak hotels en restaurants teweeg van bijna 20 procent”, zo wordt vervolgd.
Op de tweede plaats komen de industriële activiteiten. De voortdurende tekorten zetten door in een daling van 56 procent in deze bedrijfstak, aldus het CBS. ,,De oorzaak is het uitvallen van de olieraffinage-activiteiten in 2020. Andere industriële bedrijvigheid in deze bedrijfstak is gedaald omdat de afzetmarkt ook tijdelijk werd gesloten.”
Ook de zakelijke dienstverlening (vastgoedactiviteiten; professionele, wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en ondersteunende activiteiten) blijkt hard getroffen te zijn met een krimp van ruim 29 procent.
De trend in de bedrijfstak transport & communicatie vertoont een doorzettende daling van nagenoeg 23 procent in de economische activiteiten ten opzichte van het voorgaande jaar. ,,Bij transport zijn de activiteiten in de haven en luchthaven in het algemeen achteruitgegaan. De havenactiviteiten zijn voornamelijk zwaar getroffen bij de tankers en andere binnengeloodste schepen. Hierbij moet men denken aan de doorgerekende invloed van het uitblijven van raffinageactiviteiten. De ‘cruise calls’ en het aantal passagiers zijn nihil geworden vanaf april 2020 na de pandemie-uitbraak. De luchttransportactiviteiten namen af als gevolg van een daling in het aantal passagiers en het aantal landingen, en er waren bijgevolg minder luchtvrachten. In de sector informatie en communicatie wordt aan de andere kant een stijging waargenomen in 2020.”
De activiteiten in de handel zijn sterk afgenomen met bijna 21 procent ten opzichte van het voorgaande jaar (-13,7 procent). ,,De daling is veroorzaakt door een afname van de goedereninvoer en de verschillende handelsactiviteiten van de bedrijven”, zo wordt hier een verklaring voor gegeven.
Minder hevig getroffen zijn de utiliteitssector, de bouw en de gezondheidszorg die alle drie een afname laten zien van 6 procent. Bij de bouw was een jaar eerder zelfs een grotere achteruitgang van 10 procent.
De bedrijfstak Financiële instelling laat een daling zien van 5,1 procent. ,,Deze daling wordt toegeschreven aan voornamelijk de afname in ‘internationale zakelijke en financiële dienstverlening’ en overige lokale commerciële bankactiviteiten. Activiteiten bij de grootste verzekeringsmaatschappijen laten juist een stijging zien”, zo constateert het onderzoeksbureau. Landbouw, visserij en mijnbouw is gedaald met bijna 3. Een jaar eerder was de daling 5,5 procent. De sectoren overheid en onderwijs gingen achteruit met respectievelijk 1 en 0,8 procent.