Braziliaanse partner geeft niet langer thuis
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Corc, het lokale bedrijf dat rond de laatste jaarwisseling werd geselecteerd als ‘preferred bidder’ en dus op dat moment de beste papieren had om als operator de Isla-raffinaderij nieuw leven in te blazen, wil met spoed een vergadering met het Curaçaose parlement.
Afgelopen week heeft Corc, dat staat voor Curaçao Oil Refinery Complex bv, een verzoek daartoe gedaan bij Statenvoorzitter Charetti America-Francisca (MFK). ,,De raffinaderij wordt beschouwd als een van de stevige pilaren van onze economie en wordt in het regeerakkoord 2021-2025 (van het door MFK en PNP gevormde kabinet-Pisas, red.) genoemd als aandachtspunt”, begint de brief.
Het schrijven is ondertekend door beide Corc-directeuren: Manoel De Silva De Freitas en Javier Hernández. De eerste is bekend van het aannemersbedrijf Dick & Doof, dat eerder veel onderhoudswerk voor de Isla deed. Hernández was voorheen directeur van de Isla, in de tijd dat het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA een leasecontract had, en kent de raffinaderij goed.
,,Corc is een jaar bezig met de voorbereidingen en het proces dat ertoe moet leiden dat de raffinaderij weer wordt opgestart”, vervolgt hun brief. Daarbij krijgen zij naar eigen zeggen te maken met heel wat obstakels die overwonnen moesten en moeten worden. ,,Met als doel om zoveel mogelijk banen te behouden en te creëren, en daarmee het levenspeil op te krikken en een meer stabiele economie te realiseren.”
De directeuren zijn er naar eigen zeggen van overtuigd ‘dat we samen het hoofd kunnen bieden aan alle resterende uitdagingen om uiteindelijk de raffinaderij weer op te starten’. Het Corc-bestuur verzoekt de parlementsvoorzitter om ‘op de kortst mogelijke termijn’ een vergadering met alle Statenleden te beleggen; om de leden te leren kennen en ‘om informatie te verschaffen over het lopende proces’.
Corc is al lange tijd in het nieuws en alle ogen zijn gericht op deze speciaal voor de overname van de exploitatie van de raffinaderij opgerichte nieuwe private entiteit, maar de directie trad tot nu toe niet of nauwelijks in de publiciteit. Ook desgevraagd geeft de Corc-leiding weinig tot geen commentaar of informatie, daarbij telkens verwijzend naar de NDA (non-disclosure agreement) die zij hebben getekend.
Corc kampt echter met tegenslagen, waardoor de deadlines voor de overname nog niet kon worden gehaald, waaronder die van 30 juni voor het overnemen van het personeel. Eén van de grote tegenvallers is dat Roberto Viana, de Braziliaanse Corc-partner, niet meer thuis geeft. Daardoor kan Corc op dit moment nog niet voldoen aan de afspraken met overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK). Het gaat daarbij om olie (product) en kapitaal (funds). Corc, dat in september 2020 werd opgericht, is naar verluidt intensief bezig met alternatieven.
De Staten zijn momenteel met reces. In principe tot medio augustus. Het is nog onduidelijk of de Statenvoorzitter de leden voor dit doel eerder of tussentijds terugroept. Ook niet hoe coalitie en oppositie hier tegenaan kijken. Duidelijk is wel dat de petroleumindustrie nog altijd een kwestie is van nationaal belang, zeker nu RdK te kennen heeft gegeven dochterbedrijf Curaçao Refinery Utilities (CRU) te sluiten en daarmee het resterende deel van het tijdelijk opgevangen Isla-personeel niet langer te kunnen uitbetalen.
RdK gaf deze week aan dat de hoop nog altijd is dat voor eind september een nieuwe operator is gevonden. In geval er toch geen deal komt met Corc, zal ‘RdK haar verantwoordelijkheid blijven nemen om een andere exploitant te zoeken’.