‘Raffinageactiviteiten op Curaçao hebben hun langste tijd gehad’
Van onze redactie
Willemstad/Den Haag - ,,We gaan ons richten op energietransitie”, aldus algemeen directeur Marcelino de Lannoy van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK).
,,Curaçao heeft van oudsher olie-industrie”, zegt hij in de nieuwste editie van Curaçao Magazine. ,,RdK bezit bijna duizend hectare haventerrein en opstallen, de raffinaderij en een olieopslagterminal. We hebben deze de afgelopen honderd jaar geëxploiteerd. Hoe je het ook wendt of keert, de raffinageactiviteiten op Curaçao hebben hun langste tijd gehad en dus stonden we voor de vraag: Gaan we voor honderd procent in deze business door of maken we de stap naar diversificatie?”
In de ‘energietransitie’ zit volgens De Lannoy veel meer dan men denkt. ,,Het houdt niet op bij de ommezwaai van fossiel naar zon of wind. Wij zien het veel ruimer. Het is ook van fossiele brandstof naar groene brandstof en vandaar naar CO2-vrije waterstof en methanol en de toepassing daarvan. Ook de mindset moet veranderen. We moeten mensen bewust maken dat je ook elektrisch kan rijden en niet op gas hoeft te koken, maar evenzeer dat we veel zuiniger met energieverbruik kunnen omgaan.”
In de Curaçaose bodem zitten geen kostbare grondstoffen, toch is het de ambitie over pakweg 20 jaar een belangrijke exporteur te zijn van energie. Hernieuwbare energie wel te verstaan. ,,Een mooie droom”, aldus de RdK-topman. Maar ook een realistische droom, want anders zouden TNO en grote Nederlandse bedrijven er nooit hun handtekening onder hebben gezet.
De Isla-raffinaderij ligt sinds het vertrek van het - mede door de Amerikaanse sancties - wankelende Venezolaanse staatsolieconcern PdVSA stil. De Lannoy verwacht dat het met de nieuwe operator - Corc bv (Curaçao Oil Refinery Complex) - wel moet gaan lukken. ,,Maar tegelijkertijd kijken we naar wat we op het gebied van verduurzaming kunnen doen als perspectief voor de lange termijn. Het haventerrein is groot genoeg om ruimte vrij te maken waar wij, zoals wij dat noemen, duurzame prime hotspots kunnen ontwikkelen.”
In de jongste uitgave van het Kabinet van de Gevolmachtigde minister van Curaçao in Den Haag een uitgebreid artikel met de RdK-directeur in de hoofdrol. De eerste stap is gezet met de ondertekening medio januari van een samenwerkingsovereenkomst door een veertiental Nederlandse en Curaçaose instellingen om een ‘Living Lab’ te ontwikkelen. Gerenommeerde ondernemingen en kennisinstituten hebben zich bij het initiatief aangesloten.
,,Tot mijn vreugde is de interesse om te participeren groot. Aanvankelijk dacht ik te moeten bedelen, maar partijen staan in de rij om mee te doen. Vanuit Nederland zijn dat het Havenbedrijf Rotterdam, scheepsbouwer Damen, technologiebedrijf VDL Groep, opslagbedrijf Vopak en offshorebedrijf Van Oord. Vanuit Curaçao gaat het om water- energiebedrijf Aqualectra, afvalbedrijf Selikor en ABC Busbedrijf.”
De ‘proeftuin’, zoals Curaçao Magazine het initiatief noemt, wordt ondersteund door het Nederlandse ministerie van Economische Zaken en Klimaat en ook het ministerie van Defensie, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het netwerk van innovatieve bedrijven NL Works. Op Curaçao zijn de ministeries van Algemene Zaken, Economische Ontwikkeling (MEO) en Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP) er nauw bij betrokken.
De Lannoy: ,,Met onze ideeën zijn we naar TNO gestapt met de vraag: Kunnen jullie ons helpen met de verduurzaming van ons haventerrein vanuit het oogpunt van energietransitie. Dat zou, dachten we, ook wel eens voor Nederland interessant kunnen zijn. Nederland heeft zich verbonden aan het Klimaatakkoord. Het is de bedoeling dat er vanaf 2030 geen auto’s met een benzinemotor meer worden geïmporteerd en in 2050 moet het hele land CO2-neutraal zijn.”
Hij vervolgt: ,,De klimaatdoelstellingen van Nederland zijn ambitieus. Om die te realiseren kan het helpen om de vereiste innovaties op een wat kleinere schaal uit te proberen. Curaçao is daarvoor bij uitstek geschikt. We kunnen een Living Lab bouwen waar je fouten mag maken. Een deel zal als businesscase te ontwikkelen zijn, maar een ander deel, dat meer in de researchfase verkeert, zal afhankelijk zijn van fondsen.”
Living Lab met vier blokken
Het Living Lab gaat uit vier blokken bestaan, wordt in het artikel van het magazine van het Curaçaohuis in Den Haag uitgelegd: een Green Powerhouse, waar groene energie wordt geproduceerd; een energietransitiesector, waar zoetwater van zeewater wordt gemaakt om vervolgens met gebruik van water en elektriciteit groene waterstof te produceren; een Fuel Logistic Sector, waar groene waterstof verwerkt kan worden tot brandstoffen zoals methanol en ammoniak ter vervanging van bijvoorbeeld aardgas; en een circulaire economiesector waar afvalstromen worden omgezet in groene energie of bruikbare stoffen.
Een van de eerste projecten die - nog dit jaar - van start zal moeten gaan, is E-mobility, het laten rijden van elektrische bussen op groene energie. Technologiebedrijf VDL Groep in Nederland heeft vijftien elektrische bussen beschikbaar gesteld. Op dit moment wordt in kaart gebracht waar het beste laadstations kunnen komen en er is een 10 megawatt zonnepanelenfarm in ontwikkeling om de bussen te laden.
,,Van A naar B zonder CO2 is de toekomst,” vertelt De Lannoy. ,,Stroom maken uit zonne-energie is niks nieuws. Dat is geen innovatie. Het innovatieve zit hem erin schone energie slim toe te passen door het clusteren van verschillende componenten tot groene ecosystemen. Wat hier op Curaçao in het klein wordt uitgeprobeerd, kan straks in het groot in Nederland in de praktijk worden gebracht. Van Oord kijkt naar windturbines op zee, Vopak naar innovaties op het gebied van afvalstromen. Defensie is zeer geïnteresseerd in de mogelijkheid om marineschepen op groene waterstof of methanol te laten varen.”
Drie fases...
Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.