Met aangenomen VVU plek voor young professionals
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Landsverordening vervroegde vrijwillige uittreding (VVU) is gisteren in de Staten met algemene stemmen aangenomen.
Ook is er een motie ingediend, waarin de regering opgedragen wordt elk half jaar verslag uit te brengen van het afvloeiingsproces. Hier waren de Staten eveneens eensgezind om het PAR-initiatief na wat bijschaven te ondertekenen.
Bij het beantwoorden van de vragen stelde demissionair minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD) Armin Konket (MAN) te vermoeden dat de overheid zeker aantrekkelijk is voor jonge professionals, als gekeken wordt naar de reacties op vacatures bij het ministerie van Financiën. Maar, zo geeft hij meteen toe tijdens de Statenvergadering: ,,Tot nu toe is er niet echt plek geweest voor een jongere generatie in het ambtenarenapparaat. Met het uittreden van circa 600 ambtenaren zal die ruimte er wel zijn.”
Overigens verwijst de minister herhaaldelijk naar de plannen in het Landspakket waarin staat dat het overheidsapparaat doorgelicht zal moeten worden. Zo kan Konket niets zeggen over de ‘size’ van het apparaat: ,,Ik doe geen uitspraak over de vraag of er te veel ambtenaren zijn. Er wordt vanuit het Landspakket een analyse gemaakt. Als de cijfers er zijn kan er een objectieve discussie gevoerd worden over de vraag of er te veel of te weinig ambtenaren zijn.”
Zo geeft Konket ook aan dat de VVU er niet per definitie is om de kwaliteit van het overheidsapparaat te verbeteren. ,,Het is wel een kans om dit te doen”, zo voegt hij eraan toe. ,,Er is een groep ambtenaren die al vanaf 2016 - toen de pensioenleeftijd verhoogd werd - weg wil. Ze zijn een demotiverende factor in de organisatie. Zij vertrokken toentertijd niet omdat velen van hen dan tot hun 65e de sociale lasten zelf moesten afdragen. Daar is nu een voorziening voor getroffen, naast de uitkering van een lumpsumbedrag. In het Landspakket is ook een plan om de motivatie en productiviteit te verhogen.” Overigens laat de minister weten dat niet iedereen tegelijk afvloeit maar dat dit geleidelijk zal gebeuren.