Beste lezers, ik deel dit hieronder omdat duidelijk mag zijn hoe intens zwaar het werk in de zorg (op Curaçao) nu is. Niets dan diep respect voor deze toppers! Mijn vriendin X.Y. werkt op de intensive care-afdeling (ic) in het ziekenhuis op Curaçao. Hier haar heftige en emotionele verhaal.
Zoveel tranen
Daar sta ik dan in m’n vierde nachtdienst, ik houd z’n hand vast. Ik kijk naar de monitor en zie een bradycardie overgaan in een ventriculair escape-ritme, gevolgd door een asystolie. Hij overlijdt om 1.01 uur ‘s nachts, alleen, zonder familie, leeftijd begin 40 jaar.
Ik wens hem een goede laatste reis. We ontkoppelen hem van de beademing en de monitor, we verwijderen de tube, alle infusen, slangen en katheters, zodat hij weer een beetje ‘mens’ lijkt. We konden hem gewoonweg niet langer in leven houden. Het lichaam was op, te kapot, met twee compleet witte longen.
Drie weken heeft hij, en hebben wij gevochten, maar ook deze strijd hebben we verloren.
Ik vang z’n echtgenote op, ze huilt. ,,Onze twee kleine kindjes zijn beneden bij oma, ik weet niet hoe ik ze moet vertellen dat hun papa dood is”, zegt ze. M’n hart breekt.
Er komt meer familie en ik beantwoord al hun vragen. Ze nemen afscheid, er zijn zoveel tranen.
Z’n echtgenote bedankt ons, ze omhelst me voordat ze de ic verlaat. Hierna moet ik zelf huilen, in een hoekje, alleen. Ik wil niet dat iemand dit ziet. Ik moet professioneel blijven, m’n werk doen.
Ik heb nog twee zieke ic-patiënten die compleet van mij afhankelijk zijn. Ik mag en kan geen fouten maken, moet gewoon blijven doorgaan!
In vijftien jaar ic heb ik nog nooit in dit soort werkomstandigheden hoeven werken. De werkdruk is onmenselijk hoog, de stress is enorm, de verantwoordelijkheid is niet te dragen en de sterfgevallen zijn er veel. Er is wat hulp gekomen, maar helaas niet in de vorm van gekwalificeerd ic-personeel, waardoor de eindverantwoordelijkheid blijft bij een kleine selecte groep.
En dan zie ik een eerste profielfoto voorbijkomen op Facebook met de leus ‘Ik wil weer feesten’. En die komt even hard binnen.
Want als dit is wat je wilt, dan ben je toch een gelukkig mens. Je zou je maar zorgen maken:
- of je nog wel een dak boven je hoofd hebt volgende maand;
- of dat je je kinderen wel te eten kunt geven deze week.
En wat wil ik eigenlijk vandaag de dag? Ik zou graag:
- willen plassen;
- en willen eten;
- en drinken tijdens mijn diensten;
- Ik zou graag niet 8,5 uur lang in een bloedheet isolatiepak willen rondrennen;
- Ik zou graag niet omringd willen zijn door zoveel verdriet en ellende;
- Ik zou graag willen dat mensen inzien dat onze patiënten op de ic mensen zijn die vol in het leven staan, net als jij en ik.
Als je al met één been in ‘t graf staat, kom je namelijk echt niet meer op een ic terecht. Hoe vaak krijg ik de vraag: ‘Dat was zeker iemand met allerlei medische aandoeningen?’
Ten eerste: maakt dit het dan minder erg dat hele jonge mensen overlijden? Nee dus! Ten tweede: ook mensen die obees zijn of hypertensie of diabetes hebben, kunnen nog 20, 30 jaar te leven hebben. Dit zijn mensen met een partner, met soms jonge kinderen, met ouders, broers, zussen, vrienden.
Dit zijn mensen die actief zijn op de arbeidsmarkt, in het verenigingsleven, bij de kerk, noem maar op. Gewone mensjes met gewone leventjes.
En ja, ik kan ook niet wachten om weer aan de bar te staan ergens tijdens een happy hour. Maar dan waarschijnlijk niet zozeer om te feesten, maar meer om deze hele shitshow te vergeten met behulp van een flinke scheut rum (met een klein beetje cola) of een Polarretje (of tien)!
Auteur is bij redactie bekend