Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De rechters van het Hof waren gisteren goed voorbereid op het dossier van George Jamaloodin. Met name de voorzitter, rechter Van Gink, kende het dossier van voor naar achteren en omgekeerd en vuurde honderden gerichte vragen op de verdachte af.
Tegen 10.30 uur begon de eerste zittingsdag van de behandeling van de zaak in hoger beroep tegen voormalig minister van Financiën George Jamaloodin. De oud-bewindsman staat terecht voor het uitlokken van de moord op Helmin Wiels in de zaak Maximus; valsheid in geschrifte in de zaak Passaat; en verduistering in de zaak Germanium. In eerste aanleg werd Jamaloodin in augustus 2019 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 jaar. Hij werd schuldig bevonden voor het uitlokken van moord in de zaak Maximus, werd vrijgesproken van valsheid in geschrifte in de zaak Passaat; en legde zelf een bekennende verklaring af in de zaak Germanium.
Zowel Jamaloodin, die altijd steevast heeft ontkend ook maar iets met de moord op PS-oprichter Helmin Wiels te maken te hebben, als het Openbaar Ministerie (OM) hadden hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van het gerecht. Dat hoger beroep dient de komende twee weken. De behandeling vindt plaats bij marinekazerne Suffisant en bezoekers - die zich bij het stadion van Suffisant moeten verzamelen - moeten een rigoureuze controle ondergaan alvorens zij de zitting kunnen bijwonen.
In tegenstelling tot bij de zaak in eerste aanleg was Jamaloodin gisteren niet in pak gehuld, maar gekleed in de bekende oranje overall van Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK), met daaroverheen een zwart jasje en witte gympen aan zijn voeten. Hij werd bijgestaan door een heel team deskundigen, met aan het hoofd Stijn Franken en Eldon ‘Peppie’ Sulvaran, en verder bestaande uit Mirto Murray, Rutsel Martha en Athena Sulvaran. Omdat zijn gebrekkig Nederlands hem in eerste aanleg parten speelde, maakt Jamaloodin nu gebruik van vier tolken die elkaar deze twee weken afwisselen.
Jamaloodin, toen gevraagd werd waarom hij in beroep is gegaan tegen het vonnis van het gerecht, zei dat hij geen opdracht heeft gegeven en geen geld heeft gekregen en op geen enkele manier iets te maken heeft met de moord op Wiels. ,,Voor wat betreft Germanium heb ik schuld bekend, maar ik ben onschuldig in de zaken Maximus en Passaat.”
In de zaak Passaat, waarbij Jamaloodin valsheid in geschrifte zou hebben gepleegd door een zogeheten ‘Aanschrijving ter uitvoering van art. 39, lid 1 sub a, van de Algemene Landsverordening landsbelastingen (vaststelling en gebruik formulieren vrijwillige verbetering)’ te antedateren, werd de oud-minister in eerste aanleg vrijgesproken. In deze zaak werd hij gisteren in hoger beroep verhoord door rechter Veldhuizen.
In de zaak Germanium heeft Jamaloodin als ambtenaar - hij was minister van Financiën ten tijde van het kabinet-Schotte - een bedrag van 450.000 gulden verduisterd. Hij heeft subsidiegelden die aan een stichting waren toegekend voor het opknappen van een sportveld in de wijk Steenrijk gebruikt voor privédoeleinden. Daarnaast heeft hij anderen gevraagd om valse facturen en aanmaningen op te maken en naar de Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab) te sturen. Ondanks zijn eigen bekennende verklaring in deze zaak, werd Jamaloodin gisteren flink ondervraagd door rechter Verheijen, die na een serie vragen concludeerde dat Jamaloodin het geld niet nodig had, maar dit deed omdat het makkelijk was. Jamaloodin betuigde meerdere malen spijt en gaf aan dat hij niet trots is op wat hij heeft gedaan. ,,Wat fout is valt niet recht te praten.”
Maar de meeste vragen kwamen tijdens de behandeling van het dossier Maximus van rechter Van Gink. Eén voor één vuurde ze scherpe en kritische vragen op Jamaloodin af, die vaak om de hete brei heen danste. Eén van de weinige keren dat de gevallen zakenman direct antwoord gaf, was toen de rechter hem vroeg of hij ook maar iets te maken heeft met de moord op Helmin Wiels: ,,Nee, edelachtbare. Absoluut niet.”
Het gerucht dat al vrij snel na de moord op Helmin Wiels op 5 mei 2013 de ronde deed, namelijk dat Jamaloodin samen met zijn broer en loterijbaas Robbie dos Santos achter de moord zaten, werd gisteren door Jamaloodin zelf ‘de grootste onzin’ genoemd. ,,We zijn samen opgegroeid in de wijk. Wiels was groter dan ik en was bevriend met mijn broer. Ik was bevriend met Aubert Wiels (broer van Helmin Wiels, red). Hij was van mijn leeftijd. In 2010 heeft de MFK samen met MAN en PS een regering gevormd. Toen kregen Wiels en ik veel meer contact met elkaar”, zo herinnerde Jamaloodin zich.
Jamaloodin gaf aan dat binnen de coalitie MFK/MAN/PS na verloop van tijd discussie ontstond over de wijze waarop Wiels zaken ter discussie stelde. ,,Onze relatie was gewoon normaal”, antwoordde de oud-minister van Financiën op de vraag van de rechter hoe Jamaloodin omging met de aanhoudende kritiek van Wiels. ,,Wiels had kritiek op iedereen. Als hij je wilde aanvallen, dan deed hij dat. Dat was zijn manier van doen.” Op de vraag of Jamaloodin daardoor een hekel had gekregen aan Wiels, antwoordde hij: ,,Absoluut niet. Als je in de politiek zit, moet je een brede rug hebben. Wiels had kritiek op iedereen. Tegen Nederlanders zei hij bijvoorbeeld dat ze allemaal in body bags terug naar Nederland moesten worden gestuurd. De president van de Centrale Bank was volgens hem de bankier van de duivel. Zo was Wiels nou eenmaal.”
De rechter stond gisteren ook even stil op de vraag waarom Jamaloodin zo lang in Venezuela is gebleven voordat hij uiteindelijk werd uitgeleverd aan Curaçao. ,,Waarom kwam u niet terug”, vroeg de rechter. ,,U heeft van alle rechtsmiddelen gebruik gemaakt om niet overgebracht te worden naar Curaçao. Waarom heeft u dat gedaan?”
Jamaloodin gaf aan dat hij ervan uitging dat hij door Justitie voor alle drie de zaken werd gezocht. Maar, zo wees de rechter en ook zijn eigen team hem terecht: het ging toentertijd alleen om de zaak Germanium. ,,Dat is niet een zaak waar je 2,5 jaar voor in het buitenland moet blijven. Uw moeder is in de tussentijd overleden. Waarom bent u niet teruggekomen? Waarom wegblijven als u niets te verbergen had?”
Jamaloodin herhaalde dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het om alle drie de zaken ging en dat hij bang was dat hij de gevangenis in zou gaan. ,,Vorige week bijvoorbeeld werd in mijn blok iemand helemaal gekapt. Dus als je denkt dat je mogelijk in de gevangenis wordt opgesloten, probeer je dat koste wat kost te voorkomen.” Maar, zo wees de rechter Jamaloodin terecht: ,,Nu zit u er toch. En dat is ten koste gegaan van persoonlijke offers.”
De zitting wordt morgenochtend om 10.00 uur hervat. Dan worden onder andere twee getuigen gehoord.
Tekening: ARTHUR OSTER