Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In verband met de impasse in de Staten van Curaçao ‘zou de koninkrijksregering kunnen ingrijpen’. Dat zegt staatsrechtjurist Lodewijk Rogier, hoogleraar aan de University of Curaçao (UoC).
Het Antilliaans Dagblad vroeg de professor of er een uitweg is nu de oppositie weigert mee te werken quorum te vormen, noodzakelijk voor het laten doorgaan van een openbare vergadering waarin het nieuwe Statenlid Emmilou Capriles (PAR) tot de Staten kan toetreden en de coalitie van PAR/MAN weer een meerderheid van 11 versus 10 kan vormen.
Is er een weg via de burgerlijke rechter?, vroeg deze krant aan Rogier. ,,Kijkend naar de uitspraak van rechter Lasten in de zaak-Elhage (medio 2020 speelde exact dezelfde kwestie met betrekking tot PAR-parlementariër Shaheen Elhage, red.), denk ik dat de rechter nu geen mogelijkheid heeft om de zaak op te lossen.”
De expert legt uit dat bij de zaak-Elhage het oppositie-Statenlid Marilyn Moses (MP) om uitleg aan de rechter vroeg en zij zegde toe om na die te hebben verkregen te zullen meewerken. ,,Hetgeen ze ook heeft gedaan. Ten aanzien van de andere parlementariërs oordeelde de rechter dat zij die niet kon dwingen mee te doen. Dat laatste speelt ook nu.”
Dit is ‘een zaak die politiek moet worden opgelost’, meent de staatsrechtdeskundige. Maar, wat als dat niet lukt? ,,Dan zou de gouverneur kunnen proberen de onwillige parlementariërs op andere gedachten te brengen”, vervolgt Rogier. Het betreft tien Statenleden; van de MFK (5), KdNT (2), de eenpersoonsfractie MP van Moses en de inmiddels onafhankelijke leden Rennox Calmes (ex-PIN) en Jaime Córdoba (ex-Soberano).
,,En als ook dát niet lukt, zou de koninkrijksregering kunnen ingrijpen door middel van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur, waarbij het besluit tot aanvaarding van de geloofsbrieven van mevrouw Capriles dat de Staten had moeten nemen, in de plaats van de Staten door de koninkrijksregering wordt genomen op grond van artikel 51 Statuut, omdat de deugdelijkheid van bestuur in het geding is.”
De staatsrechtjurist voegt hier nog aan toe dat de Rijksministerraad (RMR) mogelijk het nemen van dat plaatsvervangend besluit tot aanvaarding van de geloofsbrieven ‘overlaat aan de gouverneur’.
Ook anderen door deze krant geraadpleegde kenners van de materie wijzen erop dat ‘de geschiedenis zich herhaalt’: gouverneur Lucille George-Wout zal vermoedelijk overwegen opnieuw de partijen een keer vermanend toe te spreken, mogelijk met de waarschuwing anders de RMR te verzoeken een einde te maken aan deze onwerkbare impasse. En als dat niet helpt, kan de gouverneur de kwestie inderdaad voorleggen aan de RMR, als ook zou blijken dat de rechter er niet over kan oordelen.
Overigens zouden de voorzitter van de Staten en de negen andere leden van de coalitie erop kunnen wijzen dat zij een juridisch belang hebben om een verklaring voor recht te krijgen dat het de plicht is voor elk Statenlid om een rechtmatige beëdiging niet te frustreren. Dan nog blijft wel de vraag: ‘Hoe executeer je zo’n uitspraak?’
Het kan ook zijn dat enkele oppositieleden, misschien wel allemaal, denken dat ze - twee maanden voor de verkiezingen van 19 maart - politiek garen spinnen bij zo’n ingrijpen door de RMR. Dat kan een reden zijn voor de koninkrijksregering in Den Haag om niet zo ver te gaan; ook in het licht van de toch aanstaande verkiezingen.
Dus dit kan nog wel weer even duren. Punt is wel dat er nog wel belangrijke wetgeving aanhangig is die onderdeel is van het Landspakketten Curaçao en de voorwaarden voor de noodzakelijke Nederlandse liquiditeitssteun. Het Antilliaans Dagblad berichtte hier zaterdag al over onder de kop ‘Boycot vertraagt urgente wetgeving’. Als de financiële steun uit Nederland in het gedrang komt, dan heeft dat vergaande consequenties voor iedereen op Curaçao.