Van onze correspondent
Den Haag - Om verdere rechtszaken tegen de plicht een negatieve PCR-test te tonen bij binnenkomst van Nederland, te voorkomen, is door het Nederlandse kabinet gisteren een wetswijziging naar de Tweede Kamer gestuurd. De Raad van State heeft hierover direct een advies uitgebracht.
De voorzieningenrechter in Den Haag bepaalde op 31 december dat een Nederlands gezin na een reis naar Tanzania niet kon worden verplicht zich voor terugkeer naar Nederland te laten testen op corona. Dinsdag werd er opnieuw een zaak hierover aangespannen.
Hoewel de Staat in beroep gaat tegen de uitspraak, heeft minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid dinsdag al een wetswijziging voorgesteld. Daarin komt de bepaling dat Nederlanders vanuit het buitenland - waartoe in dit geval ook Aruba, Curaçao en Sint Maarten behoren - toch verplicht worden zich te laten testen voor zij in het vliegtuig naar Nederland stappen.
Volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) hebben burgers recht op terugkeer naar hun eigen land. Dat is waar de Haagse rechter naar verwees. De Jonge ondervangt dit door gebruik te maken van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR). Dat bepaalt dat niemand willekeurig het recht mag worden ontnomen naar zijn eigen land terug te keren.
Dat houdt in dat er wel degelijk voorwaarden gesteld kunnen worden aan het vervoer, stelt de minister in de Memorie van Toelichting (MvT). In de wet wordt nu opgenomen dat alleen het niet kúnnen beschikken over een negatieve testuitslag - ‘hetgeen iets anders is dan niet willen beschikken’ - onder bepaalde voorwaarden reden is om de Nederlandse reiziger toch naar Nederland te laten komen. ,,Te denken valt bijvoorbeeld aan een tekort aan testcapaciteit in het land waarvandaan men reist of - zoals bij een klaarblijkelijke calamiteit die dwingt tot spoorslags terugkeren - de ontbrekende tijd om een test te ondergaan.” Dit moet dan worden aangetoond, bijvoorbeeld via het vragen van consulaire bijstand.
Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) geldt de testplicht ook. Hoewel er binnen Nederland vrij gereisd moet kunnen worden, geldt voor de eilanden altijd al de mogelijkheid om bij bijzondere omstandigheden van de Nederlandse regels af te wijken. De Jonge benadrukt in de MvT dat in de coronacrisis de besmettingssituatie ‘sterk kan verschillen’ tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland en ook tussen de eilanden onderling. Daarom worden de maatregelen per eiland vastgesteld. Dit geldt ook voor het eisen van een negatieve PCR-test voor reizigers vanuit de BES-eilanden naar Nederland. ,,De ministeriële regelingen die betrekking hebben op Caribisch Nederland worden in overleg met de betreffende gezaghebbers opgesteld.”