In kader Girolening onderzoek financiële stelsel en mogelijkheid dollarisatie
Van onze correspondent
Den Haag - Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gaat onderzoek doen naar het financiële stelsel op Curaçao en de mogelijkheden van dollarisatie.
De Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops wil daarmee maatregelen in beeld krijgen om het financiële en monetaire stelsel duurzaam te verbeteren, schrijft de bewindsman van Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer.
De Rijksministerraad (RMR) heeft ingestemd met een lening van 170 miljoen gulden die nodig is voor de afwikkeling van de zaken rond de Girobank. De regering van Curaçao had hierom verzocht om een oplossing (een ‘gecontroleerd faillissement’) mogelijk te maken voor de al jaren ‘in ernstige financiële moeilijkheden’ verkerende Girobank.
Knops heeft van zijn partijgenoot, minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA), mandaat gekregen om de lening voor de Girobank te verstrekken ‘zodra Curaçao voldoet aan de daaraan gekoppelde voorwaarden’. Een belangrijke voorwaarde is dat duidelijk wordt hoe het zo ver heeft kunnen komen en hoe nieuwe problemen worden voorkomen.
De gang van zaken zal worden onderzocht door ‘een gerenommeerd accountantskantoor’, aldus het schrijven aan de Kamer. Het gaat om de periode voorafgaand en ook tijdens de noodregeling die de Centrale Bank CBCS eind 2013 heeft ingesteld ten aanzien van de Girobank.
,,Mochten daaruit aanwijzingen naar voren komen die aanleiding geven tot verdere stappen, bijvoorbeeld in het kader van het strafrecht, dan zullen die vanzelfsprekend onder de aandacht worden gebracht van de relevante autoriteiten.” Met andere woorden: dan zal er aangifte worden gedaan bij het Openbaar Ministerie.
Knops heeft al eens zijn zorgen uitgesproken over het toezicht dat de CBCS uitoefent op financiële instellingen op Curaçao en Sint Maarten. Hij laat het IMF, ‘als onafhankelijke en deskundige partij’, het financieel stelsel en het toezicht daarop doorlichten.
,,Het gaat dan onder meer over de soliditeit van de op Curaçao aanwezige financiële instellingen en de effectiviteit van het toezicht door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten op die instellingen.”
Aan die onderzoekopdracht wordt nu ook de werking van de monetaire unie tussen Curaçao en Sint Maarten, sinds de ontmanteling van het Land de Nederlandse Antillen in 2010 van kracht, toegevoegd. Daarbij komt ook de mogelijkheid aan de orde om over te stappen op een andere munt, zoals de Amerikaanse dollar.
Voor de lening ‘ten bate van gecontroleerd faillissement Girobank’ is bij de brief van Knops het zogeheten toetsingskader bijgevoegd. Daarin wordt verslag gedaan van de gebeurtenissen sinds de bank in december 2013 onder de noodregeling van de CBCS kwam te staan.
In die periode is 267 miljoen gulden aan noodliquiditeit verschaft, die door Girobank moet worden terugbetaald. Sinds het moratorium van december 2019, waardoor deposanten maximaal 10.000 gulden kunnen opnemen, is versneld op zoek gegaan naar een oplossing.
Een overname van de leningenportefeuille mislukte in augustus 2020, mede door de verslechterde situatie door Covid-19. De nieuwe oplossing is dat de overheid de 267 miljoen compenseert aan de CBCS. Hiervoor zal de ‘license fee’ worden verhoogd.
Een nieuwe op te richten Special Purpose Vehicle (SPV) zal dan de portefeuille van Girobank overnemen. De SPV wordt afgestemd met Nederland. Deposanten zullen naar verwachting gedeeltelijk worden gecompenseerd.
De lening van Nederland is nodig om hiermee snel te kunnen beginnen. Curaçao heeft 170 miljoen gulden gevraagd, die zal worden doorgesluisd naar de SPV. Girobank zal daarna worden geliquideerd. Nederland wil hiermee instemmen omdat een ongecontroleerd faillissement zal leiden tot destabilisering van het lokale financiële stelsel en de economie.