Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Landsverordening integriteit (kandidaat)ministers, ook wel de Screeningswet genoemd, moet dusdanig aangepast worden, dat de commissie die deze wet heeft geëvalueerd de aanbeveling doet de wet te vervangen door een nieuwe wet.
De commissie is in juli ingesteld en het rapport is onlangs aan de Staten aangeboden. Reden voor de evaluatie is dat in mei 2019 het Openbaar Ministerie (OM) in een brief aan de regering enkele belangrijke opmerkingen heeft gemaakt ten aanzien van deze integriteitswet. ,,Op het moment dat de regering deze brief kreeg, waren er ook enkele maatschappelijke ontwikkelingen die te maken hadden met de genoemde wet. Daarom vond de ministerraad dat een evaluatie op z’n plaats was”, zo legt de regering nader uit.
De evaluatie heeft zich vooral gericht op de effectiviteit en de effecten van de wet in de praktijk, de opmerkingen van het OM, maar ook punten die door de Staten, de ministerraad, de formateurs, verschillende minister-presidenten en andere instanties naar voren zijn gebracht.
De regering: ,,Er zijn zoveel punten naar voren gekomen dat de commissie adviseert een nieuwe screeningswet te maken. Ook omdat sommige aspecten een fundamenteel karakter hebben en mogelijk in strijd zijn met de Staatsregeling en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het is daarom op z’n plaats om de wet in te trekken op het moment dat er nieuwe wetgeving is.”
Uit een nadere uitleg blijkt dat er onduidelijkheden zijn voor de (praktische) uitvoering en interpretatie van de wet en dat er ook leemtes zijn. Er worden enkele voorbeelden gegeven: ,,De algemene goedkeuring die kandidaat-ministers geven om heel specifiek persoonlijk onderzoek te laten doen, niet alleen op juridisch gebied, maar ook op medisch en fiscaal gebied en op het gebied van ongebruikelijke transactie staat op gespannen voet met de privacywetgeving en instanties die deze informatie niet mogen vrijgeven. De commissie rapporteert ook dat het doel van de wet beter gedefinieerd moet worden. Verder blijkt dat bepaalde definities en terminologie onduidelijk zijn zoals bijvoorbeeld het begrip ‘commerciële belangen’ en ‘secundaire functies en activiteiten’. Omdat deze begrippen onduidelijk zijn, is het ook niet helder wanneer er sprake is van strijdigheid met de integriteitswet.”
Minister Steven Martina, maar ook oud-minister van Onderwijs Marilyn Alcalá-Wallé, hebben tijdens deze regeringsperiode hun werkzaamheden moeten staken vanwege bepalingen uit de Screeningswet.