Toerismesector Curaçao door oog van de naald; optimisme overheerst
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Chata-leden (branchevereniging Curaçao Hospitaly And Tourism Association) en haar werknemers zijn ‘enorm blij’ met de uitzondering die door de Nederlandse regering is gemaakt voor het Caribische deel van het Koninkrijk. ,,Het maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk het is om deel uit te maken van het Koninkrijk”, zegt de voorzitter.
,,Wij hebben als Chata de afgelopen week keihard gelobbyd op alle mogelijke manieren om geen reisverbod of negatief reisadvies voor Curaçao te krijgen”, aldus Hans Slier, die iedereen wil bedanken die hieraan mee heeft gewerkt. ,,Met name ook de regering en onze premier.”
Eerst leek het erop dat de Curaçaose toeristische sector ‘weinig tot geen luisterend oor’ kreeg in Nederland, aangezien de problemen daar met het aantal besmettingen aanzienlijk zijn, ook politiek gezien.
,,Wij als Chata hebben aangegeven dat het toch op zijn minst heel merkwaardig zou zijn indien Nederland op maandag een overeenkomst met Curaçao zou sluiten om ongeveer een miljard te investeren om het eiland er weer bovenop te helpen en vervolgens de volgende dag aan te kondigen dat er een algemeen negatief reisadvies zou komen, waardoor de Curaçaose economie structureel zo hard geraakt zou worden dat het voor drie tot zeven jaar volledig ontregeld zou zijn en er dus eigenlijk nog eens twee tot drie miljard extra in gestoken moet worden.”
Uiteindelijk heeft - zo vervolgt Slier - gelukkig staatssecretaris Raymond Knops, mede via Erwin Arkenbout van de Vertegenwoordiging van Nederland in Willemstad, dit opgepikt en ingezien dat dit niet zou werken en zelfs desastreus voor Curaçao zou uitpakken.
,,Ik denk dat de heer Knops op de valreep de opening voor het Caribisch deel van Nederland in het negatief reisadvies heeft weten te realiseren”, stelt de voorman van de belangenverenging.
,,Indien dat niet was gebeurd en Nederlanders niet meer mochten reizen naar Curaçao, althans niet meer verzekerd zouden zijn en niet gerepatrieerd zouden worden indien er wat gebeurt, dan zou dat feitelijk neergekomen zijn op een lockdown van de hotels op Curaçao voor de komende drie maanden.”
Dit omdat op dit moment er nagenoeg alleen maar toeristen uit Nederland komen. Weliswaar is een aantal staten uit de Verenigde Staten recent ook opengegaan en is Canada open, echter daar komen voorlopig nog - nagenoeg - geen vliegtuigen vandaan. En, zo legt Slier verder uit, toeristen moeten bij terugkomst in hun eigen land tien dagen in quarantaine. Dus die markt pikt voorlopig nog niet op, verwacht hij.
,,Daarnaast weten we dat, indien de Nederlandse grenzen dan weer zouden opengaan, het ook drie tot zes maanden duurt eer dat de bezettingen weer op een beetje acceptabel niveau komen. Dat hebben we ook gezien toen de grenzen per 1 juli 2020 weer opengingen.”
Voordat luchtvaartmaatschappijen weer vliegen en touroperators weer de bestemming opnemen in hun programma’s en mensen weer de tijd en het vertrouwen hebben om te gaan boeken, ‘ben je maanden verder’. ,,Toerisme is nu eenmaal geen kraan die je open en dicht kan draaien, dat het stopt en gelijk weer volop gaat stromen.”
Dit alles zou betekenen dat alle hotels en de aan de hotelindustrie gerelateerde bedrijven flink in de problemen zouden komen en dat verreweg de meeste het niet zouden overleven, met als gevolg dat de werkloosheid zou oplopen naar 60 tot 70 procent. Zo schat Chata in.
Immers, zo redeneert Slier, de reserves van alle bedrijven zijn door de eerste lockdown volledig opgedroogd en deze bedrijven waren nu heel voorzichtig een beetje ‘uit het zeer diepe dal aan het opklimmen’. Diverse hotels zijn nog gesloten door de coronacrisis (Santa Barbara, Dreams, Floris, etc.) of zijn de afgelopen vijf jaar failliet gegaan (Plaza, Howard Johnson, Hotel Otrabanda, Kura Holanda, Holiday Beach, etc.).
Slier: ,,Indien de internationale ketens die we nodig hebben om de Amerikaanse markt te krijgen eenmaal weg zijn, dan is dit voor vele jaren, want het is voor Curaçao altijd al moeilijk geweest om deze ketens aan te trekken omdat onze ADR (average daily rate, red.) lager is dan de omringende eilanden en onze ‘cost of doing business’ - met name Aqualectra - veel hoger ligt.”
Dus is zijn verwachting dat als de markt over een jaar of drie weer aantrekt, deze ketens dan eerst zullen kiezen voor andere eilanden en Curaçao voor de komende zeven tot tien jaar links laten liggen. ,,Kortom, een negatief reisadvies zou voor de bevolking en het eiland Curaçao desastreuze gevolgen hebben gehad!”, herhaalt de Chata-voorzitter wat hij al vóór het regeringsbesluit in Den Haag verkondigde.
Het zou naar zijn mening ook volkomen onnodig zijn geweest ‘omdat we op Curaçao de Covid-19 goed onder controle hebben’ door alle maatregelen die door de bevolking en bedrijven goed nageleefd worden. ,,Daarnaast vindt op Curaçao nagenoeg alles buiten plaats en is de zon in de vorm van vitamine D een extra bescherming tegen corona.”
Dus ja, de Chata en alle aangesloten bedrijven zijn zeer opgelucht. ,,Maar we zijn er nog lang niet, want op dit moment krijgen we ongeveer 14.000 toeristen op maandbasis binnen, terwijl dat er vóór corona 40.000 waren; dus zitten we slechts op 35 procent. We moeten daarom gezamenlijk - Chata, regering en toeristenbureau CTB - werken aan een verdere wederopbouw van het toerisme.”
De afgelopen decennia is altijd gebleken dat het blijkbaar moeilijk is om dit gecoördineerd te doen. Er is volgens Slier één oplossing om dit wel te bereiken en dat is om het CTB om te vormen tot een CTA. De Curaçao Tourism Autorithy is een private-public samenwerking, waarbij het bestuur voor de helft wordt benoemd door de overheid en de andere helft door het bedrijfsleven (Chata) en gezamenlijk kiezen zij een voorzitter.
,,Dit is een model dat door alle succesvolle eilanden wordt gebruikt om zichzelf te promoten in het buitenland, de zogenaamde ‘destination marketing’. Dit model is al door alle stakeholders goedgekeurd, maar moet nu alleen nog geëffectueerd worden. Het is mogelijk om dit op zeer korte termijn te doen door het bestuur alvast zo te benoemen en de wetgeving gelijktijdig door te voeren. Het móet nu op zeer korte termijn gebeuren, daar het nu belangrijker is dan ooit.”
Alleen op die manier kunnen het bedrijfsleven en de overheid succesvol samenwerken om vliegmaatschappijen, touroperators, de Booking.coms etc. van deze wereld te overtuigen om naar Curaçao te komen, is Slier van overtuigd. ,,Zodat ons mooie eiland Curaçao nu eindelijk eens bekend wordt in de hele wereld zoals ons zustereiland Aruba dat al tientallen jaren is.”
Ook kunnen partijen dan succesvol airlift creëren en niet zoals nu ‘veel te weinig vluchten naar Curaçao met veel te hoge ticketprijzen’, hetgeen volgens de bestuursvoorzitter ‘heel onlogisch is omdat er heel veel vliegtuigen aan de grond staan’. ,,Echter, dan moeten wij ervoor zorgen dat er ‘vraag’ is naar Curaçao, want lege vliegtuigen blijven niet lang vliegen.”
Slier pleit, tot slot, om het maandelijks maximumaantal van 20.000 toegestane toeristen ‘stapsgewijs en gecontroleerd’ voor het einde van het jaar te verhogen naar 40.000. ,,Inmiddels is duidelijk gebleken dat er geen coronagevallen zijn geïmporteerd door de goede preventiemaatregelen die wij als Curaçao hanteren.”
De toeristenbranche is erg tevreden met het besluit van de Nederlandse regering: ,,Premier Mark Rutte heeft in ieder geval de mogelijkheid gecreëerd voor ons, door Curaçao als enige bestemming voor Nederlanders open te houden en dit feitelijk met zoveel woorden te benoemen.”