Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ‘Ansary-zaak’, de aansprakelijkheidsprocedure tegen de Amerikaanse Ennia-aandeelhouder Hushang Ansary en andere voormalige bestuurders van het verzekeringsbedrijf, is aangehouden tot 28 september voor het indienen van een zogeheten conclusie van antwoord.
Dat bevestigen de advocaten van zowel eisers als gedaagden tegenover het Antilliaans Dagblad. Na eerder uitstel was de zaak, die al eind 2019 aanhangig werd gemaakt en in maart 2020 had moeten dienen, de laatste keer door het gerecht naar de rol van 31 augustus verwezen voor conclusie van antwoord door gedaagden.
Advocaat Mirto Murray treedt op namens alle gedaagden, behalve oud-directeur Gijsbert van Doorn, die Jeroen de Baar als raadsman in de arm heeft genomen. Van Doorn was eerder dit jaar de enige die wel voor de zitting kwam opdagen; niet in persoon maar via zijn advocaat.
In verband met Van Doorn staat vandaag op de rol ‘vonnis incident’. Het betreft alleen incident, waarin wordt beslist over een vrijwaringsincident. Dat houdt in dat hij de overige gedaagden in vrijwaring heeft opgeroepen om, bij eventuele veroordeling, te kunnen verhalen op de andere personen. Daarna begint de echte procedure.
De overige door Ennia gedaagden zijn eigenaar Hushang Ansary (Houston), zijn dochter Nina Ansary (Los Angeles), Ansary’s rechterhand Abdallah Andraous (Mullet Bay/Sint Maarten), voormalig algemeen directeur Ralph Palm (Curaçao) en Parman International bv (gevestigd op Curaçao).
De zaak is aangespannen door de entiteiten Ennia Caribe Holding, Ennia Caribe Leven, Ennia Caribe Schade, Ennia Caribe Zorg en EC Investments, die in verband met de noodregeling die sinds medio 2018 van kracht is, wordt bestuurd door de Centrale Bank CBCS. De Ennia-entiteiten worden in deze mega-procedure met aanzienlijke financiële maar ook maatschappelijke belangen, bijgestaan door de advocaten Karina Keizer en Sabine Altena van Ox & Wolf op Curaçao.