Vraaggesprek met de staatssecretaris
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Raymond Knops (CDA), niet in overleg is gegaan met de leden van de Staten heeft er alles mee te maken dat het proces om te komen tot een consensusrijkswet Caribische Hervormingsentiteit (CHE) nog lang niet in die fase verkeert.
,,Er is op 10 juli een aanbod gedaan vanuit Nederland om langdurige liquiditeitssteun te garanderen als de landen bereid zijn te hervormen met een orgaan dat hier toezicht op houdt, en daar moet eerst door de regeringen een politiek akkoord over zijn. Als dat er is, gaat het wetsvoorstel naar de Raad van State. Mogelijk komen er nog aanpassingen, waarna vervolgens het voorstel naar de verschillende parlementen gaat waar het voorstel al dan niet wordt goedgekeurd”, zo legt Knops uit in een vraaggesprek met deze krant.
Voor de politieke instemming is niet alles in beton gegoten, maar het is ook niet zo dat alles bespreekbaar is, zegt Knops. ,,Het geld moet niet alleen goed worden besteed, maar ook bijdragen aan de ontwikkeling van de landen.” Knops benadrukt: ,,Ik ben op dit moment in gesprek met de regering van Curaçao. En ik begrijp dat de regering natuurlijk kijkt naar hoe het in de Staten ligt. Maar er wordt nu aan de regering gevraagd om in te stemmen, niet aan de Staten. Dat debat wordt later gevoerd.”
Ondertussen gaat de humanitaire hulp gewoon door. Het Koninkrijk trekt hier ruim 40 miljoen voor uit.
Hier zijn geen voorwaarden aan verbonden. Knops: ,,Ik ben ervan geschrokken hoe sommige mensen hier wonen, van de armoede, dat is schrijnend. Ik vind deze hulp een goed voorbeeld van hoe we elkaar in het Koninkrijk bijstaan.” Wat betreft de leningen zegt Knops: ,,Dat gaat om zulke forse bedragen, daar moeten wij gewoon de garantie voor hebben dat dat op de goede manier gebeurt. Op het moment dat de Staten zeggen dat Nederland dan de autonomie aantast, dan stel ik daartegenover dat er niemand is die geld leent zonder voorwaarden. De CHE gaat toezien op de middelen die beschikbaar worden gesteld en de bestedingen hiervan. De entiteit kan ook investeringsprojecten aantrekken, externe financiering aanvragen en giften ontvangen.”
Er moet dus volgens de staatssecretaris gewerkt worden aan de noodzakelijke hervormingen, zoals het belastingsysteem en de hoge inkomens. ,,Op Curaçao gaat het om een verdelingsvraagstuk. De verschillen tussen arm en rijk zijn te groot. De Curaçaoënaars moeten zich afvragen: Wat voor land willen we zijn? Accepteren wij dat er mensen in diepe, diepe armoede leven, terwijl anderen het beter hebben? Dat is echt een politieke vraag. Dáár zou het over moeten gaan. En als Nederland door een autonoom land gevraagd wordt om voor een heel groot bedrag aan de lat te gaan staan, mag Nederland ook de vraag stellen of daar goede dingen mee gedaan worden.”
Noodzakelijke hervormingen zijn niet uit de lucht komen vallen, zegt Knops: ,,De landen hadden al eerder kunnen ingrijpen. Dan was het aan de landen zelf geweest en hadden we er ons niet mee bemoeid. Maar dit is niet gebeurd en dan rijst de vraag: ‘ben je als autonoom land in staat alle taken te vervullen?’ Dat heeft mij de opmerking ontlokt dat de landen hun autonomie niet kunnen dragen. Belangrijker is echter de vraag waar je als land naartoe wilt. En ik denk dat de landen ernaar toe willen om die autonomie uiteindelijk wél te kunnen dragen. En daar kunnen we bij helpen in het Koninkrijk.” Het gaat om solidariteit op alle niveaus. Neem bijvoorbeeld de 12,5 procent korting op het arbeidsvoorwaardenpakket van ambtenaren. Daarover stelt de staatssecretaris: ,,Laat dit even op je inwerken: op Curacao zijn 12.000 gezinnen afhankelijk van steun. Het gaat om een kleine 50.000 mensen, een derde deel van de bevolking. Mag je dan een offer vragen aan die anderen? Dat is de vraag die zich voordoet. Als ambtenaren dan de straat op gaan, kunnen ze niet denken dat dit anderen niet raakt. Dit heeft alles te maken met solidariteit. Wat ook met solidariteit te maken heeft, is dat mensen geen belasting betalen. Dat is niet zo eerlijk vind ik. Niemand vindt het fijn om belasting te betalen, maar als we het allemaal doen, kunnen we sociale voorzieningen in stand houden. Daar moet echt een slag gemaakt worden. Nogmaals de vraag is: Wat voor land wil je zijn? Willen de mensen van Curaçao dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen? Of is het ieder voor zich? Ik vind dit vanuit het Koninkrijksperspectief en de geest van het Statuut wel een punt waarover gesproken zou moeten worden.”
Nogmaals: ,,Ik gun iedereen autonomie, maar dan moet je je wel realiseren wat daar allemaal bij hoort. En wij willen graag helpen en dit is het moment om dat te doen. Laten we het ‘samen’ doen. En dan wil ik erbij zeggen dat Curaçao een land is met potentie, waarvoor nog steeds interesse is om te investeren. Maar investeerders kijken ook naar de stabiliteit op de lange termijn, zij willen ook zekerheden hebben. Ik heb vandaag met eigen ogen gezien wat de gevolgen zijn van het niet nemen van besluiten en het niet maken van keuzes. En dat wil ik niet accepteren; dat wij het normaal vinden dat mensen in situaties leven waar ik vandaag een aantal van gezien heb.”