‘Leerlingen op verkeerd niveau geplaatst’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In vergelijking met 2013/2014 zijn er meer leerlingen die vanuit het funderend onderwijs (fo) op een verkeerd niveau in het voortgezet onderwijs (vo) zijn geplaatst. De onderwijsinspectie adviseert de toelatings-, overgangs- en selectienormen voor vsbo, havo en vwo aan te scherpen.
Dat blijkt uit het rapport ‘Staat van het Onderwijs op Curaçao 2018-2019 en de Opbrengstkaarten’ dat Onderwijsminister Eugene Rhuggenaath (PAR) heeft aangeboden aan de Staten.
In het voortgezet onderwijs is het aantal doublures toegenomen. ,,Bovendien is er een vast percentage leerlingen dat vanuit de basisvorming op de havo naar het vsbo doorstroomt”, schrijft de Inspectie Onderwijs van het ministerie.
De havo-scholen lijken de gevolgen van het misplaatsen van de basisschoolleerlingen het meest te voelen. Een ‘te grote groep leerlingen’ blijft zitten in de onderbouw. Het doorstroompercentage van de derde naar de vierde en vervolgens de examenklas havo-5 ‘is doorgaans onder de norm’. Te veel havoleerlingen kunnen het niveau niet aan of ‘lopen vertraging op in hun schoolloopbaan’. ,,Dit heeft gevolgen voor de examenresultaten.” De score van geslaagden is goed, maar het niveau niet. Vooral in het havo-onderwijs geldt dat ‘het gemiddeld cijfer voor de centraal schriftelijke examens niet aan de norm voldoet’.
De onderwijsinspectie adviseert een streefprofiel voor leerlingen van de havo te formuleren, waarin ook sociale competenties worden opgenomen. De selectie bij toelating moet worden verbeterd, om plaatsing op een passende school te garanderen. ,,Ouders, leerlingen en leraren zouden een betere perceptie moeten hebben van hoe een havoleerling daadwerkelijk hoort te presteren.”
Datzelfde geldt voor het voorbereidend secundair beroepsonderwijs (vsbo). In het vsbo blijven op alle niveaus te veel leerlingen zitten in het derde jaar. De examenresultaten in het vierde jaar van de theoretisch kadergerichte leerweg (tkl) wijzen erop ‘dat een groep leerlingen het tkl-niveau niet aankan’. Ook hier luidt het advies de toelatings- en selectieprocedure aan te scherpen.
Maar de kern van de problemen bij de aansluiting met het voortgezet onderwijs ligt in het funderend onderwijs (fo), bij de basisscholen dus. De inspectie constateert dat ‘de voorbereiding op het leren en presteren op een school voor voortgezet onderwijs’ beter kan. De fo-scholen zullen meer aandacht moeten hebben voor gedrag en vorming van hun leerlingen. Dan gaat het om sociale vaardigheden, zoals samenwerken en omgaan met conflicten, maar ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en houding en attitude. Leerlingen moeten op die manier beter worden voorbereid op hun middelbare-schoolcarrière. Want in de toekomst worden scholen ook afgerekend op hun vermogen ‘om leerlingen vast te houden en zonder vertraging of uitval door hun schoolloopbaan te leiden’.
Zowel het vsbo als scholen voor havo en vwo raadt de inspectie aan, met behulp van professionals, data te verzamelen over de manier waarop leerlingen de school hebben doorlopen. Op basis daarvan moet dan een verdiepend onderzoek gedaan worden naar de problemen die spelen bij de aansluiting met het voortgezet onderwijs op Curaçao.