Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA wordt niet als een serieuze kandidaat gezien om de raffinaderij op Curaçao te exploiteren. Dat heeft te maken met de deplorabele situatie waarin Venezuela op dit moment verkeert. Op Curaçao gaan stemmen op, om na het wegvallen van Klesch Group, toch weer contact te zoeken met PdVSA, dat als moedermaatschappij van Refineria Isla, tot januari dit jaar de Curaçaose raffinaderij en Bullenbaai ruim drie decennia huurde. Van de 900 Isla-medewerkers zijn er nu nog 535 in dienst van Refineria di Kòrsou (RdK) en Curaçao Refinery Utilities (CRU) die in afwachting van een nieuwe operator de installaties onderhouden.
,,Nee, PdVSA is geen alternatief”, antwoordde RdK-directeur Marcelino de Lannoy woensdagavond 29 juli op een vraag tijdens een informatiesessie van de overheid in de serie Fòrti Habrí. ,,Kijk naar de televisie, dan zie je hoe mensen in Venezuela lijden. Door de sancties van het buitenland kunnen ze niet eens een schroefje inkopen. Zelfs de eigen raffinaderijen werken niet. De olie moet worden geïmporteerd uit Iran.” PdVSA is dan ook geen optie, stelt De Lannoy kort en bondig.
Ook op de vraag waarom de overheid geen contact zoekt met partijen die geïnteresseerd zouden zijn, volgt een duidelijke boodschap, zowel van de RdK-directeur als van premier Eugene Rhuggenaath (PAR). Geïnteresseerde partijen moeten zich melden bij RdK en het vastgestelde proces doorlopen. De Lannoy: ,,Dat is een integere en vertrouwelijke procedure. Als politici zeggen dat ze met bepaalde bedrijven hebben gesproken, dan slaat de angst me om het hart. Want dat betekent dat er een parallel proces loopt. Daarvoor zijn mensen eerder veroordeeld met een gevangenisstraf.”
De Lannoy doelt op de rechtszaak Lacerta waarin voormalig RdK-directeur Roderick van Kwartel in februari werd veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, en drie medewerkers tot 30 maanden. Van Kwartel is in beroep gegaan tegen het vonnis. Het gerecht in eerste aanleg acht bewezen dat de vier mannen voor minstens vijf miljoen dollar aan steekpenningen hebben gevraagd aan het bedrijf Count/AOT, dat meedeed in het aanbestedingstraject voor een nieuwe strategische partner voor de raffinaderij. De kwestie zou hebben meegespeeld bij het plotseling afhaken van Motiva Enterprises begin februari 2019. Motiva was geselecteerd als voorkeurskandidaat door de Project Management Organisatie (PMO) en RdK, maar vreesde meegesleept te worden in een corruptieschandaal.
Wie interesse heeft moet zich dus melden bij RdK en nergens anders. ,,We sluiten niemand uit, geen land, geen bedrijf”, zegt premier Rhuggenaath. ,,Maar het kan niet zo zijn dat iemand binnenkomt via een achterdeurtje. Dat is schadelijk voor het land. Het beeld van corruptie zorgt ervoor dat bedrijven in de toekomst niet komen, omdat ze hun naam niet willen besmetten. Denk aan de reputatie van Curaçao.”
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.