Regering: Faillissement heeft grote gevolgen voor vertrouwen bancaire wereld
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De oplossing voor Girobank bestaat uit een opsplitsing in een ‘good bank’ (gedeeltelijke overname van de portefeuille door APC Bank) en een ‘bad bank’. De ‘bad bank-portefeuille’ blijft dan bij de Girobank, waaronder 41 procent van de rekeninghouders, APC (pensioenfonds), Refineria Isla/PdVSA, en de overige crediteuren.
Dat blijkt uit antwoorden van de regering op vragen van de Statenfracties in verband met de gewijzigde begroting 2020. De ‘bad bank’ bestaat dan uit een reeks restschulden van Girobank: rekeninghouders 126,5 miljoen deposito’s; Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) 110 miljoen; Refineria Isla 44 miljoen; Centrale Bank CBCS 257 miljoen (voorschotten in verband met de noodregeling); crediteuren 18 miljoen; ‘non performing loans’ 160 miljoen. Daar staan tegenover 20 miljoen dollar aan claims via het gerecht (dit betreft een vordering van Giro) en activa Girobank (gebouwen, meubilair, software et cetera).
De Giroproblematiek en de waarden die hierbij relevant zijn blijken ‘deels dynamisch’, schrijft de regering. De grootheden die bekend zijn betreffen de nominale waarde van de gelden van de rekeninghouders en deposito’s van 482 miljoen gulden, inclusief een deposito van pensioenfonds APC van 100-110 miljoen en een deposito van PdVSA-dochtermaatschappij Refineria Isla van 43-44 miljoen.
Verder een leningenportefeuille van nominaal 404 miljoen, waarvan de waarde van de zogenaamde ‘performing loans’ op dit moment niet bekend is ‘door het aanhoudende uitstel van een afwikkeling en de Covid-19-effecten’. Voorts is dus ook een voorschot van maar liefst 267 miljoen verschuldigd aan toezichthouder de CBCS.
De regering stelt erbuiten te staan en dat het ‘Land Curaçao in principe geen verplichtingen heeft jegens betrokken partijen’ (CBCS, APC, rekeninghouders, crediteuren). Toch zal een faillissement van de Girobank volgens het kabinet dermate grote gevolgen hebben voor de financiële sector en het vertrouwen/imago in de bancaire wereld dat de minister van Financiën ‘alle alternatieven zal aanwenden om tot een oplossing te komen’. ,,In het geval van faillissement zullen de rekeninghouders waarschijnlijk hun tegoeden verliezen; indien de afspraken tussen APC, CBCS en Land Curaçao uitgevoerd kunnen worden, zullen de rekeninghouders op termijn over hun tegoeden kunnen beschikken via de APC Bank.”
De minister heeft een bemiddelingsactie ondernomen in een poging om middels de verkoop van een deel van de portefeuille van Girobank (‘good bank’) aan de APC Bank een gedeelte van de tegoeden van de rekeninghouders te garanderen. ,,Er zijn onderhandelingen gevoerd tussen APC en CBCS en de minister om te voorkomen dat de CBCS het faillissement van de Girobank aanvraagt, waardoor alle belanghebbenden hun tegoeden zullen verliezen.”
Op dit moment is er een conceptovereenkomst - Uitgangspuntendocument - tussen partijen Land, CBCS en APC en een leenovereenkomst tussen CBCS en het Land Curaçao, waarbij de enerzijds de rekeninghouders op termijn (tussen één en vijf jaar) over hun tegoeden kunnen beschikken en anderzijds de CBCS en APC op langere termijn over hun vordering c.q. tegoeden kunnen beschikken via de APC Bank.
,,Cruciaal is de optie/wens van de minister om deze overeenkomst deels via opcenten te kunnen financieren”, aldus de Nota naar aanleiding van het verslag van de Staten. Dit wordt in de komende weken aan de Staten voorgelegd voor ondersteuning en goedkeuring.
Het Girobankdossier wordt ook genoemd in de brief van de Rijksministerraad, als voorwaarde voor de tweede tranche liquiditeitssteun, als een van de probleemdossiers, dat door het College financieel toezicht (Cft) moet worden beoordeeld alvorens tot een definitieve oplossing/afwikkeling te kunnen komen. ,,Dus er kan geen datum worden genoemd voor de afwikkeling van het dossier en oplossing van de problematiek.”
Ten aanzien van de Giro is de noodregeling al sinds 2013 van toepassing. Minister Kenneth Gijsbertha (MAN) hecht eraan te benadrukken dat de bevoegdheid om de noodregeling bij de Girobank af te kondigen niet bij de minister van Financiën ligt, maar bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). ,,De minister heeft geen zeggenschap hierover en kan dit proces ook niet beïnvloeden.”
Vanuit de Staten waren er vragen of Girobank financiële gevolgen zal hebben voor de suppletoire begroting 2020. ,,Wat is de financiële impact van Girobank in miljoenen uitgedrukt op de begroting 2020 van Land Curaçao? Hoe gaat men concreet een mogelijke financiële impact van Girobank financieren?”
De oplossingsrichting van de minister is om de problematiek ‘budgetneutraal op te lossen’ middels de heffing van opcenten en deze opbrengsten te bestemmen voor de gedeeltelijke aflossing van de CBCS, de rekeninghouders en overige crediteuren van de Girobank. Let wel, aldus Gijsbertha, het Land is in principe niets verschuldigd aan betrokken partijen.
,,Als het Land zich niet mengt in de afwikkeling van de Girobank is het risico voor het Land nihil”, schrijft de regering. De CBCS zal de activa van de bank moeten verkopen/veilen, en met de crediteuren - waaronder de CBCS zelf - de rekeninghouders en overige crediteuren moeten afrekenen. Het is op dit moment niet bekend wat de verkoop van de leningenportefeuille zal opbrengen, alsook de verwachte opbrengsten van de verkoop van overige activa en de uitslag van de rechtszaken tegen de voormalige aandeelhouders. De rekeninghouders zullen met een percentage van hun tegoed bij de bank genoegen moeten nemen. ,,De CBCS zal, afhankelijk van het resultaat ook een deel van de vordering moeten absorberen.”
Indien de afwikkeling plaats vindt conform het principeakkoord tussen het Land Curaçao, APC, Girobank en CBCS zal de regering zich inzetten om de rekeninghouders op termijn volledig te laten vergoeden. Dat gebeurt deels door het ‘performing loans’ deel van de leningen te verkopen aan APC en de opbrengst aan te wenden om een deel/percentage van het saldo van de rekeninghouders te garanderen bij de APC Bank; en deels ook door de verkoop van overige activa van de Girobank en inning.
Deels ook door een extra heffing die wordt aangewend voor: aflossing restant van het saldo van de rekeninghouders door tussenkomst van APC Bank; aflossing van deposito van APC en Refineria Isla; aflossing van de lening van CBCS door Giro middels een leningsovereenkomst tussen CBCS en Land Curaçao, en garantie van Land Curaçao; en ook in dit scenario zal slechts de extra heffing aangewend worden om de diverse belanghebbenden te betalen, en dan tot het maximum van de opbrengsten van de extra heffing. Minister Gijsbertha heeft nog geen onderzoek in laten stellen op de reden van de ‘bank-run’ in december 2019.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.