Genoeg waarborgen tegen machtsmisbruik
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bij het opstellen van de ontwerp-Landsverordening uitzonderingstoestand (oftewel de ‘noodwet’) is niet over één nacht ijs gegaan, zo blijkt uit de Memorie van Toelichting (MvT). Hoewel het belang van de wet duidelijker werd door de coronacrisis, blijkt dat het ontwerp al in 2018 op tafel lag.
De landsverordening doorliep in juni 2018 het adviesproces en op aanraden van de Raad van Advies (RvA) is ook om een oordeel gevraagd van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Dit oordeel is in november 2018 gegeven. Na ontvangst van het advies van de raad is ‘de Memorie van Toelichting ingrijpend bewerkt’, zo wordt nader uitgelegd.
De regering heeft nog overwogen om de aangepaste wet voor spoed aan de Staten aan te bieden in verband met de coronacrisis. Desondanks is ervoor gekozen de RvA opnieuw te verzoeken advies uit te brengen op het aangepaste ontwerp met toelichting.
Er is één punt waarop de regering afwijkt van het advies van de RvA en dat is dat de raad vindt dat er meer aangesloten moet worden bij de systematiek van de Nederlandse noodwetgeving, terwijl Curaçao de Sint Maartense wet als uitgangspunt heeft genomen. De regering legt uit dat het een heilloze weg is gebleken om de Nederlandse wetgeving te volgen. ,,De Nederlandse wetgeving is moeilijk te doorgronden”, zo wordt met concrete voorbeelden aangevoerd. ,,Het in beginsel eenvoudige en overzichtelijke door Sint Maarten in 2010 gekozen systeem heeft daarom duidelijk de voorkeur.” Wel is de Nederlandse wetgeving voortdurend benut als vergelijkingspunt of bron.
Tekenend voor het verschil tussen de Nederlandse en Sint Maartense wetgeving vindt de regering dat op Sint Maarten wel de uitzonderingstoestand is afgekondigd bij de coronacrisis, maar Nederland de algemene noodwetgeving niet in werking heeft gesteld. Hoewel de noodwet veel bevoegdheid toekent aan de minister van Algemene Zaken, zijn er genoeg waarborgen opgenomen om te voorkomen dat er ‘een dictatuur’ (red.) kan ontstaan. Zo kan de ‘uitzonderingstoestand’ alleen afgekondigd worden als de Staten daarmee akkoord gaan. Bovendien hebben de Staten vanaf het tijdstip dat een uitzonderingstoestand is uitgeroepen de bevoegdheid te beslissen over het al of niet voortduren daarvan. Uitroepen en opheffen van de uitzonderingstoestand moet verplicht in het Publicatieblad worden afgekondigd.
Verder wordt de noodtoestand in eerste instantie voor maximaal drie maanden uitgeroepen waarbij het burgerlijk gezag dan tijdelijk bevoegdheden krijgt waarover het onder normale omstandigheden niet beschikt. Deze periode kan nog eens met drie maanden verlengd worden. De landsverordening is verder getoetst aan internationale wetgeving, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR).
In de landsverordening kunnen burgerlijke bevoegdheden worden toegekend aan het militair gezag. Maar hierin kan alleen voorzien worden bij rijkswet, omdat dit een koninkrijksaangelegenheid is. Overigens wordt er in de MvT op gewezen dat deze rijkswet nog niet bestaat.
Wat wel kan is het volgende: ,,Militaire bijstand wordt verleend door eenheden van de krijgsmacht gestationeerd op Curaçao en Aruba. Gelet op het civiele karakter van de kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, kan het kustwachtstation te Curaçao niet als militair gezag worden aangemerkt. Dit neemt niet weg dat de kustwacht bijstand kan verlenen in gevallen van ramp, ongeval of verkeersverstoringen, zoals geregeld in de Rijkswet kustwacht. Verder kan Curaçao ook een beroep doen op dienstplichtigen en het Vrijwilligerskorps Curaçao (VKC). Dit korps bestaat momenteel uit 95 vrijwilligers die worden ingezet ter ondersteuning van de politie bij de handhaving van de openbare orde.”
In antwoord op opmerkingen van de RvA legt de regering verder uit dat er niet te veel invulling gegeven kan worden aan de uitzonderingstoestand. Er kan namelijk niet van tevoren worden gezegd welke bevoegdheden zullen worden toegepast, op welke manier en in welke mate. De regering: ,,Alles zal afhangen van de concrete omstandigheden. Een viruscrisis is nu eenmaal heel wat anders dan een natuurgeweldscrisis.” Er is in de Landsverordening uitzonderingstoestand gekozen om een en ander uit te werken in een ministeriële regeling met algemene werking, omdat dit het snelst ingezet kan worden.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.