Premier Rhuggenaath: Mijn strijd is niet tegen Nederland
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De woorden die premier Eugene Rhuggenaath (PAR) sprak tijdens een persconferentie op donderdag 14 mei zijn in de Nederlandse media ongenuanceerd uitgelegd. Rhuggenaath riep de eilandbewoners op elkaar te steunen in plaats van de vinger te wijzen naar Nederland.
Even googelen en een waslijst van media, waaronder dagbladen Trouw en NRC, NOS en nporadio1, popt op met dat ene en hetzelfde zinnetje dat zij eensgezind overnemen: ,,Tijdens een persconferentie in de aanloop naar gesprekken in Nederland over de steun benadrukte hij (premier Rhuggenaath, red.) ‘geen loopjongen’ van Nederland te zijn.” Vervolgens gaan ook Nederlandse politici, onder wie Tweede Kamerlid André Bosman (VVD), er mee aan de haal.
Maar dat is wel erg kort door de bocht en gaat voorbij aan de kern van de boodschap van de Curaçaose premier. Dat heeft hij gisteren opnieuw bevestigd tegen het Antilliaans Dagblad. ,,Mijn strijd is niet tegen Nederland”, zegt Rhuggenaath. ,,Het gaat mij niet per se om onafhankelijkheid, maar om een beter Koninkrijk. Ik vecht juist voor een sterker Curaçao dat als autonoom land volledig zijn verantwoordelijkheid draagt met een niveau van voorzieningen, welvaart en welzijn gelijkwaardig aan dat van Nederland en de EU.” Rhuggenaath streeft daarom naar meer financieel-economische onafhankelijkheid voor het eiland. ,,Dat betekent een sterker Curaçao en een beter functionerend Koninkrijk gebaseerd op gelijkwaardigheid. Dat is nu niet het geval.”
VVD-kamerlid André Bosman reageert zowel tijdens een vergadering van de Tweede Kamer op 20 mei over de liquiditeitssteun aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten, als in een radio-uitzending op NPO 1 op de vermeende opmerking van Rhuggenaath dat hij zich voelt weggezet als een loopjongen door de houding van Nederland. ,,Ik houd van helderheid”, zegt Bosman volgens het verslag van de vergadering. ,,Ik zag vandaag een kop in de krant: ‘Take it or leave it’. Dat is glashelder. Het is nu tijd voor de bestuurders op de eilanden om door te pakken. Goed dat Aruba dat ondertussen gedaan heeft. De uitspraak van de minister-president van Curaçao vond ik minder gepast. Er is geen sprake van het zijn van een loopjongen van Nederland. Hij is volgens mij de loopjongen van de inwoners van Curaçao. En zoals de inwoners er nu aan toe zijn, kan de minister-president van Curaçao beter wat harder gaan lopen.”
Maar Rhuggenaath gaat in zijn toespraak op 14 mei de strijd niet aan met Nederland. Hij doet een oproep aan de bevolking om samen een vuist te maken. Hij rekent af met het imago dat op het eiland bestaat van PAR-premiers, waaronder hijzelf. ,,Dat wij altijd een goede relatie hebben met Nederland en staan voor een goede samenwerking met de Koninkrijkspartners, betekent niet dat ik een verlengstuk ben van Den Haag”, legde Rhuggenaath gisteren uit. ,,Dat ben ik niet en dat klopt ook niet. Ik ben door ons volk gekozen en werk in het belang van Curaçao. Dat betekent dat er ook momenten zijn dat ik het niet eens ben met de Nederlandse regering.”
Deze krant citeerde destijds als volgt uit zijn toespraak op 14 mei: ,,We hebben lang politieke instabiliteit gekend. Voor degenen die denken dat Nederland de oplossing is, wil ik zeggen: Nederland is alleen geïnteresseerd in ons als we niet hun probleem worden en we niet voor ‘gedoe’ zorgen. En dan wordt deze regering telkens verweten naar de pijpen van Nederland te dansen (‘mucha mandá’), maar ik wil niet meer afhankelijk zijn van Nederland. Ben ik een ‘mucha mandá’?” Waar het de premier om gaat, is de kritiek op het eiland zelf. Hij benadrukt dus dat hij zijn eigen pad volgt, op weg naar een sterker Curaçao.