Financieringsbehoefte Curaçao NAf 1,1 mld en US$ 600 mln deviezen unie
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Curaçao wordt dit jaar geconfronteerd met een financieringsbehoefte van 1,1 miljard gulden (22 procent van het bruto binnenlandse product, bbp) en Sint Maarten van 418 miljoen (27 procent bbp).
In een vertrouwelijke, zeer recente notitie, schetst het IMF Western Hemisphere Department een uiterst somber beeld van de financiële situatie van de monetaire unie Curaçao en Sint Maarten. Het is naar deze notitie waar de drie Caribische leden van het College financieel toezicht (Cft) verwijzen in de brandbrief waarin zij zich ‘volledig distantiëren’ van het advies van het Cft-voorzitter Raymond Gradus aan de Rijksministerraad (RMR).
De buffers in alle sectoren zijn gering, stelt IMF, al vóór de coronacrisis. Gebaseerd op projecties dat de grenzen vier maanden dicht blijven, gevolgd door een geleidelijk herstel van het toerisme, zakt de economie met 15 tot 18 procent in. Dit is ervan uitgaande dat in het derde kwartaal het verblijfstoerisme herstelt tot 25 procent en in het vierde kwartaal tot 75 procent ten opzichte van 2019. Daarmee komt nog maar de helft van de toerismeopbrengsten binnen.
Parallel aan de financieringskloof voor de overheid zorgt de terugval van de economie voor ‘significante behoefte’ om de betalingsbalans van de unie te ondersteunen. Vergeleken met vóór Covid-19 zal het tekort op de lopende rekening stijgen tot bijna 620 miljoen (gelijk aan 17,3 procent van het gezamenlijke bbp van de unie). Dit als gevolg van 50 procent minder inkomsten uit toerisme (=export) en ook uit andere sectoren die door de lockdown keihard geraakt worden. Voor de internationale reserves geldt de norm van drie maanden importdekking. Rekening houdend met deze vereiste als internationale standaard voor deviezen, zal volgens de IMF-notitie de behoefte aan deviezen oplopen tot 600 miljoen dollar (ofwel 17 procent bbp), hoewel er meteen al voor wordt gewaarschuwd dat dit wel eens meer zou kunnen zijn als er andere tegenvallers zijn.
Indien ervan wordt uitgegaan dat de financiering wordt gedekt door middel van leningen loopt de schuldquote nog dit jaar op tot 90 procent voor Curaçao en 91 procent voor Sint Maarten. Voor Curaçao is dat zo’n 33 procent bbp hoger dan voordat de coronacrisis toesloeg. IMF: ,,Gegeven de sterke stijging van de schuldquote, dient het te ontwerpen steunpakket rekening te houden met de houdbaarheid van de schuldquote op de middellange termijn.”