Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Bij Banco del Orinoco is door de Centrale Bank CBCS slechts voor enkele honderdduizenden getraceerd tegenover 1,5 miljard aan verplichtingen.
Dat leest het Antilliaans Dagblad in het faillissementsvonnis van afgelopen vrijdag. Op verzoek van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is de noodregeling van 5 september een maand later omgezet in faillissement van de internationale bank van Venezolaanse origine gevestigd in Punda op Curaçao. Banco del Orinoco maakt deel uit van de Grupo Financiero BID.
De bezittingen blijken minimaal en de schulden des te groter. Tussen ‘enkele honderdduizenden’ en anderhalf miljard zitten heel wat nullen. De verplichtingen van 1,5 miljard (vermoedelijks guldens, hoewel het vonnis geen munteenheid aangeeft, red.) zijn aan voornamelijk Venezolaanse en andere Latijns-Amerikaanse depositohouders enerzijds en uit hoofde van de bedrijfsvoering van Banco del Orinoco, waaronder loon en huur.
Ook nu weer - net als bij het lezen van het vonnis waarin de noodregeling werd uitgesproken - een beeld van list en bedrog. Anders dan ten tijde van het uitspreken van de noodregeling begin vorige maand nog door Banco del Orinoco werd beweerd, blijkt er géén vermogen te zijn ondergebracht bij de drie door de bankinstelling genoemde effectenbewaarders: Farringdon, Welden en Vistra.
De Centrale Bank heeft haar eerder vaststelling dat Banco del Orinoco zich bij haar financiële verantwoording aan CBCS en de externe accountant heeft bediend van vervalste stukken bevestigd gezien”, aldus meldt het faillissementsvonnis in handen van deze krant.
Direct na de intrekking van de bankvergunning op Curaçao kwam Grupo Financiero BOD - met volgens de website president-directeur Victor Vargas aan de top van deze Venezolaanse financiële groep - met verwijten aan het adres van de CBCS en in het algemeen belastende uitspraken richting Curaçao. De Association of International Bankers (IBA) van Curaçao had geen goed woord over voor deze ‘misleiding’ door BOD.
Ook ‘garandeerde’ het moederbedrijf dat de activa van Banco del Orinoco meer zouden zijn dan de verplichtingen en dat de waarde van de bezittingen op de balans zou zijn onderzocht en vastgesteld door belangrijke en grote accountantskantoren; en dus dat alle rekeninghouders volledig zouden worden terugbetaald. Het vonnis van vrijdag jongstleden geeft aan dat de werkelijkheid anders is.
Op grond van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (Ltbk) moet de CBCS het faillissement van de kredietinstelling aanvragen als het eigen vermogen negatief is en de doeleinden van de noodregeling niet gerealiseerd kunnen worden.
Uit het verzoekschrift van de Centrale Bank en de toelichting ter zitting is het voor de rechter aannemelijk geworden dat deze situatie zich ten aanzien van Banco del Orinoco voordoet. En zijn ‘zelfs onvoldoende middelen beschikbaar’ om de lopende boedelverplichtingen van deze Venezolaanse bank op Curaçao te voldoen.
Het verweerschrift van advocaat Jairo Bloem, die namens Banco del Orinoco optreedt, biedt naar het oordeel van het gerecht ‘geen aanknopingspunten voor een tegengesteld oordeel’. De rechter wijst erop dat het niet gaat om de situatie in de voorgaande jaren, maar om de huidige situatie van de bank.
Uit het faillissementsvonnis blijkt ook dat de aanvankelijke bestuurders van Banco del Orinoco ‘voorafgaand aan het uitspreken van de noodregeling’ op 5 september ‘zijn teruggetreden dan wel door de aandeelhouder ontslagen’.
Het zou moeten gaan om de directeuren Santos Alonso Ramos met de Spaanse nationaliteit als president-directeur; alsmede Luis Alfonso De Borbon Martinez Bordiu, eveneens Spanjaard, als managing director/vicepresident; de Venezolaan Joel Santos Tobio; en de op Curaçao geboren René Römer. Zij stonden tot voor kort ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in het Handelsregister.
De CBCS heeft op 27 september het verzoekschrift voor het faillissement ingediend. Banco del Orinoco is op 2 oktober opgeroepen. Advocaat Bloem heeft namens de aandeelhouders om aanhouding verzocht, welk verzoek niet werd ingewilligd. Op 4 oktober is een verhoor in raadkamer gehouden en op die dag is de bank in staat van faillissement verklaard. De advocaten Michiel Gorsira en Stan van Liere zijn aangesteld als curatoren, terwijl Pieter de Kort is benoemd tot rechter-commissaris.
Banco del Orinoco nv werd al in juli 1987 opgericht. Volgens de website van de bank eerst op Bonaire, maar spoedig volgde verhuizing naar Curaçao. De bank laat een spoor aan schulden achter.