Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - ,,Nederland is één van de grootste drugsimporteurs (en makers van XTC) en Curaçao is een trampoline. Wij produceren en gebruiken niet. De gedachte dat enkel door het probleem op Curaçao te bestrijden hét grote probleem zal zijn opgelost, is een fata morgana. Als de kraan op Curaçao wordt dichtgedraaid, gaat er ergens anders eentje open. Het probleem is de import.”
Dat stelt minister Quincy Girigorie (PAR) van Justitie in reactie op uitspraken van burgemeester Ahmed Aboutaleb afgelopen week en de ophef die daarover is ontstaan. Aboutaleb zei ter afsluiting van zijn werkbezoek aan Curaçao dat de drugsscanners op zowel Hato als in de haven defect zijn en dat het daardoor moeilijk wordt de drugssmokkel tussen Nederland en Curaçao hard aan te pakken. Dat is bij verschillende partijen in het verkeerde keelgat geschoten, zo ook bij voormalig politieagent en huidig Statenlid namens de PIN, Rennox Calmes.
In een reactie ontkent Justitieminister Girigorie ten eerste direct dat de drugsscanner op Hato defect is: ,,Die functioneert gewoon. En dat weet Aboutaleb ook. Over andere scanners kan ik geen uitspraken doen.”
Voor wat betreft de uitspraken van de Rotterdamse burgemeester stelt Girigorie deze niet zelf te hebben gehoord, maar er wel kennis van te hebben genomen in de media. ,,Als de negatieve uitlatingen die ik in de pers heb gelezen stroken met de werkelijkheid, concludeer ik dat de heer Aboutaleb de aandacht van het falende beleid van Nederland op het gebied van drugs en georganiseerde criminaliteit wil verleggen. Als ik de nationale én internationale rapporten over georganiseerde criminaliteit en het drugsbeleid van Nederland lees, kan ik namelijk niet anders concluderen dan dat het beleid van Nederland meer dan falend is. Nederland wordt een narcostaat genoemd en er zijn indicaties dat justitiële organisaties zijn geïnfiltreerd. Rotterdam staat hierin centraal. Ik neem aan dat het gemakkelijk is de aandacht weg te nemen van deze problemen door de negatieve lens op Curaçao te plaatsen. Daar staan de Nederlandse pers en enkele Nederlandse politici bekend om.”
De Justitieminister benadrukt tegenover deze krant dat Curaçao ‘uiteraard een eigen verantwoordelijkheid heeft om de drugssmokkel op en via het eiland met man en macht te bestrijden’. ,,Het is bekend dat een groot deel van de moorden waar we op Curaçao per jaar mee te maken hebben - zeker 60 procent - verband houdt met de drugssmokkel naar Nederland en Europa. We hebben onze verantwoordelijkheid nooit ontkend, maar het moet een gezamenlijke inspanning zijn met internationale partners die veel meer mogelijkheden hebben dan wij. Dat is de enige manier die wereldwijd effectiviteit heeft getoond. Curaçao is veel te klein om deze oorlog alleen te lijf te gaan.”
In dit kader wijst hij dan ook op onder andere Nederland - als ‘één van de grootste drugsimporteurs’ - en stelt: ,,Pas wanneer de importeur beseft dat wij de krachten moeten bundelen in plaats van enkel de beschuldigende vinger naar ons te wijzen, zullen we in deze strijd zegevieren.” Girigorie vervolgt: ,,Als Aboutaleb dus daadwerkelijk het probleem wil oplossen waarin Nederland een belangrijke schakel vormt, moeten we dat samen doen. Daarin is er geen ruimte om de beschuldigende vinger te wijzen, want drie van die vingers wijzen dan op Nederland en Rotterdam.”