Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ambtenaar van Kranshi, de Burgerlijke Stand op Curaçao, wordt door de rechter gelast om van een - nu nog ongeboren - kind van twee gehuwde vrouwen de geboorteakte op te maken met inachtneming van de eerder in Nederland verleden erkenning.
De vrouwen werden ter zitting vertegenwoordigd door de advocaten Stenny Ayubi-Haakmeester en Adir Ayubi. Tegenover het <f"adscala-italic">Antilliaans Dagblad <f"adscala-romein"> leggen zij in een uitvoerige toelichting uit wat er voorafging aan dit belangrijke en baanbrekende vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao van afgelopen vrijdag, 7 juni 2019.
De uitleg begint met de achtergrondsituatie: [Vrouw 1] en [vrouw 2], ‘beiden van het vrouwelijke geslacht’, zo voegen de advocaten er voor alle duidelijkheid aan toe, zijn in Nederland gehuwd. [Vrouw 1] en [vrouw 2] hebben zich medio 2018 op Curaçao gevestigd en zijn hier elk ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens; als burgerlijke staat is daarin vermeld ‘gehuwd’.
,,[Vrouw 2] is dankzij de medewerking van een donor zwanger geworden. Met toestemming van [vrouw 2] is haar ongeboren vrucht door [vrouw 1] erkend en is als geslachtsnaam voor het kind de geslachtsnaam van [vrouw 1] gekozen, waarvan door de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Nederland een (prenatale) akte van erkenning is opgemaakt.” [Vrouw 1] en [vrouw 2] hebben de ambtenaar van de Burgerlijke Stand op Curaçao - Kranshi - verzocht deze akte in de registers (geboorteakte) in te schrijven. ,,Deze heeft dat bij brief geweigerd”, aldus de advocaten.
[Vrouw 1] en [vrouw 2] hebben gevorderd de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te gelasten om bij de aangifte van de geboorte van hun kind hen beiden als ouder op te nemen met de naamkeuze en voor recht te verklaren dat ‘de akte van erkenning van elk kind waarvan een vrouw thans zwanger is’ zoals opgemaakt in Nederland bij de geboorte van het kind,
Het Gerecht heeft beoordeeld dat [vrouw 1] en [vrouw 2] op zich ‘een spoedeisend belang’ hebben bij hun verzoek. Zij hebben in dit verband volgens de rechter terecht aangevoerd dat ‘een gezagsvacuüm’ zal ontstaan als [vrouw 2] ten tijde van of kort na de geboorte iets zou overkomen. Voorts is ook sprake van erfrechtelijke belangen, die ook al voor de geboorte kunnen spelen.
,,In het Statuut is bepaald dat vonnissen - door de rechter in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten gewezen - en bevelen, door hem uitgevaardigd, mitsgaders grossen van authentieke akten, aldaar verleden, in het gehele Koninkrijk ten uitvoer kunnen worden gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen van het land, waar de tenuitvoerlegging plaatsvindt.”
Ayubi-Haakmeester en Ayubi: In dit geval is door [vrouw 1] en [vrouw 2] aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand hier te lande verzocht een afschrift van de in Nederland opgemaakte akte van erkenning van elk kind waarvan [vrouw 2] thans zwanger is, zijnde een grosse van een authentieke akte, in een register van de Burgerlijke Stand op te nemen.
,,De Hoge Raad heeft overwogen dat de rechtskracht van akten binnen het Koninkrijk overal gelijk is en dat dit niet alleen geldt voor de vatbaarheid van tenuitvoerlegging en de bewijskracht maar ook ten aanzien van de vatbaarheid voor inschrijving of vermelding van dergelijke akten en van de daarin neergelegde constateringen en rechtsfeiten in de openbare registers, behoudens uitzonderingen bij de wet.”
De rechtskracht - en daarmee de rechtsgevolgen - van de in Nederland opgemaakte akte lijkt op basis hiervan een gegeven. Deze wordt derhalve niet gecreëerd door de verzochte inschrijving maar geëffectueerd. De vraag die rest is dan of sprake is van uitzonderingen bij de wet. Zo lichten Ayubi-Haakmeester en Ayubi het vonnis toe.
Daarmee wordt niet bedoeld of de akte ook op basis van de hier geldende wettelijke bepalingen zou zijn opgemaakt (conflictrechtelijke toetsing) en ook behoeft geen (zoals in het internationaal privaatrecht gebruikelijk) toetsing aan de openbare orde plaats te vinden. Dit laat onverlet dat de ambtenaar van de Burgerlijke Stand de authenticiteit en juistheid van de inhoud van de akte kan toetsen, maar deze staan in casu niet ter discussie.
Door Kranshi is aangevoerd dat daadwerkelijke vermelding niet mogelijk is omdat (de inrichting van) het register hiervoor geen ruimte laat. Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht is hiermee geen sprake van een uitzondering bij de wet zoals door de Hoge Raad bedoeld.
Het genoemde bezwaar dat de akte van geboorte achtereenvolgens de geslachtsnaam en de voornamen van de vader en de geslachtsnaam en de voornamen van de moeder vermeldt, moet naar het voorlopig oordeel van het Gerecht worden aangemerkt als een uitvoeringsprobleem (dat kan worden opgelost door moeder 1 met geslachtnaam en voornamen te vermelden en moeder 2 eveneens). Zou dit anders zijn, dan wordt via een achterdeur toch de toetsing aan de hier te lande geldende inhoud van de wet toegelaten.
Gelet op vorenstaande overwegingen zal worden gelast na de geboorte van elk kind waarvan [vrouw 2] thans zwanger is de geboorteakte op te maken met in achtneming van de akte zoals deze in Nederland is verleden. Deze uitspraak is in het belang van ‘elk kind waarvan [vrouw 2] thans zwanger is’ omdat dit ook binnen het huwelijk van [vrouw 1] en [vrouw 2] wordt geboren.
Het Gerecht op Curaçao heeft daarom besloten om de ambtenaar van de Burgerlijke Stand te gelasten na de geboorte van elk kind waarvan [vrouw 2] nu zwanger is de geboorteakte op te maken met inachtneming van de authentieke akte van erkenning zoals deze in Nederland is verleden en verklaarde dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.naar zijn aard vatbaar is voor opneming in het geboorteregister van Curaçao.
,,Zij hebben hiertoe gesteld dat de akte van erkenning een authentieke akte is die op grond van artikel 40 van het Statuut hier erkend moet worden, omdat het kind op Curaçao geboren zal worden. Nu sprake is van een rechtsgeldig huwelijk tussen hen moeten de wettelijke bepalingen aldus worden aangevuld of geïnterpreteerd dat ook twee moeders of twee vaders als juridische ouder in de geboorteakte kunnen worden opgenomen.” Aldus Ayubi-Haakmeester en Ayubi.
De ambtenaar van Kranshi heeft daarop gesteld dat het hier niet louter gaat om de registratie van een buitenlandse akte, maar om het opmaken van een akte van de Burgerlijke Stand en dat de wetgeving hem slechts toestaat in de geboorteakte gegevens op te nemen die bij of krachtens de wet mogen worden opgenomen en dat een moeder is degene uit wie het kind geboren is of die het kind heeft geadopteerd. Een ‘erkenner’ kan slechts een persoon van het mannelijk geslacht zijn. Ten aanzien van de naamkeuze geldt op Curaçao dat dit de geslachtsnaam van de moeder of de vader of een combinatie van beide moet zijn.