Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Washington - Het IMF zet openlijk vraagtekens bij de drastische door het Cft voorgestelde aanpak om de Curaçaose tekorten op korte termijn terug te dringen; deze kan weleens ‘contraproductief’ uitpakken, aangezien het zal leiden tot verdere economische krimp.
Dit meldt het meest gezaghebbende internationale financiële en monetair instituut in een op 7 juni jongstleden uitgebracht verslag over Curaçao. In zowel de hoofdtekst als in een toelichtende voetnoot stelt het IMF dat de compensatie van de tekorten van 2017, 2018 en vermoedelijk ook 2019 de facto betekent dat Curaçao in 2020 maar liefst 3,4 procent bbp (bruto binnenlands product) moet ombuigen.
,,Een aanpassing van deze magnitude in een situatie van voortdurende economische zwakte kan contraproductief werken omdat het nog meer negatieve economische groei tot gevolg kan hebben (namelijk geschat 1,5 procent in 2020).”
Daarmee lijkt de regering-Rhuggenaath zich in de discussie met het Cft en het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) geruggensteund door het IMF. De timing - één week voor de cruciale Rijksministerraad (RMR) aanstaande vrijdag, waarin het kabinet-Rutte besluit over de voor Cft en BZK voorgestelde aanwijzing aan Curaçao - is bijzonder.
Het IMF, dat het verslag uitbrengt in verband met het recente bezoek aan Curaçao (en Sint Maarten), is van oordeel dat consistente uitvoering van belangrijke structurele maatregelen ‘belangrijker’ is om op de middellange termijn duurzame resultaten te boeken dan de snelheid waarmee de aanpassingen worden doorgevoerd (lees: doorgedrukt).
Zolang de implementatie van de vereiste maatregelen op schema loopt, ‘een gradueel aanpassingsprogramma’, is het behalen van begrotingsevenwicht in 2021 haalbaar. Aldus het IMF. ,,Deze meer geleidelijke benadering verschilt van de frontale aanpak zoals voorgesteld door het door Nederland aangestuurde toezichtsorgaan Cft, om de negatieve impact op de groei te minimaliseren.”
De Cft-aanpak (overigens grotendeels gebaseerd op de Rijkswet financieel toezicht, red.) zou vereisen dat er aanzienlijk wordt gesneden, waaronder in sociale uitgaven, en kan de groei ondermijnen en het herstel van duurzame financiën op de middellange termijn zelfs een stuk lastiger maken.
Tegelijkertijd dringt het IMF erop aan dat, om de bepleitte meer trapsgewijze aanpak geloofwaardig te laten zijn, de regering de noodzakelijke maatregelen vooraf wettelijk vastlegt en zich er ook daadwerkelijk aan verbindt de aanpassingen door te voeren om in 2022-2024 een primair overschot te realiseren, waardoor de overheidsschuld flink omlaag kan.
Het Cft heeft voorgesteld de geaccumuleerde tekorten van 2017-2019 in drie jaar tijd weg te werken door gelijke overschotten in 2020-2022. Dat brengt voor volgend jaar een enorme verplichting met zich mee. Want als het tekort in 2019 naar verwachting van IMF 1,7 procent bbp is, zal deze benadering inhouden dat in 2020 sprake zal moeten zijn van een surplus van 3,4 procent. Zoals gesteld, zet het IMF hier grote vraagtekens bij en gevreesd wordt voor juist nadelige effecten.