Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het idee dat Curaçao en/of Refineria di Kòrsou (RdK) de Isla-raffinaderij zelf kan exploiteren - immers, vrijwel alle werknemers zijn van het eiland en dus de expertise heeft Curaçao in huis - klinkt interessant en zeker vriendelijk, maar is ondoenlijk gezien hoeveel geld ermee is gemoeid.
,,Dit is een zeer kapitaalintensieve sector”, zegt interim-directeur Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy tegenover deze krant.
Zo zijn er ook nu partijen die de Isla willen overnemen, maar die de vereiste financiële middelen gewoonweg niet hebben. De RdK-topman rekent voor: bij overname door de overheids-nv is minimaal (een garantie van) een half miljard, 500 miljoen, dollar nodig. Bij een productie van 250.000 vaten per dag tegen een prijs van 50 dollar per vat is 12,5 miljoen dollar vereist. Niet per maand, maar per dag.
,,Dan moet je bij de aankoop ook nog eens zeker zijn de juiste marges te kunnen behalen bij de verkoop van de brandstofproducten, om genoeg verdiensten te hebben en daarmee de salarissen en het onderhoud te bekostigen.”
Als de raffinaderij stilligt, moet de toevoer van ruwe olie en het transport van 800 tot 1.000 schepen per jaar in goede banen worden geleid. ,,Daarvoor is veel kapitaal vereist en bovendien de nodige reserves als het even tegenzit.”
RdK en het Land Curaçao kunnen dat zelf niet behappen. Het is een nobel idee, maar de financiële basis daarvoor ontbreekt. Het eiland kijkt ook naar de mogelijkheid van een partij die de levering van ruwe olie (financieel) kan garanderen; voor ná 2019 maar ook voor nu al, omdat steeds meer blijkt dat PdVSA het niet kan bolwerken. ,,Zo’n ‘processing deal’ kan interessant zijn, maar de meeste geïnteresseerden willen het financiële risico niet nemen”, aldus De Lannoy.