Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De regering van Curaçao en de vakbonden zitten op dezelfde lijn: hulpverlening aan Venezuela moet plaatsvinden, echter zonder een confrontatie met het buurland uit te lokken.

F01 Steun voor Venezuela 2Dat blijkt uit de brief die premier Eugene Rhuggenaath gisteren naar de bonden, verenigd in Solidaridat Sindikal, heeft gestuurd. Om de bonden gerust te stellen, benadrukt de minister-president ook: ,,Curaçao bepaalt hoe invulling wordt gegeven aan onze humanitaire hub.”
In zijn schrijven geeft Rhuggenaath aan dat de zorgen van de vakbonden gebaseerd zijn op de perceptie dat de humanitaire hulp als politiek instrument zal worden gebruikt en dat militaire eenheden zullen worden ingezet om Venezuela te betreden en op gewelddadige en agressieve wijze de humanitaire hulp op zal leggen. De bonden vrezen voor een militaire confrontatie. Ook de regering heeft in dit kader kennisgenomen van uitspraken van zowel de Amerikaanse regering als de interim-president van Venezuela, Juan Guaidó. ,,Op basis hiervan delen we de zorgen van de vakbonden”, aldus de premier. ,,Het is te betreuren dat het onderwerp van humanitaire hulp aan Venezuela onlangs in een sfeer van confrontatie is besproken. Dit is niet hoe humanitaire hulp is ontstaan en dit is ook niet het doel. Over de hele wereld heerst het gemeenschappelijk idee dat humanitaire hulp onpartijdig, neutraal, onafhankelijk en gericht op levensbehoud moet zijn. Dit was ook bij ons de gedachte toen enige tijd geleden werd gepolst of Curaçao bereid zou zijn een logistieke rol te spelen in de humanitaire hulp aan ons buurland.”
De Curaçaose regering wil ook vanuit eigen belang een actieve rol spelen in de humanitaire hulp aan Venezuela, zo schrijft de minister-president. ,,De huidige crisis in Venezuela heeft een enorme impact op ons land en onze economie, en heeft bovendien ook invloed op onze families. Van alle commerciële relaties die we hebben, heeft 20 procent te maken met Venezuela. We hebben economische activiteiten op verschillende gebieden zoals de raffinaderij, het toerisme, de haven, vrije zone, handel en ook de bancaire sector. Allemaal worden ze drastisch benadeeld door de huidige situatie in Venezuela.” De premier staat ook stil bij ‘de relatief grote groep Venezolanen die zonder formele toelating of verblijfsvergunning in ons land verblijven’. ,,Dit brengt ook enorme en ernstige uitdagingen met zich mee voor de gemeenschap en voor onze publieke dienstverlening.”
Ook op het punt dat de bonden ter sprake hebben gebracht, namelijk dat Curaçao geen deel moet uitmaken van een mogelijke confrontatie tussen Venezuela en de Verenigde Staten, verkeren ze op dezelfde lijn als de regering. ,,De regering is van mening dat humanitaire hulp Venezuela pas moet binnentreden wanneer de situatie het toelaat dat dit op vrije, georganiseerde en gestructureerde wijze kan plaatsvinden, zonder enig risico voor confrontatie of conflict.” In dit kader heeft de regering - na kennis te hebben genomen van de stijgende spanningen tussen Venezuela en de Verenigde Staten - zowel publiekelijk als via diplomatieke en politieke kanalen te kennen gegeven dat Curaçao bereid is als logistieke hub te fungeren, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste hiervan is dat de distributie van materialen voor hulpverlening aan Venezuela uitsluitend kan plaatsvinden wanneer hier geen gevolgen aan worden gekoppeld. Ook zal Curaçao niet toestaan dat gebruik wordt gemaakt van de Forward Operating Location (FOL) op Hato.
Rhuggenaath uit in zijn brief wederom de bereidheid om indien nodig de bonden meer informatie te geven. ,,Zo hopen we brede steun te kunnen krijgen voor een unieke kans voor Curaçao, waarbij wij de hele wereld kunnen laten zien wie we zijn en wat we als logistieke hub te bieden hebben. Dit kan goed zijn voor onze economie, die moeilijke tijden meemaakt.” Ook verwijst de premier in zijn brief naar de toekomst van de raffinaderij. ,,In Venezuela is er op dit moment een hele beperkte capaciteit voor raffinage. Het land is daarom afhankelijk van de import van brandstof voor de interne markt, terwijl wij op Curaçao alle soorten brandstof kunnen produceren. De regering van Curaçao zal iedere kans benutten die kan leiden tot het openhouden van onze raffinaderij.”


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.