Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De groep van dertien gevangenen die onlangs een zaak heeft aangespannen tegen het Land om zo verbetering te eisen van de leefomstandigheden binnen de gevangenis, is gisteren van een koude kermis thuisgekomen.
De vordering voor een spoedige en permanente oplossing door het Land is gisteren door het gerecht afgewezen.
De gedetineerden - waaronder ook oud-premier Gerrit Schotte en de voor seksueel misbruik veroordeelde pastor Orlando Balentina - voerden aan dat de rioolproblematiek bij detentiecentrum Sentro di Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK) dusdanig slecht is, dat zij last ondervinden van een vliegen- en muskietenplaag en een ondraaglijke stank en overlast van ongedierte. Het rioolprobleem heeft - zo stelde raadsvrouw Lizaima da Costa Gomez, die de gedetineerden vertegenwoordigt – als gevolg dat er in de cellen ernstige defecten/gebreken zijn in de sanitaire infrastructuur met als gevolg onhygiënische situaties in de cellen.
In haar beoordeling staat het gerecht stil bij de centrale vraag of er sprake is van dusdanige slechte sanitaire omstandigheden dat sprake is van schending van artikel 3 van het EVRM, zoals aangevoerd door de verdediging. De gedetineerden hebben tijdens de behandeling van de zaak aangegeven dat de toiletpotten in hun cel verstopt zijn en dat bij het doorspoelen het water, met daarin urine en fecaliën, naar boven komt en de cel instroomt en dat er sprake is van een afschuwelijke geur. Naar het oordeel van het gerecht staan deze verklaringen evenwel op zichzelf. ,,Immers, uit de maandrapportages van de Commissie van Toezicht van september 2018, oktober 2018, november 2018 en december 2018 blijkt niet van incidenten met betrekking tot defecte riolering of geuroverlast in cellenblok 6”, aldus de rechter in het vonnis. ,,Eisers hebben nimmer eerder, noch bij de Commissie van Toezicht, noch bij de Beklagcommissie geklaagd over rioolproblemen.”
De rechter verwijst verder ook naar een onderzoek van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur van 25 januari 2019 dat in cellenblok 6 geen onhygiënische toestand is geconstateerd en dat er geen sprake is van stank, ongedierte, afvalwater en vuilophoping. ,,Gelet hierop heeft het Land naar het oordeel van het gerecht voldoende aannemelijk gemaakt dat geen sprake is van dusdanige onhygiënische omstandigheden dat sprake is van schending van artikel 3 EVRM.”
Over het vermeend voedseltekort dat eveneens door de groep gedetineerden is aangekaart, stelt het gerecht het volgende: ,,Vaststaat dat de gedetineerden in cellenblok 6 op 11 december 2018 om 11.00 uur hun ontbijt hebben gekregen. Anders dan eisers hebben gesteld, heeft het Land voldoende aannemelijk gemaakt dat dit een eenmalig incident is geweest vanwege veiligheidsredenen. Vanwege onrusten in cellenblok 7 moesten bewaarders van andere cellenblokken, waaronder cellenblok 6, inspringen met als gevolg dat deze cellenblokken minimaal bemand waren. Gelet hierop kon eerst om 11.00 uur het ontbijt worden uitgedeeld. Anders dan eisers kennelijk betogen, maakt dit eenmalige incident niet dat sprake is van voedseltekort. Voor zover eisers hebben betoogd dat het voedsel van slechte kwaliteit is, heeft het Land dit, onder verwijzing naar de menukaarten, die in samenwerking met een diëtist worden vastgesteld, voldoende weerlegd.”