Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Bij Akte van Cassatie heeft het Openbaar Ministerie gisteren het ingestelde beroep in cassatie in de zaak Saffier - tegen voormalig president-directeur Emsley Tromp van de Centrale Bank - weer ingetrokken.
De integrale vrijspraak van Tromp bij vonnis van het Hof van 13 december 2018, is hiermee definitief.
In een reactie stelt de advocaat van Tromp: ,,Het Hof heeft Tromp in zijn vonnis van eind vorig jaar van iedere blaam gezuiverd door te oordelen dat Tromps belastingaangiften niet alleen in orde zijn, maar er bovendien nog geen begin van bewijs is van enig opzet op het benadelen van het Land Curaçao. Hoewel dit besluit van het OM gezien de ondubbelzinnige vrijspraak van het Hof niet als een verrassing komt, is Tromp opgelucht dat er een einde komt aan de bijna 2,5 jaar durende nachtmerrie waar hij zich als gevolg van het optreden van het OM de afgelopen jaren in bevond.”
Een nachtmerrie, zo vervolgt de verdediging van Tromp, ‘die niet alleen tot enorme - en praktisch onherstelbare - reputatieschade heeft geleid, maar bovenal tot zijn ontslag als president van de Centrale bank van Curaçao en Sint Maarten. Een instituut waarvoor hij zich bijna 30 jaar met veel energie heeft ingezet en dat hij vlak voor zijn pensionering gedwongen via de achterdeur heeft moeten verlaten’.
Tromp zal zich de komende periode beraden op ‘vervolgstappen gericht op het verhalen van de door de onterechte vervolging geleden schade’.
Tromp werd beschuldigd van het plegen van belastingfraude in de privésfeer. Hij zou met zijn pensioenstichting ETP (Emsley Tromp Pensioenen) jarenlang - van 2006 tot en met 2014 - opzettelijk foutieve (te lage) belastingaangifte hebben gedaan, zo meende het OM, dat hiervoor een taakstraf van 240 uur of een vervangende hechtenis van 120 dagen en een geldboete van 10 miljoen gulden had geëist. Het Hof oordeelde bij vonnis van 13 december 2018 het tegenovergestelde. Zelfs als ervan wordt uitgegaan dat de aangiften onjuist zijn gedaan, kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat, zoals de verdachte door het Openbaar Ministerie wordt verweten, het aan zijn opzet is te wijten dat deze aangiften onjuist zijn gedaan, zo stelde het Hof toentertijd in het vonnis. Het OM tekende vervolgens beroep in cassatie aan tegen deze uitspraak.
Nu stelt het OM: ,,Of een belastingaangifte foutief is, en of een verdachte dit opzettelijk heeft gedaan, zijn geen juridische vragen, maar vragen van feitelijke aard. Die vragen kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad beoordeelt niet het bewijs, maar de vraag of het recht en de regels zijn nageleefd, dan wel het recht geschonden is. Na onderzoek is het OM tot het oordeel gekomen dat een voortzetting van de cassatie geen redelijk doel dient. Daarom is het beroep vandaag ingetrokken.”
Het OM begon drie jaar geleden - in het voorjaar van 2016 - een strafrechtelijk onderzoek naar de toenmalige directeur van de CBCS. Tromp werd ervan verdacht opzettelijk foutieve belastingaangifte te hebben gedaan. Het Gerecht in Eerste Aanleg sprak Tromp op 17 november 2017 integraal vrij van alle aantijgingen. Het Hof deed hetzelfde op 13 december 2018. Daartegen stelde het OM beroep in cassatie in. ,,Die tijd was ook nodig om de verschillende vonnissen in hun samenhang te bestuderen en om te beoordelen of het recht geschonden is”, zo stelt het OM.