Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Philipsburg - De regering van Sint Maarten houdt informatie achter over giftige stoffen die vrijkomen op de vuilstortplaats van het eiland. Dat blijkt uit documenten die in het bezit zijn van de Volkskrant.
,,Het betreft stoffen als koolmonoxide en waterstofsulfide, waarvan de concentratie een directe bedreiging vormt voor de volksgezondheid”, schrijft correspondent Kees Broere in Willemstad. Martin van den Berg, hoogleraar toxicologie aan de Universiteit Utrecht, reageert: ,,Hier kun je niet zonder gasmasker of mondkapje in de buurt zijn”.
Op de vraag van het Antilliaans Dagblad aan correspondent Broere of de documenten waarover hij beschikt ook concreet cijfermateriaal en/of onderbouwing bevatten, is het antwoord dat het voorlopig dit is waarmee de Volkskrant naar buiten komt op dit moment.
,,Kenners van de stortplaats op het eiland, die in de afgelopen tientallen jaren zo’n veertig meter hoog is geworden en sinds de orkaan Irma overvol is, vragen zich af of de overheid de problemen op de vuilstort wel serieus neemt”, vervolgt het artikel.
Het eerdere onderzoek heeft uitgewezen dat op de dump ook explosiegevaar bestaat. Om al deze redenen zouden mensen die op de stortplaats werken, bescherming moeten hebben. In de praktijk is hiervan geen sprake, aldus de Volkskrant.
Op de dump zijn alleen al dit jaar meer dan dertig branden ontstaan. Omdat de vuilstortplaats zowat midden in de hoofdstad Philipsburg ligt en de heersende wind er vrijwel steeds voor zorgt dat de rook over woonhuizen en toeristische plekken trekt, staan veel mensen bloot aan giftige stoffen in de rook. De branden ontstaan door het illegaal affakkelen van stoffen, of door het steeds weer vlam vatten van ondergronds broeiend, oud afval. Het krantenbericht: ,,Van enige professionele afvalverwerking of recycling is geen sprake.”
De aanpak van de problemen heeft voor de Nederlandse regering ‘hoge prioriteit’, zo maakte premier Mark Rutte (VVD) duidelijk tijdens zijn bezoek in mei aan het autonome Caribische (ei)land binnen het Koninkrijk. Nederland wil hiervoor meer dan honderd miljoen euro uittrekken.