Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De gewone dienst tot en met juli 2018 sluit voorlopig met een voordelig saldo van 3,8 miljoen gulden. Dat is weliswaar een overschot, maar de prognose ging uit van een noodzakelijke surplus van 24,2 miljoen. Het nadelig verschil ten opzichte van de prognoses bedraagt dus 20,4 miljoen.
Opnieuw blijven in het bijzonder de gerealiseerde belastingen vooralsnog verder achter op de prognose, namelijk 31,3 miljoen over de eerste zeven maanden van dit jaar, volgens het ministerie van Financiën ‘deels debet aan de stagnerende economie’. De overige baten daarentegen vertonen een surplus op de prognose.
Dit blijkt uit de jongste Financiële Management Rapportage (FMR). De cijfers zijn des te meer relevant omdat minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën met het College financieel toezicht (Cft) in de weer is over de realisering en het realiteitsgehalte van de begroting 2018. Dit gebeurde tot nu toe met cijfers tot en met juni. Nu is ook juli beschikbaar.
De ogen zijn onder meer gericht op de gerealiseerde belastingopbrengsten. De FMR meldt dat de maandelijkse prognoses van de individuele belastingontvangsten volledig zijn gesynchroniseerd met die van de Ontvanger, conform het systeem ‘Vogelvlucht’.
Tot en met juli is dit jaar 861,2 miljoen aan belastingen opgehaald. Dat had volgens de prognose 892,5 miljoen moeten zijn, waardoor er per saldo 31,3 miljoen minder dan verwacht in de overheidskas is beland. Dat is ruim 3,5 procent minder gerealiseerd in vergelijking met de prognose.
Zoals gesteld, wordt dit door Financiën toegeschreven aan ‘onder meer de nog stagnerende economie’. Overigens bedroeg in 2017 de cumulatieve realisatie in de vergelijkbare periode 849,1 miljoen. Er wordt dus in 2018 wel meer aan belastingen geïnd, maar onvoldoende om de begrotingsdoelen te halen. De begroting 2018 gaat over twaalf maanden uit van een overschot van 48 miljoen, om een deel van het tekort van bijna 117 miljoen van 2017 te compenseren.