Van een onzer verslaggevers

Willemstad - De mensenrechten worden op Curaçao geschonden door de uitstoot van de Isla-raffinaderij en het Koninkrijk kan hier weldegelijk verantwoordelijk voor worden gesteld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).

koninkrijksregeringDie conclusie trekt Jojanneke Snijders in een onderzoek dat zij uitvoerde voor de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Snijders onderzocht deze verantwoordelijkheid in het licht van artikel 43 van het Statuut waarin staat dat elk van de landen in het Koninkrijk zorgdraagt voor de verwezenlijking van de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van het bestuur, maar dat het Koninkrijk (lees: Nederland, red.) een waarborgfunctie heeft.
De onderzoekster constateert dat de Curaçaose regering niet wil of niet kan ingrijpen ten aanzien van de vervuiling die de raffinaderij veroorzaakt, waarbij vastgesteld is dat achttien mensen vroegtijdig en direct als gevolg van deze vervuiling overlijden. Zij vindt dat Nederland daarom een meer proactieve houding moet aannemen. Het gaat hier immers om het schenden van de mensenrechten.
Snijders acht het goed mogelijk dat het EHRM een vonnis uitspreekt over zaken die in het Caribisch deel van het Koninkrijk plaatsvinden. Zij verwijst naar de zaak Murray versus Nederland waarbij dit Hof geoordeeld heeft dat Aruba en Curaçao artikel drie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) niet hebben nageleefd en het hele Koninkrijk hiervoor verantwoordelijk is. In de zaak Murray, die levenslang gevangen zat vanwege de moord op een meisje, werden de landen in het Koninkrijk veroordeeld omdat zij hem nimmer enige psychiatrische hulp aanboden. Murray is inmiddels overleden. ,,Het Hof heeft toen niet stilgestaan bij de onderlinge regelingen en verantwoordelijkheden tussen en van de verschillende landen in het Koninkrijk”, aldus Snijders die hier doelt op het Statuut.
Verder voert de inmiddels afgestudeerde studente aan dat Nederland niet enerzijds kan ingrijpen in de Caribische Landen in het Koninkrijk als het om financiële problemen gaat, maar anderzijds wel structurele mensenrechtenschendingen aan zich voorbij laat gaan.
Hoewel artikel 43 ruimte laat voor verschillende interpretaties vindt de onderzoekster dat er voor de Nederlandse regering genoeg gronden zijn om wel te interveniëren in de Isla-kwestie waar al vele rechtszaken over gevoerd zijn. Ook de Tweede Kamer heeft in een motie in 2016 vastgesteld dat de lokale autoriteiten tekortschieten in het uitvoeren van milieuwetgeving en dat de fundamentele mensenrechten geschonden worden. Dat Nederland alleen hulp aanbiedt als daarom gevraagd wordt, is volgens de auteur niet voldoende. ,,Ondanks de terughoudendheid van Nederland, is de internationale verantwoordelijkheid voldoende reden om de mensenrechten te garanderen in het Koninkrijk”, zo voert Snijders aan. ,,Ook het door Nederland ondertekende Parijse Klimaatakkoord, het Montreal Protocol en de Convention on Biological Diversity spelen een rol. Alleen maar hopen dat het probleem zich vanzelf oplost als Curaçao geen strategische partner kan vinden, betekent niet dat het Koninkrijk dan voldoet aan bovengenoemde internationale afspraken.”
Snijders stelt dat als de Koninkrijksregering geen verantwoordelijkheid wil nemen en niet bereid is de bepalingen van genoemde verdragen in het licht te houden van haar internationale verplichtingen, het Koninkrijk serieus moet overwegen het handvest aan te passen. ,,Als dit niet mogelijk is, dan moet het Koninkrijk overwegen de condities waaronder de ondertekening van het mensenrechtenverdrag heeft plaatsgevonden te veranderen. Maar, zolang er geen veranderingen worden doorgevoerd, moet het Koninkrijk haar verantwoordelijkheid voor het bewaken van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in het Koninkrijk serieuzer nemen. Dat is haar internationale verantwoordelijkheid. Met de Isla-zaak, waar slachtoffers al meer dan twaalf jaar tevergeefs hun recht op een schonere leefomgeving hebben aangekaart, kan het Koninkrijk een goede start maken.”


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.