Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Het was afgelopen zondag, 1 juli, precies 155 jaar geleden dat de Nederlandse regering een einde maakte aan de slavernij in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen.
Bij de herdenking deed de Rotterdamse burgemeester, Ahmed Aboutaleb, een oproep aan het kabinet-Rutte II om eindelijk eens officiële excuses te maken.
De herdenking van het einde van de slavernij in Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen werd zondagmiddag herdacht bij het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Oosterpark in Amsterdam. Onder andere minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en waarnemend burgemeester van Amsterdam Jozias van Aartsen hielden een toespraak.
In 2013 noemde toenmalig vicepremier Lodewijk Asscher slavernij een ‘mensonterende praktijk’ en een ‘schandvlek in onze geschiedenis’. En in 2001 betuigde toenmalig minister van Integratiezaken Roger van Boxtel ‘diepe spijt’ voor het slavernijverleden. Hij verklaarde toen dat er in het verleden grove fouten zijn gemaakt die hebben geleid tot groot onrecht.
Nakomelingen van slaven van toen dringen al lange tijd aan op officiële excuses door de Nederlandse regering. Die zijn tot nu toe nooit gemaakt. ‘Excuus’ is een beladen term omdat Nederland hierdoor mogelijk ook juridisch aansprakelijk kan worden gesteld. Aboutaleb deed in dit kader zaterdagavond al een oproep aan het Nederlandse kabinet om excuses te maken ‘voor het leed dat tienduizenden tot slaaf gemaakten is berokkend’. ,,Asscher heeft diepe spijt betuigd. Een mooi gebaar dat paste bij die tijdsgeest”, zegt Aboutaleb. ,,De volgende stap is excuses. Daar roep ik het kabinet toe op. Zodat we een punt kunnen zetten achter slavernij, een donkere pagina in de Nederlandse geschiedenis.”
Slavernij werd officieel afgeschaft op 1 juli 1863. Aboutaleb refereerde er fijntjes aan dat de tot slaaf gemaakten in de Nederlandse koloniën daarna nog tien jaar verplicht onder contract moesten blijven werken bij plantagehouders. Die laatsten kregen een ‘schadevergoeding’ van tot wel 300 gulden per slaaf. De voormalige slaven, ruim 30.000 mensen, ‘ongeveer evenveel als het aantal supporters in het Feyenoordstadion’, kregen niets. De burgemeester van Rotterdam zei naderhand in een toelichting dat Nederlanders te weinig weten over het slavernijverleden en dat het onderwijs daar verandering in moet brengen. ,,Als het gaat om slavernij doen we dat nog niet goed. Er is nog veel winst te behalen.”
Het kabinet heeft geen gehoor aan Aboutalebs oproep gegeven. ,,Het huidige kabinet betreurt, net als voorgaande kabinetten, ten zeerste de gebeurtenissen ten tijde van het slavernijverleden”, zo reageert de Rijksvoorlichtingsdienst. ,,Het is een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis. In 2013 heeft het kabinet diepe spijt en berouw betuigd over hoe Nederland in het verleden is omgegaan met de menselijke waardigheid. Die woorden blijven gelden. We mogen nooit vergeten wat er is gebeurd.”