Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er versterkte inzet van defensie nodig is in het Caribisch gebied met betrekking tot Venezuela.
Dat zei premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren in de Staten naar aanleiding van de in de Tweede Kamer aangenomen motie om een onderzoek te starten naar de mogelijkheden voor militaire verdediging van het Caribisch gebied in samenwerking met landen als de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië.
,,Ik heb gehoord over de aangenomen motie in de Tweede Kamer, en daar hebben wij als regering nog geen mening over geformuleerd”, aldus de Curaçaose premier. ,,Het Koninkrijk heeft een goede diplomatieke relatie met Venezuela. Ook wij hebben goede contacten met Venezuela en we zullen er alles aan doen om bij te dragen aan een beter welzijn van het land, omdat onze economieën sterk met elkaar verbonden zijn. Uiteraard is de situatie op dit moment in het land precair en het vluchtelingenprobleem pijnlijk, maar ik zie geen reden voor extra militaire inzet”, zo vervolgde de minister-president. ,,Het is wel zo dat de kustwacht versterkt wordt en zich meer zal richten op mensenhandel, reddingsacties en de grensoverschrijdende criminaliteit. Ook moet ik zeggen dat de samenwerking tussen de Defensie-eenheden van Nederland, Engeland en Frankrijk belangrijk was ten tijde van orkaan Irma en ik ben er trots op dat Curaçao een belangrijke coördinerende rol daarbij heeft kunnen spelen.”